Game-accessoires van Speedlink
Wanneer we denken aan game-accessoires zoals toetsenborden en muizen zijn wij als gamers eerder geneigd te kiezen voor gevestigde merken zoals Corsair, Razer en CM Storm. Maar laten we eerlijk zijn, aan de producten van bovengenoemde merken hangt nogal een prijskaartje en lang niet iedereen heeft niet dat geld in zijn portemonnee zitten. Als je dan toch als consument je gamen naar een meer serieus niveau wilt gaan tillen, wat moet je dan? Voor die groep wil Speedlink een uitkomst bieden, die steunt op twee belangrijke regels: oerdegelijke Duitse kwaliteit voor een zachte prijs. Ik nam een kijkje bij de stand van Speedlink op Gamescom om te zien wat het bedrijf als line-up heeft voor het najaar van 2016.
Hoewel de naam Speedlink misschien niet gelijk belletjes laat rinkelen, heeft dit bedrijf toch minstens 40 jaar aan ervaring wanneer het aankomt op game-accessoires en maakte onder andere producten voor de atari-consoles en de commodore 64. Het assortiment is in de laatste jaren echter flink uitgebreid en omvat nu onder andere (mechanische) toetsenborden, joysticks, hoofdtelefoons en controllers.
Als eerste kreeg ik de Decus Respec te zien, een muis met een agressief uiterlijk dat gaming schreeuwt. De Decus Respec is (zoals de naam misschien al verklapt) een opvolger van een van de meest populaire muizen bij Speedlink, de Decus. Het goede van zijn voorganger is in de Decus Respec behouden met onder ander een ergonomisch design (waaronder een steun voor je pink) dat erg doet denken aan mijn eigen Corsair M65, maar heeft een nieuwe look met meer lichtjes. Ook is het nu mogelijk om het gewicht van de Decus Respec aan te passen met 4 gewichtjes en kun je nu macro's opslaan in vijf verschillende profielen.
De Decus Respec kan tot maximaal 5000 dots per inch (DPI), wat ongeveer gelijk is aan de Sharkoon Draconia, een merk en muis in ongeveer dezelfde prijsklasse. De Draconia is echter 20 euro goedkoper en heeft 4 knoppen meer (11 tegenover 7 van de Respec), dus wat zorgt er dan voor dat je de Decus Respec moet verkiezen boven de Draconia? Nou, heel simpel gezegd: kleurtjes. De Respec heeft aanpasbare LED-verlichting in zeven verschillende kleuren, terwijl de Draconia dat niet heeft. Dus mocht je wat meer voor je muis willen betalen om hem op te lichten in alle kleuren van de regenboog (of vindt je het design van de Respec wat cooler), ga dan voor de Respec. Wil je echter meer uit je muis halen voor een lagere prijs, dan zijn er betere alternatieven op de markt. Ook moet het design je wel echt liggen: persoonlijk ben ik meer fan van visuele computeronderdelen met meer neutrale designs en kleuren, maar als je een muis wilt met een echt gaming design, dan is de Respec zeker een optie.
De Decus Respec komt in september op de markt en heeft een adviesprijs van 50 euro.
De tweede muis waarmee Speedlink komt is de Omnivi Gaming Mouse. Deze kan worden gezien als het meer serieuzere broertje van de Decus Respec: de DPI kan opgekrikt worden tot 12.000 en deze heeft 10 individueel programmeerbare knoppen, waarvan 4 bij je duim. Net zoals bij de Decus Respec heb je weer volop de keuze om je Omnivi Gaming Mouse helemaal aan je eigen smaak aan te passen: zo zijn er zeven verschillende kleuren (rood, geel, groen, cyaan, blauw, violet en wit) en het verlichte muiswiel geeft aan hoe hoog de DPI is. Ook het logo dat zeer prominent aanwezig is op de rug van de muis geeft dezelfde kleur aan als het muiswiel.
Opnieuw wil ik hier weer een vergelijking maken, en deze keer kom ik bij mijn eigen muis uit: de Corsair M65 (zonder verlichting). Mijn muis kost op dit moment van schrijven pakweg 63 euro: de Omnivi is zeven euro duurder, maar daar krijg je dan wel die zevenkleurige verlichting bij en twee extra knoppen. Ook zien de knoppen bij de Omnivi er een stuk robuuster uit dan bij Corsair. Ook komt mijn eigen muis niet verder dan 8200 DPI terwijl de Omnivi makkelijk 12.000 haalt.
