[F1 historie] Bijzondere Formule 1-bolides #2

Dit jaar verschijnt tijdens elk grandprixweekend een Formule 1-special op FOK!sport. Zo lees je niet alleen het laatste F1-nieuws, maar nemen we je ook mee terug in de rijke geschiedenis van de hoogste raceklasse. Dit weekend nemen we een aantal bijzondere auto’s onder de loep.

In eerdere specials keken we al terug op de zeswielers in de Formule 1 en twee revolutionaire ontwerpen. Dit weekend zetten we een aantal bijzondere ontwerpen op een rijtje. Ze waren niet per se succesvolle ontwerpen maar ze waren wel opvallend.

Arrows A2
Nadat Lotus had aangetoond dat het grondeffect de weg naar succes in de Formule 1 was, haakten veel teams in op die techniek. Die techniek zorgde ervoor dat de Lotus veel meer grip had doordat er onder de auto onderdruk werd gecreëerd, waardoor de Lotus als het ware aan de grond werd gezogen. Hierdoor kon de wagen veel sneller door de bochten.

De Arrows A2 werd ontworpen zonder voor- of achtervleugel. De wagen zelf moest door middel van het grondeffect grip verkrijgen. De vorm van de bovenkant van de Arrows moest voor downforce zorgen. In theorie klopte wat de ontwerpers van Arrows bedacht hadden precies. Alleen in praktijk werkte het voor geen meter.

The Buzz Bomb, zoals de bijnaam van de wagen luidde, was totaal onhandelbaar. Op rechte stukken schommelde de Arrows van voor naar achteren doordat de auto door het grondeffect werd vastgezogen maar weer "losschoot". Het zwaartepunt verplaatste zich continu en de vering was daar niet op berekend. Coureurs kwamen soms zeeziek uit de auto. Ook had elk hobbeltje invloed op de afstand tot de grond wat de stabiliteit van het grondeffect alleen maar verslechterde. De conclusie was dat je met alleen een enorme zuigende werking van het grondeffect er nog lang niet was. Ook het controleren van de downforce was een elementair onderdeel van een succesvolle wagen met grondeffect.

Zoals wel vaker in de Formule 1 bleek een nieuwe techniek niet zo makkelijk te kopiëren door de armere teams. De Arrows A2 reed alleen de laatste acht wedstrijden van het seizoen in 1979 en behaalde maar twee punten. Voor de start van het seizoen van 1980 haalde Arrows weer de oude A1 van stal.

De Arrows A2 (WikiCommons/MPW57)
De Arrows A2 (WikiCommons/MPW57)

Tyrrell 025 met X-wings
Zoals vaker in de Formule 1 was Tyrrell het eerste team met een nieuwe vinding. In dit geval gaat het om de X-wings waar het team in 1997 mee op de proppen kwam om extra downforce te genereren, vooral op de langzamere circuits. De X-wings waren kleine extra vleugeltjes op staanders die naast het hoofd van de coureurs gemonteerd werden.

Het team van Jos Verstappen kwam dat jaar flink tekort maar pakte in Monaco met de X-wings wel de vijfde plaats en daarmee de enige twee punten van dat seizoen. Diverse teams volgende in de periode na de introductie van de X-wings het voorbeeld van Tyrrell. De FIA verbood de extra vleugels echter in 1998. De extra obstakels zouden het zicht van de coureurs belemmeren en zo de veiligheid verminderen.

Mika Salo in de Tyrrell 025 met X-wings tijdens de Grand Prix van Monaco (Bron: YouTube)

March 711
Als jong en ambitieus team wilde het March-team zich bewijzen begin jaren ’70. Daarom had de teamleiding een aantal jonge talentvolle ontwerpers aangetrokken. Onder hen was Frank Costin. Hij was in 1971 verantwoordelijk voor het ontwerp van de aerodynamica van de March. Hij koos voor een opvallend en in sommige opzichten revolutionair ontwerp.

Formule 1-wagens hadden in die tijd een nogal grote neus vanwege de radiatoren die erin zaten. Als er al vleugels aan zaten dan waren dat kleine vleugeltjes aan de zijkant van die brede neus. Costin wilde echter de voorvleugel ten volle kunnen benutten. Daarom ontwierp hij een ranke, mooi gevormde neus zonder radiatoren. Die radiatoren werden simpelweg achteraan op de auto geplaatst vlakbij de motor. Bij sommige wedstrijden werd er een soort van doos omheen geplaatst en bij andere wedstrijden waren ze gewoon te zien aan de zijkant van de auto.

De bijzondere voorvleugel van de March 711 (WikiCommons/Lothar Spurzem)
De bijzondere voorvleugel van de March 711 (WikiCommons/Lothar Spurzem)

Om een grote vleugel te kunnen plaatsen en zo meer voordeel van die vleugel te kunnen hebben maakte Costin een constructie waardoor de vleugel boven de neus geplaatst kon worden. Dit opzienbarende design leverde de March 711 twee bijnamen op, namelijk Spitfire (door het ontwerp van de vleugel) en de Tea tray (doordat de vleugel als een dienblad boven de neus hing).

De auto bleek een schot in de roos en het twee jaar oude team eindigde op de derde plaats in het wereldkampioenschap van de constructeurs en coureur Ronnie Peterson behaalde de tweede plek in het kampioenschap.

Andrea de Adamich in de March 711 tijdens de training voor de Grand Prix van Duitsland in 1971 (WikiCommons/Lothar Spurzem)
Andrea de Adamich in de March 711 tijdens de training voor de Grand Prix van Duitsland in 1971 (WikiCommons/Lothar Spurzem)