De doofpot rond de Van Imhoff

Afgelopen avond was bij BNNVARA het eerste van drie delen te zien van de documentaire over de Van Imhoff. Een Nederlands schip welk in 1942 door een Japanse torpedo werd getroffen en zonk. 400 doden, veelal Duitse krijgsgevangenen, waren te betreuren. Dit omdat de Nederlandse bemanning hen in de steek liet bij het verlaten van het schip. Jaren zat dit in de doofpot. Maar na tientallen jaren komt alles nu naar boven.

18 januari 1942 verliet het schip onder bevel van kapitein Hoeksema de haven van Sibolga in Nederlands-Indië. De opdracht van de bemanning was het vervoeren van de circa 2300 Duitse en Oostenrijkse gevangenen. Deze werden aangezien voor potentiële spionnen. De planning was om naar Bombay in het toenmalig Brits-Indië te varen. Het bestuur van de toenmalige kolonie verplaatste de gevangenen uit vrees voor het naderende Japanse leger.

Twee eerder vertrokken schepen bereikten Bombay maar het derde en laatste transport met de Van Imhoff werd op de dag van vertrek getroffen door een torpedo afgeworpen door een Japans gevechtsvliegtuig.

Aan boord waren 477 Duitse en Oostenrijkse gevangenen, 62 bewakers en 48 bemanningsleden. De bewaking en bemanningsleden, Nederlanders, wisten, nadat de torpedo hen trof, het schip via reddingsboten te verlaten maar lieten daarbij alle gevangenen aan hun lot over. Slechts 65 gevangenen overleefden de scheepsramp, ruim 400 man verdronk of pleegde zelfmoord. De overlevenden spoelden aan op het eiland Nias, ten westen van van Sumatra. Hier werden zij opnieuw gevangen gezet door de Nederlandse autoriteiten op het eiland.

Onder de slachtoffers bevonden zich veel Duitse Joden en anti-nationaal-socialisten die staatsburgerschap in Duitsland kwijt waren. Zij waren in de jaren '30 gevlucht om in Nederlands-Indië bescherming te vinden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden zij beschouwd en behandeld als gewone Duitse burgers en in interneringskampen vastgezet.

Jaren na de ramp werd onder meer de Nederlandse overheid verweten moedwillig informatie achter te hebben gehouden. Hierdoor wordt het door sommigen beschouwd als één van de grootste Nederlandse doofpotaffaires van na de Tweede Wereldoorlog.

De gebeurtenissen moesten geheim worden gehouden om de regering in Batavia, Londen en later in Den Haag niet in verlegenheid te brengen, wat blijkt uit correspondentie uit 1942 tussen gouverneur Van Starkenborgh in Batavia en minister Van Kleffens in Londen. Hierin schrijft Van Starkenborgh: “Daar vele geruchten reeds de omloop deden ook onder Duitsche vrouwen dat schip met geïnterneerden vergaan en aangezien het voorts ongewenscht is publicatie langer uit te stellen wegens kans eerder bericht buitenlandsche radio, is heden een korte verklaring uitgegeven dat een transport het voorwerp van Japansche actie is geworden welke een groot aantal slachtoffers heeft geëischt. Over behoud bemanning en bewaking is opzettelijk niets gezegd teneinde verkeerden indruk buitenland te vermijden.

Alle bewakers en bemanningsleden aan boord van de Van Imhoff kregen een spreekverbod opgelegd. De affaire kwam echter in Duitsland toch naar buiten via enkelen die op het eiland Nias gevangen waren genomen.

Een Duitse overlevende trachtte in 1953 bij de Nederlandse Justitie strafvervolging in laten te stellen wegens moord. Ondanks twee jaar onderzoek werd de zaak geseponeerd.

Toen de VARA in 1965 een documentaire van Dick Verkijk over deze kwestie wilde uitzenden werd door de toenmalige televisiecommissaris Jan Willem Rengelink een zendverbod opgelegd. De documentaire werd opgeborgen en bleek later te zijn "verdwenen".

Een tweede documentaire van dezelfde maker over dit onderwerp werd door toenmalig VARA-voorzitter Jaap Burger persoonlijk verboden. Het feit dat Jaap Burger tijdens kabinet Willem Drees fractievoorzitter van de PvdA was zorgde voor geruchten dat die beslissing onder druk van de politiek was genomen.

Verkijk publiceerde zijn onderzoeksresultaten in een artikel in het Parool op 16 april 1965 en veroorzaakte opschudding, waarna het Duitse Der Spiegel op 22 december 1965 en 7 februari 1966 twee uitgebreide artikelen met foto’s en ooggetuigenverslagen plaatste.

Naar aanleiding van deze artikelen werden er Kamervragen gesteld. De toenmalig minister van Defensie, Piet de Jong, liet weten dat in 1965 aan de Duitse Bondsregering was medegedeeld dat er geen strafvervolging zou plaatsvinden, dat daarbij geen onjuiste beslissingen waren genomen en er dus geen grond aanwezig was voor een strafrechtelijke vervolging tegen de kapitein van de Van Imhoff.

Afgelopen avond dus het eerste van drie delen van een nieuwe documentaire over de Van Imhoff. 17 en 24 december de overige delen. Delen die ik, na het zien van het eerste, zeer zeker ga kijken. 

Artikel Verdijk
Artikel Verdijk

Meer lezen over geschiedenis? Kijk dan eens in Cultuur&Historie op het forum.