FOK!toen: De beste albums van 1967 (deel 1)

5. The Electric Prunes - The Electric Prunes

In april 1967 mochten we alweer kennismaken met een fijne Amerikaanse band. The Electric Prunes was een psychedelische garage rock band uit Los Angeles die in 1965 als The Sanctions werd opgericht door zanger en gitarist James Lowe, gitarist Ken Williams, bassist Mark Tulin en drummer Michael 'Quint' Weakley. Met deze band wordt in maart 1965 een acetate met een twaalftal covers opgenomen. Een half jaar later heet de band Jim and the Lords en is de bezetting uitgebreid met toetsenist Dick Hargrave, die slechts een blauwe maandag met de band zou spelen. Ook met deze band werden opnames gemaakt die in 2000 werden uitgebracht onder de titel Then Came The Electric Prunes.

The Electric Prunes - The Electric Prunes
The Electric Prunes - The Electric Prunes

Als het kwartet op zekere dag aan het oefenen is in hun garage komen ze in contact met een makelaar genaamd Barbara Harris. Harris had ook connecties in de muziekwereld en bracht de muzikanten in contact met Dave Hassinger. Hassinger was net klaar met het album Aftermath van The Rolling Stones en wilde graag met een nieuwe plaat aan de slag. Hassinger geeft de mannen wel het advies om een andere bandnaam te verzinnen. De naam Electric Prunes begon als grap maar uiteindelijk waren de mannen het er allemaal wel over eens dat dit een bandnaam was die je niet snel zou vergeten als je de band eenmaal gehoord had.

Begin 1966 duiken de bandleden van The Electric Prunes samen met Hassinger de RCA Studio's in om daar een aantal tracks op te nemen. Hiervan werden 'Ain't It Hard' en 'Little Olive' als eerste single uitgebracht. De band wist met de cover van Gypsy Trips geen hit te scoren. Drummer Weakley zou de band al snel verlaten en werd opgevolgd door Preston Ritter. Ook werd de band uitgebreid met zanger en gitarist James 'Weasel' Spagnola. Samen met zanger en gitarist James Lowe, gitarist Ken Williams, bassist en organist Mark Tulin en drummer Preston Ritter werd een zestal demo's opgenomen in de American Recording Studio en in de studio van Leon Russell.

In november 1966 breken The Electric Prunes nationaal door met hun tweede single 'I Had Too Much To Dream (Last Night)'. De met tremolo, wah-wah en fuzzgitaar doordrenkte sixtiespunk knaller was geschreven door het duo Nancie Mantz en Annette Tucker en was veruit de grootste hit voor de band. De single zou de 11e plaats halen in de Billboard Hot 200 en zorgde dat de band kon gaan touren en diverse reclamespots op mocht nemen, onder meer voor het wah-wah pedaal van Vox. Ook de daaropvolgende single 'Get Me to the World on Time' zou het goed doen in de Amerikaanse hitlijsten en zou de 27e plaats weten te halen.

Vanwege het succes van 'I Had Too Much To Dream (Last Night)' en 'Get Me to the World on Time' mochten The Electric Prunes een album opnamen, al hadden ze maar verdomd weinig te zeggen over wat er op de plaat kwam te staan. Zo leverden Mantz en Tucker maar liefst zeven van de twaalf tracks op de plaat, waarmee de platenmaatschappij vooral probeerde cashen. Het titelloze album van The Electric Prunes zou niet verder komen dan de 113e plaats in de Billboard 200.

Kant A:
01 I Had Too Much To Dream (Last Night)
02 Bangles
03 Onie
04 Are You Lovin' Me More (But Enjoying It Less)
05 Train For Tomorrow
06 Sold To The Highest Bidder

Kant B:
01 Get Me To The World On Time
02 About A Quarter To Nine
03 The King Is In The Counting House
04 Luvin'
05 Try Me On For Size
06 Tunerville Trolley