[OS 2014] Winterspelen in Nederland, het kon zomaar

Op 7 februari gaan de Olympische Spelen in Sochi van start. In aanloop naar de Winterspelen brengen wij jullie een reeks van specials over de vele facetten van dit grootse evenement. Elke vrijdag kun je een special lezen die gaat over Sochi, Nederlandse sporters, olympische historie en andere mooie verhalen rond dit grote evenement.

De Winterspelen in Nederland organiseren lijkt misschien een raar idee maar in 2003 opperde bijvoorbeeld koning Willem-Alexander (destijds nog prins en IOC-lid) om de Winterspelen naar Nederland te halen. De ijsonderdelen zouden dan in ons land plaats kunnen vinden en eventueel enkele skionderdelen in skihallen. De meeste skionderdelen zouden dan in bijvoorbeeld Garmisch-Partenkirchen plaatshebben. Ook met de berg van Thijs Zonneveld werd er het idee geopperd dat de Winterspelen naar Nederland konden komen. Deze proefballonnetjes zijn echter allemaal al snel doorgeprikt.

Eén belangrijk onderdeel van de Nederlandse sportgeschiedenis blijft echter vaak onderbelicht, we mochten namelijk al eens de Olympische Winterspelen organiseren. In 1921 kreeg Nederland de Olympische Spelen van 1928 na een aantal mislukte pogingen toegewezen. Op dat moment bestonden er eigenlijk alleen nog maar Olympische Zomerspelen. Er waren altijd wel enkele wintersportonderdelen aanwezig op die Spelen. De Winterspelen ontstonden doordat de wintersportonderdelen van de Olympische Spelen in 1924 in Parijs gehouden werden in een ‘Wintersportweek’ in het daarvoor bestemde seizoen in het in de Franse Alpen gelegen Chamonix. Deze formule beviel het Internationaal Olympisch Comité (IOC) zo dat er vanaf toen aparte Olympische Winterspelen georganiseerd zouden worden.

Het IOC besloot dat het gastland van de Olympische Spelen het recht kreeg zowel de Zomer- als Winterspelen te mogen organiseren. Hiermee kreeg Nederland dus ineens het recht naast de reeds geplande Spelen in Amsterdam ook de Winterspelen te mogen organiseren. Iets waar het Nederlands Olympisch Comité (NOC) aanvankelijk geen rekening mee gehouden had. Die regel werd pas na de Tweede Wereldoorlog afgeschaft. Tot die tijd vonden Zomer- en Winterspelen in hetzelfde land plaats zoals in Los Angeles en Lake Placid in 1932 en Berlijn en Garmisch-Partenkirchen in 1936.

Het Olympisch Stadion in Amsterdam dat werd gebouwd voor de Zomerspelen in 1928. Na de komende Winterspelen in Sochi zal het stadion het decor zijn voor diverse schaatswedstrijden (WikiCommons/www.geheugenvannederland.nl)
Het Olympisch Stadion in Amsterdam dat werd gebouwd voor de Zomerspelen in 1928. Na de komende Winterspelen in Sochi zal het stadion het decor zijn voor diverse schaatswedstrijden (WikiCommons/www.geheugenvannederland.nl)

Het Nederlands Olympisch Comité overwoog serieus de winterse variant van de Spelen daadwerkelijk in Nederland te houden. Er waren diverse mogelijkheden om dit te verwerkelijken. Zo mocht het NOC volgens de regels van het IOC onderdelen die door bijvoorbeeld de bodemgesteldheid in het gastland niet gehouden konden worden schrappen. Dit was in 1920 ook gebeurd toen de Olympische Spelen in Antwerpen plaats vonden.

Een andere mogelijkheid was dat Nederland de onderdelen die in ons land niet plaats konden vinden zelf zou organiseren in een ander land. Dit zou dan wel gebeuren door de Nederlandse sportverenigingen. De diverse mogelijkheden werden in 1924 en 1925 uitgebreid onderzocht door het NOC. Pieter Scharroo, waarnemend voorzitter van het NOC in die tijd zei daarover in de krant Het Vaderland: "Het is geenszins uitgesloten dat Nederland de Winterspelen op vreemden bodem organiseren zal."

