FOK!toen: David Bowie - Low

Vandaag keren we met FOK!toen veertig jaar terug in de tijd. We gaan namelijk naar vrijdag 14 januari 1977, de dag waarop het album Low van David Bowie verscheen. Low was het elfde studioalbum van de muzikant en was tevens het eerste deel van wat later de Berlin-trilogie zou worden genoemd.

Bowie Low 1

De voorgaande tijd
Voor de totstandkoming van het album Low moeten we terug naar 1976. Bowie zat op dat moment in zijn zogenaamde Thin White Duke-periode en had dat jaar wereldhits gescoord met singles als 'Fame' en 'Golden Years'. 1976 was echter ook het jaar waarin Bowie in Los Angeles woonde waar hij zwaar verslaafd raakte aan cocaine. Om van deze verslaving af te komen besloot de muzikant om halverwege 1976 met zijn vrouw Angela te verhuizen naar Zwitserland.

David Bowie zou later op deze periode terugkijken als één van de donkerste tijden uit zijn leven. Zo kon hij zich door overmatig drugsgebruik helemaal niks herinneren van de opnames voor het album Station To Station. In Zwitserland kon Bowie zich terugtrekken uit de schijnwerpers waar hij jarenlang in had gestaan en kon hij redelijk anoniem een museum of kunstgalerie bezoeken. Het was dan ook niet toevallig dat de muzikant zich vanaf deze tijd ook ging interesseren voor allerlei moderne kunstvormen.

Eind 1976 verkast David Bowie opnieuw en vind ditmaal een woning in de West-Berlijnse wijk Schoneberg, een buurt met voornamelijk Turkse gastarbeiders en hun gezinnen. Bowie ging boven een autogarage wonen en was elke dag te vinden in een lokaal cafe waar arbeiders uit de omgeving van hun lunch genoten. In West-Berlijn, de Duitse stad die op dat moment nog werd gesplitst door het door velen gehate IJzeren Gordijn, kreeg Bowie al snel een huisgenoot in de persoon van Iggy Pop die daar van zijn heroineverslaving af probeerde te komen.

David Bowie in Berlijn 1977
David Bowie in Berlijn 1977

New Music Night and Day
In Berlijn kwam Bowie ook voor het eerst in aanraking met muziek van Duitse krautrock artiesten zoals Neu!, Kraftwerk en Amon Düül II. Ook is hij zwaar onder de indruk van ambient muziek. Zo luistert Bowie tijdens zijn afkickperiode graag naar albums zoals Discreet Music (1975) van de minimalist Brian Eno. Bowie had eerder al een aantal tracks opgenomen voor de soundtrack van de film The Man Who Fell To Earth, maar deze composities werden afgekeurd door regisseur Nicholas Roeg en zouden nimmer het daglicht zien.

Nadat Bowie een aantal liedjes had geschreven voor het tevens door hem geproduceerde debuutalbum The Idiot van Iggy Pop ging hij samen met producer Tony Visconti en Brian Eno aan de slag met zijn volgende plaat. Na een aantal opnamesessies in Château d'Hérouville nabij Parijs, een studio waarin het volgens zowel Bowie als Eno spookte, werden de opnames voor het album met de werktitel New Music Night and Day in november 1976 in de Hansa by the Wall Studio in West-Berlijn afgerond.

Hansa By The Wall
Hansa By The Wall

De ontvangst
Toen Low op 14 januari 1977 in de platenwinkels verscheen waren de kritieken niet mals. Vooral de instrumentale stukken met de dominante aanwezigheid van Eno's analoge EMS Synthi A synthesizer werden door veel journalisten de grond ingeschreven, al zouden velen binnen niet al te lange tijd terugkomen op hun bewoordingen. Het toonaangevende Billboard was evenwel zeer onder de indruk van het album Low en noemde het zelfs het meest avontuurlijke album dat David Bowie tot op dat moment had opgenomen.

Bowie Low 2

Op 11 februari 1977 zou 'Sound And Vision' op single worden uitgebracht. Ondanks dat Bowie geen promotie deed voor de single zou de plaat de derde plaats halen in de Britse hitlijsten. Ook in Nederland, West-Duitsland en Oostenrijk zou de plaat de top 10 halen. In de Verenigde Staten zou de plaat niet verder komen dan de 69e plaats in de Billboard Top 200. In juni 1977 verscheen ook het nummer 'Be My Wife' op single. 'Be My Wife' was echter de eerste single sinds 'Changes' die niet in de Britse hitlijsten te vinden zou zijn.

Breaking Glass ep