Nederland tien jaar na de val van Lehman Brothers

Netto-arbeidsparticipatie
Eind 2017 was het aantal mensen met betaald werk groter dan ooit. Toch was de netto-arbeidsparticipatie (gemiddeld 66,7 procent) nog altijd iets lager dan voor het uitbreken van de crisis (bijna 68 procent). Het dieptepunt in 2014 lag op 64,9 procent. De arbeidsdeelname is het percentage 15- tot 75-jarigen die betaald werk hebben. Op elke honderd mensen uit die groep was er in 2017 dus gemiddeld ruim één minder met betaald werk dan in 2008.

Bevolkingsgroei en veranderingen in de leeftijdsopbouw van de bevolking spelen een rol bij de ontwikkeling van de arbeidsparticipatie. Voor het beschrijven van de beroepsbevolking tellen alle personen van 15 tot 75 jaar mee. Het aantal personen van 25 tot 45 jaar werd kleiner tussen 2007 en 2017, terwijl de andere leeftijdsgroepen groeiden. Deze ontwikkelingen droegen bij aan de afname van de arbeidsparticipatie, omdat juist onder de 25- tot 45-jarigen de arbeidsdeelname het hoogst is: 84 procent in 2017. De arbeidsparticipatie onder 45- tot 65-jarigen steeg fors in de afgelopen tien jaar, tot 75 procent in 2017.

Werkgelegenheid bedrijfstakken
In de meeste bedrijfstakken gingen arbeidsplaatsen verloren tijdens de crisis, maar inmiddels is weer sprake van breed herstel. De bouw, de industrie en de financiële dienstverlening werden zwaar getroffen. In de bouw en de industrie groeit de werkgelegenheid inmiddels weer, terwijl deze in de financiële dienstverlening nog altijd krimpt. Niet alleen door de crisis, maar ook door automatisering is de behoefte aan werknemers in deze sector afgenomen.
Zowel in de bouw, de industrie als de financiële sector was het arbeidsvolume in 2017 lager dan in 2007, terwijl het arbeidsvolume in alle sectoren al wel boven het niveau van 2007 lag. De bouw onderscheidt zich van de twee andere bedrijfstakken door het grote aandeel zelfstandigen.

Werkloosheid
Na 2008 begon de werkloosheid geleidelijk op te lopen. In 2011 groeide het aantal werklozen niet, maar daarna liep dit op tot 660.000 in 2014. Hierna nam de werkloosheid snel af, maar in 2017 lag deze met 438.000 personen nog altijd ruim boven het niveau van 2008. Afgezien van de 15- tot 25-jarigen, die met name uit scholieren en studenten bestaat, was het aantal werklozen onder 55- tot 65-jarigen in 2017 het grootst. Ten opzichte van 2008 verdubbelde het aantal werklozen in deze leeftijdsgroep. Daarnaast groeide het aantal werkzame personen in de leeftijd van 55 tot 65 jaar met ongeveer een derde in deze periode.

Vergrijzing
Door vergrijzing neemt het percentage ouderen toe. Ouderen participeren minder dan jongeren. In 2011 versnelde de toename van het aantal 65-plussers, omdat vanaf dat jaar babyboomers de 65-jarige leeftijd bereikten. De ‘grijze druk’, de verhouding van het aantal 65-plussers op het aantal 20- tot 65-jarigen, was in 2017 een derde hoger dan in 2007.

Bijstand
Eind 2008 waren er 304.000 personen tot de AOW-leeftijd met een bijstandsuitkering. Dit was eind 2016 opgelopen tot 465.000. In 2017 volgde een lichte daling tot 457.000. Dit is nog altijd ruim anderhalf keer zo veel als in 2008. Dat het aantal bijstandsgerechtigden opliep tot en met 2016, ondanks het economische herstel in die jaren, komt doordat ontwikkelingen op de arbeidsmarkt vertraagd doorwerken op het aantal personen in de bijstand. Een tweede reden voor het latere omslagpunt is de komst van vele vluchtelingen vanaf 2013. Asielzoekers met een vluchtelingenstatus kunnen een beroep doen op een bijstandsuitkering.