Ondertussen werd er vanuit diverse landen druk uitgeoefend op Nederland om af te zien van de organisatie van de Winterspelen. Vooraldoor Noorwegen en Zwitserland, zij waren zelf ook uit op de organisatie van het evenement. Zwitserland maakte daarbij gebruik van de uitstekende banden die het had met Nederland.

In 1924 ontving doctor Francis Messerli, secretaris-generaal van het Zwitserse Olympisch Comité, een verslaggever van het Nieuw Rotterdams Nieuwsblad. Messerli was woonachtig in Lausanne en mede daardoor goed op de hoogte van gevoelens binnen het dagelijks bestuur van het IOC. De Zwitser moest onderkennen dat de opties die Nederland onderzocht binnen de regels vielen. Echter hoopte hij toch dat Nederland afzag van het recht de Winterspelen te organiseren. "Het is te hopen, dat Nederland, de waarheid getrouw, ronduit verklaart, dat het niet in staat is de Winterspelen te organiseren", aldus de hooggeplaatste Zwitser.

Messerli hoopte dat de Winterspelen na het succes van de eerste editie in Chamonix wederom een groot sportfeest zouden worden. Daarvoor boden de alternatieve kandidaten Noorwegen en Zwitserland een grotere garantie omdat alle geplande wintersporten daar zeker gehouden konden worden. Als Zwitserse kandidaatsteden werden Davos en Sankt Moritz naar voren geschoven, waarbij die laatste stad de lichte voorkeur van Messerli had.

Terwijl het NOC al drukdoende was de Zomerspelen in Amsterdam van 1928 financieel rond te krijgen rondde het ook nog eens een half jaar durend onderzoek definitief af voor het IOC-congres in Praag in 1925. Daar werd van het NOC op beide punten duidelijkheid geëist. Tijdens het congres toonde Nederland aan een solide financiële basis gevonden te hebben voor de organisatie van de Spelen in Amsterdam.

Aanvankelijk leek het NOC het met het Franse Olympische Comité op een akkoordje gegooid te hebben waardoor de Winterspelen wederom in Chamonix gehouden zouden worden. Dit stuitte IOC-voorzitter Pierre de Coubertin tegen het zere been. Hij vond dat de Spelen door het IOC aan een stad werden toegewezen en dat niet delen zomaar verdeeld konden worden tussen landen. Deze beslissing werd De Coubertin in zijn thuisland Frankrijk niet in dank afgenomen.

De poster voor de Winterspelen in Sankt Moritz in 1928 (WikiCommons/http://www.olympic.org)
De poster voor de Winterspelen in Sankt Moritz in 1928 (WikiCommons/http://www.olympic.org)

Duidelijk was dus inmiddels wel dat Nederland tot de conclusie was gekomen dat het niet zelf de Winterspelen kon organiseren. Daarom werd er op het IOC-congres in Praag een nieuwe gastheer voor de Winterspelen van 1928 gekozen. Daar werd voor het net als Nederland neutrale Zwitserland gekozen. Zoals Messerli al graag wilde werd Sankt Moritz gekozen tot gaststad.

Uiteindelijk was het maar goed dat Nederland de organisatie niet op zich had genomen. De winter van 1928 was enorm zacht. Zelfs Sankt Moritz had te maken met dooi. Tijdens de Spelen liep de temperatuur op tot 25 graden boven nul. De Spelen van Sankt Moritz stonden onder andere in het teken van de eerste gouden medaille van Sonja Henie, waarover al eerder een uitgebreide special verscheen. Voor Nederland namen onder anderen de schaatsers Heiden en Kos deel aan de Winterpelen van 1928, ook over hun opmerkelijke levensverhaal verscheen een special in deze specialserie.