Interview: Patrick Ness

Patrick Ness, wie kent hem niet? Voor degenen die hem niet kennen, vroeg FOK! hem eerst even de essentiële Patrick Ness-feiten op te sommen. De resultaten mogen er zijn: ”Ik haat uien en ik heb een tatoeage van een neushoorn.” Gelukkig komen al snel iets relevantere zaken bovendrijven. Ness vertelt hoe hij geboren is in de VS, maar eigenlijk al op verschillende plekken heeft gewoond. Zijn favoriete woonplek was Hawaii, waar hij zijn jeugd doorbracht. Dat heeft ook zijn sporen nagelaten in Ness' boeken: ”Veel van mijn draait om alleen-zijn of het leven in een kleine gemeenschap, dat is een beetje hoe eilanden zijn. Waarschijnlijk zal ik nog wel eens een boek schrijven dat zich op een eiland afspeelt.

Maar hoe komt zo'n kosmopoliet als Ness dan bij het schrijven van boeken voor jongvolwassenen? “Per ongeluk, eigenlijk. Het was niet mijn bedoeling.” Hij had een idee voor een verhaal, en bleef daaraan werken, maar hij had moeite met het vinden van de stem van het verhaal. Totdat het hem te binnen viel: “De stem verscheen gewoon, op een dag. 'Ah, dat is hoe hij klinkt.'” Voor degenen die het raar vinden dat een literaire duizendpoot als Ness zich zo gemakkelijk aan een boek voor jongvolwassenen waagt, heeft Ness een eenvoudig antwoord: “Ik denk dat het belangrijk is om geen snob te zijn. Ik denk niet dat enig genre, voor volwassenen of voor kinderen, inherent beter is dan het andere.

De manier waarop Ness is begonnen met het schrijven van boeken voor jongvolwassenen sluit helemaal aan bij zijn schrijfstijl: “De laatste zin is erg belangrijk, daar werk ik naar toe. Ik heb verschillende scènes in mijn hoofd, waar ik niet zozeer naartoe schrijf als wel waar ik aan toekom.” Hij heeft die methode ook gebruikt bij zijn nieuwste boek, Zeven minuten na middernacht. Dat de ideeën daarbij van een ander kwamen, namelijk van de ondertussen overleden schrijfster Siobhan Dowd, was voor hem geen hindernis: “Als het te moeilijk zou zijn, zou ik het niet geschreven hebben.” Het was belangrijk voor hem dat hij een eigen draai aan het concept zou kunnen geven: “Je kunt geen eerbetoon schrijven, dan schrijf je een slecht boek. Ik accepteerde het omdat ik er een verhaal mee zou kunnen vertellen.”

Het is hem ook gelukt om er een stukje van zichzelf in te leggen. Het boek gaat niet alleen over het verliezen van mensen, iets wat hij gelukkig zelf nooit heeft meegemaakt, maar ook over de angst om mensen te verliezen. Die is volgens hem universeel: “Iedereen kent dat gevoel. Als je 's nachts wakker ligt en denkt: 'ik ga ze verliezen. Ik kan het me goed voorstellen.” En dat is belangrijk: “Ik probeer ervoor te zorgen dat wanneer ik iets schrijf, ik die dingen voel. Het is heel, heel arrogant om een lezer te vragen om iets te voelen dat je zelf niet voelt. Als ik het niet voel, doe ik het opnieuw totdat het goed is.

Die oprechtheid was voor Ness een belangrijke insteek bij het schrijven van het boek. Hij wilde geen gepolijste tranentrekker: “Ik was me er zeer van bewust dat het niet makkelijk moest zijn, of mooi, of sentimenteel. Ik noem dat mooi huilen, in tegenstelling tot lelijk huilen. Ik vond dat dat een leugen zou zijn. Ik wilde dat het iets anders zou zijn, harder en rauwer, moeilijker.” Eerlijkheid is een van de belangrijkste bij het schrijven van een boek, zegt Ness: “Ik probeer tieners serieus te nemen en ik probeer vooral de waarheid te vertellen. Ik probeer de waarheid te vertellen over wat zwaar is en wat moeilijk is en dat het niet altijd eerlijk is. Als je dat doet, is het echter wanneer je vertelt over vriendschap, mogelijkheden en dat je je erdoor kunt slaan, omdat je niet loog over de harde zaken.

Ondertussen zijn ook anderen aan de slag gegaan met Ness' werk. In Zeven minuten na middernacht staan bijvoorbeeld illustraties door Jim Kay. Het idee voor de illustraties ontstond al toen Siobhan Dowd nog met het idee bezig was, maar Ness dacht dat er meer in zat. Na het zien van enkele afbeeldingen van Kay, was Ness meteen verkocht: “Hij tekende een voorbeeld, en we hebben die afbeelding meteen gebruikt en niet meer veranderd.” Bang dat de illustraties afbreuk zouden doen aan de fantasie van zijn lezers, is Ness niet: “Ze zijn suggestief. De meeste afbeeldingen zijn kleine abstracte afbeeldingen van een gevoel of een emotie. Je ziet Conor nooit, je ziet slechts z'n silhouet. Dat was belangrijk voor me, omdat ik wil dat ieder lezertje zich in het boek kan plaatsen.

Er zit ook een film aan te komen van zijn Chaos-trilogie. Hoewel hij niet uitsluit dat zijn boeken de Hollywood-behandeling zouden kunnen krijgen, vreest hij daar niet voor: “Ze stellen me veel vragen en ze zijn oprecht geïnteresseerd. Ze hebben heel goede mensen aangenomen. Maar het belangrijkste dat je kunt doen als je een film maakt, is hopen op het beste.” Mocht de film, ondanks dat hij het tegenovergestelde hoopt, toch tegenvallen, dan is dat nog geen ramp: “Er zijn altijd de boeken nog. Ik kan nog altijd zeggen dat dat is wat ik gedaan heb, dit is hét verhaal. De film is een versie van het verhaal, maar het boek blijft voor altijd.

Tevens heeft Ness onlangs zelf het filmscript voor Zeven minuten na middernacht geschreven. Onverwachts is hem daardoor door grote filmstudio's gevraagd het script te schrijven voor andere projecten. Toch blijft het boek zijn grote liefde: “In een boek kun je alles zijn als schrijver, je bent volledig de baas. Bij andere dingen moet je samenwerken. Samenwerken is leuk, maar ik ben wel graag de baas [lacht].

Fans die vrezen dat hij niet meer toekomt aan het schrijven van boeken, hoeven echter niet bang te zijn: “Afgelopen week heb ik de eerste vijftienhonderd woorden neergepend van wat waarschijnlijk mijn volgende boek zal worden.