FOK!toen: De slag om Roermond

"Jongens kom op! Hierheen, het zijn moffen". Met deze woorden begon voor Nederland op 10 mei 1940 om 01.30 uur 's nachts de Tweede Wereldoorlog. Roermond was voor de Duitsers van strategisch belang vanwege de Maasbrug en deze moest snel door de Duitsers overgenomen worden voordat de Nederlanders deze op konden blazen. Om de brug in te kunnen nemen werd er een undercoveractie uitgevoerd, waarbij een aantal vermomde Duitsers poogden de stad in te komen. Dat ging echter niet zonder slag of stoot.

Uit het Soerabaijasch handelsblad van 12 mei 1940
Uit het Soerabaijasch handelsblad van 12 mei 1940

De eerste aanval
In de nacht van 10 mei 1940 stond dienstplichting soldaat Koos van den Berk in zijn eentje op wacht bij de spoorwegovergang Kapellerlaan in Roermond. Vanuit het donker kwam vanuit de stad een dertigtal soldaten aanmarcheren. Het viel van den Berk meteen op dat de officier  aan de verkeerde kant van de manschappen liep en ook als enige laarzen droeg. Soldaat van den Berk vertrouwde het niet, hield de groep aan en vroeg om een wachtwoord. De groep bleef stilstaan maar niemand gaf antwoord.

Terwijl de op wacht staande soldaat nogmaals om een wachtwoord vroeg haalde de leidinggevende luitenant van de groep soldaten een stuk papier tevoorschijn. Van der Berk zag dat er geen stempel op de marsorder stond en ook de handtekening van de bataljonscommandant ontbrak. Er was geen tijd om te aarzelen. Dit moesten wel moffen zijn. De jonge soldaat sloeg alarm. Terwijl de Duitsers de Nederlandse soldaat ontwapenden en zijn geweer kapotsloegen kwam de Nederlandse sergeant Oehle al in de lucht schietend op het tumult af. De Duitse soldaten zochten dekking door links en rechts in een greppel te duiken en trokken ook de overrompelde soldaat met zich mee.

Van der Berk greep zijn helm en mepte woest om zich heen, waarbij hij een tweetal Duitse soldaten buiten westen wist te slaan. Sergeant Oehle kwam ondertussen aanrennen en werd bij het daaropvolgende vuurgevecht aan zijn hoofd geraakt. Het waren waarschijnlijk de eerste schoten die in de strijd tussen Nederland en Duitsland werden afgevuurd. Tijdens het gevecht kregen de goed getrainde Duitse soldaten al snel de overmacht en moesten Oehle en zijn manschappen zich overgeven. In een aantal bomen bij de wachtpost hadden de Nederlandse soldaten uit voorzorg al springladingen aangebracht en nadat Koos van den Berk de verbindingen tot stand had gebracht en een lont had aangestoken trok hij zich terug om een nieuw geweer op te halen.

De Duitsers schrokken zich de pleuris van de ontploffende bommen en trokken zich snel terug in de richting van een nabij gelegen kapel. Daar aangekomen ontdeden de mannen zich van de Nederlandse uniformen en bijbehorende kartonnen helmen en namen een positie in bij de spoorwegovergang.

Uit de Leeuwarder Courant van 8 mei 1965
Uit de Leeuwarder Courant van 8 mei 1965

Er is geen nieuws
De nacht van donderdag 9 op vrijdag 10 mei 1940 was een ogenschijnlijk normale nacht voor de sportredactie van de krant Limburger Koerier. De Ronde van Catalonië was gaande en die nacht zou er een verslag binnenkomen dat gepubliceerd moest worden. De gegevens zouden worden ontvangen via Het Dagblad van Noord-Brabant in Breda. De nachtredacteur van die krant liet weten dat de verslaggever in Brussel onbereikbaar was. Ook op het hoofdkantoor in Maastricht kreeg men te horen dat er geen verbinding met de zuiderburen mogelijk was. Iets voor 02.30 uur besluit de redacteur van de Limburger Koerier om naar huis te gaan om voreg op de ochtend nog eens met België te bellen. De man zou niet lang daarna alweer terugkeren, maar met een andere reden dan hij ook maar enigszins had kunnen vermoeden.