Echter, Corsair biedt ook de M65 RGB Pro aan die dezelfde prijs heeft als de Omnivi, die wél verlichting heeft en ook gaat tot 12.000 DPI. Daarnaast heeft de M65 Pro ook meer kleuren dan de Omnivi door het RGB-systeem dat we onder andere ook terugzien bij het K70-toetsenbord. Echter, net zoals de M65 heeft de M65 slechts 8 knoppen (waaronder een prominente sniper-knop aan de zijkant waar ik maar niet aan kan wennen): 2 minder dan de Omnivi. Dus, mocht je kleurtjes willen inwisselen voor extra knoppen, dan is de Omnivi zeker een goede keus. Desondanks moet gezegd worden dat de Omnivi net zoals de Decus Respec een nogal prominent design heeft, en het matte zwart van Corsair zal gamers misschien eerder aanspreken dan het schreeuwerige rood van de Omnivi.
De Omnivi gaming mouse verschijnt in oktober en heeft een adviesprijs van 70 euro.
Goed, genoeg over muizen, op naar een andere accessoire: de controller. Ook Speedlink biedt een controller aan voor pc-gebruikers, genaam de Quinox USB Gamepad, waarvan het design is vormgegeven zoals bij de controller van de Xbox One. Het heeft wat je zou mogen verwachten van een controller: een d-pad, twee analog sticks, A, B X, Y-knoppen, en een start- en homeknop. Het hele geval komt in stijlvol mat zwart met kekke rode (zie je het patroon al?) ondertonen, wat echter niet zo opdringerig is als bij de muizen.
Echter, de Quinox komt met een foefje dat zijn inspiratiebron niet heeft: naast twee bumperknoppen heeft de Quinox vier triggerknoppen in plaats van de bruikelijke twee, die onder aan de controller hangen. Waarvoor die extra knoppen, zou je denken? Nou, hetzelfde als in feite bij extra knoppen van een muis: je kunt zo volledig onafhankelijk instellen en ook kun je twee macroprofielen opslaan. Ook kun je de sensitiviteit van je analog stick naar je eigen smaak aanpassen.
De Quinox is wel tien euro duurder dan een normale Xbox One-controller voor de pc en de vertegenwoordiger van Speedlink zei dat sommige consumenten de extra knoppen kunnen zien als vals spelen, maar als je je daar overheen weet te zetten dan heb je een goede kwaliteit controller in handen waar je goed mee uit de voeten kan qua aanpassingsmogelijkheden.
De Quinox USB Gamepad komt net zoals de Omnivi in oktober op de markt en heeft een adviesprijs van 70 euro.
Als laatste liet Speedlink mij de Airrow Flightstick zien, een joystick waarvoor menig vliegsimulator-fan moet voor gaan warmlopen. De beste feature van de Airrow is het aantal knoppen dat op de joystick: maar liefst 29(!). Even ter vergelijking: de meeste joysticks komen niet verder dan zestien knoppen tenzij je echt je portemonnee wilt opentrekken, en bij deze joystick is dat niet eens nodig: voor slechts 90 euro kun je de Airrow al op je bureau hebben staan. Ook is de Airrow een stuk aantrekkelijker om te zien dan zijn voorganger, de Black Widow: dat het woord 'VIBRATION' dat in koeienletters op de Black Widow stond niet meer terug te vinden is op de Airrow is al een hele vooruitgang.
Om zijn positie te bepalen maakt de Airrow gebruik van zogenaamde Hall-sensoren, die magnetische velden meten voor een optimale precisie en wat de gouden standaard is bij gamers die joysticks gebruiken. Het voordeel van Hall-sensoren is dat er geen onderdelen zijn die tegen elkaar aandrijven, waardoor de stick veel langer meegaat. Ook heeft de Airrow een metalen onderplaat, waardoor hij niet zo makkelijk van je bureau afschuift.
Het nadeel is is dat deze joystick alleen geschikt is voor rechtshandigen, en Speedlink heeft geen informatie gegeven of er ook een linkshandige versie komt. En ondanks dat de Airrow niet zo lelijk is als zijn voorganger, doet het glanzende plastic toch wat goedkoop af als je het vergelijkt met het luxe metaal waar concurrenten Thrustmaster en Saitek mee komen aanzetten in hun modellen. Desondanks geeft de Airrow ontzettend veel waar voor zijn geld, met een toch zeer robuust uiterlijk ondanks het plastic, hall-sensoren en 29 programmeerbare knoppen.
De Airrow flightstick is nu verkrijgbaar voor een adviesprijs van 90 euro.