Om 02.41 uur hoorde de op de redactie achtergebleven redacteur dat er ergens in de verte werd geschoten. Het geluid kwam uit de richting van Vaals en was vermoedelijk, aan de klank te oordelen, van licht geschut. De man boog uit het raam om te zien wat er gaande was en zag een aantal mannen van de militaire politie op grote snelheid langsrijden. Een tweetal agenten van de Maastrichtse politie kwamen door de straat en vroegen aan de redacteur of deze wist wat er aan de hand was. Er zou groot alarm zijn maar geen van de mannen wist de reden daarvan. Ondertussen was er vanuit de verte ook het ronken van vliegtuigmotoren te horen dat langzaam dichterbij leek te komen.

Samen met de portier van het hoofdgebouw, die net opgestaan was om het gas van de zetmachines aan te steken, kroop de redacteur het platte dak van het gebouw op en zag hoe een achttiental vliegtuigen over Maastricht vlogen. Niemand dacht op dat moment al aan een aanval welke tegen ons land gericht was. "Die vliegtuigen zijn vast op weg naar Engeland". Terug op de redactie werd er meteen een radio aangezet waarop ononderbroken berichten te horen waren over vliegtuigen die overal boven de grensprovincies vlogen. Op straat raasden vrachtwagen vol militairen ondertussen in de richting van de bruggen over de Maas. De telex waarop de redactie van de krant normaliter 's nachts de laatste nieuwtjes ontving zweeg die nacht. Het laatste bericht, dat vanuit Amsterdam was doorgeseind, luidde: "Het is half drie en er is geen nieuws aanwezig - A.N.P."

Uit de Limburger Koerier van 16 mei 1940
Uit de Limburger Koerier van 16 mei 1940

Ze staan hier op het plein!
Terwijl de nachtredacteur zich stond af te vragen of hij een hoofdredacteur wakker moest bellen, maar twijfelde omdat hij zo goed als geen gegevens over het gebeuren had,. ging opeens de telefoon over. Een redacteur van het bijkantoor van de krant in Roermond belde om te vragen of men in Maastricht wist wat er gaande was. Men hoorde in Roermond hevig schieten en ook waren er al een aantal bommen ontploft. Deze zouden zijn gebruikt om bomen over de toegangswegen te laten vallen, maar verder wist hij ook niet waarom men dat had gedaan.

Uit De Sumatra post van 13 mei 1940
Uit De Sumatra post van 13 mei 1940

De nachtredacteur vond dat het inmiddels wel tijd was om zijn hoofdredacteur op te bellen om raport uit te brengen over de heersende situatie. Na onderling overleg werd besloten om af te wachten of er nadere berichten zouden volgen en zou men ondertussen met de normale werkzaamheden door kunnen gaan. Om 03.10 uur belde ook iemand van het bijkantoor in Heerlen. In Kerkrade zouden eenheden van het Duitse leger gesignaleerd zijn. Op de vraag of men dit zeker wist kreeg de redacteur te horen dat de mededelingen van horen zeggen waren.

Duitse parachutisten landen op 10 mei 1940 in Nederland
Duitse parachutisten landen op 10 mei 1940 in Nederland

Na 04.00 uur liep het gebouw langzaam vol met mensen die met hun dagelijkse werk zouden beginnen. Terwijl de mensen onderling bespraken wat er gaande was kwam er eindelijk een bevestigend telefoontje binnen vanuit Venlo. Een zenuwachtige stem gaf aan dat er Duitse soldaten waren gesignaleerd in de stad. Op de vraag van de redacteur of deze persoon geen nachtmerrie had sprak deze: "Ik heb net door mijn gordijnen gekeken. Ik kan ze vanuit mijn raam zien staan". Niet lang daarna kwam er nog een telefoonbericht binnen waarin werd bevestigd dat er ook Duitse soldaten in de stad Keerlen waren aangekomen.

De brug bij maastricht op de ochtend van 10 mei 1940
De brug bij Maastricht op de ochtend van 10 mei 1940

In de loop van de vroege ochtend wisten nog enkele redacteuren het gebouw in de Wolfstraat in Maastricht te bereiken. Zij kwamen uit de plaats Wijk en waren de laatsten die via de Wilhelminabrug de stad in konden komen voordat deze in de lucht vloog. Rond 06.00 uur werd het schieten steeds heviger en vlogen er minstens veertig Duitse vliegtuigen boven de stad. Vanuit de kazematten bij de bruggen bestookten de manschappen van het Nederlandse leger de vliegtuigen, maar het bleek een hopeloze strijd te zijn. Op het moment dat de bruggen werden opgeblazen trokken Duitse troepen reeds Wijk binnen. Enige uren later werd het verzet in Maastricht opgegeven om een allesvernietigend bombardement van de stad te voorkomen. Met de Duitse invasie was de Tweede Wereldoorlog begonnen voor Nederland.