[F1 Historie] Monaco 1996, maar drie haalden de finish

Dit jaar verschijnt tijdens elk grandprixweekend een Formule 1-special op FOK!sport. Zo lees je niet alleen het laatste F1-nieuws, maar nemen we je ook mee terug in de rijke geschiedenis van de hoogste raceklasse. Dit weekend kijken we terug op één van de meest bijzondere races ooit in de Formule 1, de grand prix van Monaco van 1996.

Dit weekend staat de wedstrijd in het Prinsdom aan de Middellandse Zee weer voor de deur. Het nauwe stratencircuit staat vaak garant voor races met een raar verloop. Maar het wordt zelden zo gek als in 1996. Olivier Panis wist zijn eerste en enige grand prix ooit te winnen en achter hem kwamen slechts twee andere wagens rijdend over de finish.

Het weekend begon met prima weersomstandigheden. Maar de verwachtingen voor de zondag repten al over regen tijdens de race. In het dan nog zonnige Monaco wist Michael Schumacher de pole te pakken in zijn Ferrari. Hij wilde op het stratencircuit graag zijn eerste overwinning pakken voor de Italiaanse renstal. Achter hem stonden Damon Hill in de Williams-Renault en teamgenoten Jean Alesi en Gerhard Berger met hun Benneton-Renault.

Olivier Panis had in de kwalificatie slechts drie vliegende rondes kunnen rijden en stond op de veertiende plaats. Dit tot zijn grote teleurstelling, want in de vrije trainingen reed de Fransman ruim binnen de top tien. "Als ik een keer geen problemen heb dan ben ik ervan overtuigd dat ik met de besten kan meestrijden. Ik hoop dat dat gauw gebeurt, heel gauw", aldus de teleurgestelde coureur.

Zondag zette de verwachte regen het circuit na de warm-up, waarin Panis de snelste was, blank. Dit deed de wedstrijdleiding ertoe besluiten een extra warm-up in te lassen om de coureurs aan de nieuwe omstandigheden te laten wennen. Tijdens die extra oefensessie kwamen Mika Häkkinen en Andrea Montermini in aanraking met de vangrail. De Fin kon voor de race nog in zijn reserve McLaren springen. Het armlastige Forti had echter geen reservewagen, waardoor Montermini niet van start kon gaan in de race.

De warm-up ronde door de natte straten van Monaco. (WikiCommons/Steve Gregory)
De warm-up ronde door de natte straten van Monaco. (WikiCommons/Steve Gregory)

Met 21 coureurs ging de race even later van start. Jos Verstappen was de enige die op slicks van start ging. De Nederlander kreeg alleen niet de tijd om aan te tonen of dat een goede zet was. Verstappen had een goede start en passeerde enkele coureurs. Na de eerste bocht kreeg hij echter een klein tikje van Häkkinen waardoor hij net naast de baan terecht kwam. En daar beginnen in Monaco de onverbiddelijke vangrails. Dit betekende het einde van de race voor Verstappen.

De Nederlander was niet het enige slachtoffer in de openingsronde. Minardi-teamgenoten Pedro Lamy en Giancarlo Fisichella ramden elkaar van de baan. Schumacher, die de koppositie meteen na de start al verloor aan Damon Hill, maakte vlak voor het ingaan van de tunnel een stuurfout en moest zijn auto aan de kant zetten. Ook Rubens Barrichello wist de eerste ronde van de Grand Prix niet te volbrengen na een spin.

In de derde ronde verloor Ukyo Katayama op de opdrogende baan de controle over zijn Tyrell, waarna hij moest opgeven. Een ronde later gebeurde Ricardo Rosset hetzelfde met zijn Arrows. Even later moest Pedro Diniz zijn Ligier aan de kant zetten met transmissieproblemen. Na vijf rondes reden er nog maar dertien wagens door de straten van Monaco.

In ronde nummer tien weigerde de versnellingsbak van Berger dienst waardoor zijn race eindigde in de pitsstraat. In ronde 18 was Heinz-Harald Frentzen de eerste die naar slicks ging. Hij moest naar de pits omdat hij zijn neus kapot had gereden op de langzamere Eddie Irvine die hem ophield. De Ier reed op dat moment op de derde plek met alleen Alesi en Hill voor zich. Panis had zich op dat moment al naar de achtste plaats gewerkt. Niet alleen door de uitvallers, maar ook door Martin Brundle in te halen. Zeven rondes later haalde hij ook Johnny Herbert in op het circuit waar het toch moeilijk in halen is.

Olivier Panis in de blauwe Ligier tijdens de grand prix van Groot Brittannië in 1995. (WikiCommons/Fox 1)
Olivier Panis in de blauwe Ligier tijdens de grand prix van Groot Brittannië in 1995. (WikiCommons/Fox 1)

Vlak daarna kwam vrijwel iedereen binnen voor slicks. Toen in ronde dertig iedereen op slicks stond was Hill nog steeds koploper voor Alesi en Irvine. Door een goede stop was Panis opgeschoven naar de vierde plaats. Een ronde later viel er weer een uitvaller op te tekenen, een spin van Brundle betekende het einde van zijn wedstrijd.

In de 36e ronde wist Panis met een geweldige inhaalmanoeuvre de derde plaats te pakken. In de krappe Loews-hairpin zet hij zijn Ligier aan de binnenkant van de Ferrari. Bij het insturen zat de Fransman al naast de Ier die eieren voor zijn geld koos. Maar omdat er geen uitloopruimte is naast de baan zag Irvine maar één oplossing. Hij ging vol in de ankers en wist zo zijn Ferrari net voor de vangrail stil te zetten. De motor sloeg wel af. Maar nadat de marshals hem een zetje gaven rolde hij langzaam de berg af waarna zijn wagen herstartte en hij de race kon vervolgen.

Vijf rondes later gaf de motor van koploper Hill de geest in de tunnel. Het oliespoor wat de uitgevallen koploper achter liet werd Panis bijna fataal. Hij spinde bij het ingaan van de chicane na de tunnel maar kon zijn race voortzetten. Koploper Alesi moest in de 61e ronde opgeven vanwege een gebroken achterwielophanging. Met nog negen coureurs op de baan nam Panis zo de leiding, voor David Coulthard.

In de 67e ronde wilde Jacques Villeneuve voorbij Luca Badoer die op vele ronde achterstand rond reed. De Italiaan gaf de Canadees echter te weinig ruimte bij het insturen van Mirabeau en beiden coureurs moesten met een kapotte auto opgeven.

In ronde nummer 71 werd het veld in één klap van zeven naar vier rijdende wagens teruggebracht. Irvine, die zevende lag, spinde vlak voor het insturen van Portier. Hij kwam daarbij tegen de rijdrichting in te staan. Om zijn weg te vervolgen gooide hij zijn Ferrari rond, maar precies op het moment dat hij weer goed stond kwamen Mika Salo (die vierde lag) en Mika Häkkinen (die vijfde lag) de bocht om. De twee Finnen konden geen kant op en knalden pardoes op de Ier, waardoor de marshals aan de slag moesten om een treintje van drie lege Formule 1-bolides op te ruimen.

Mika Salo en Mika Häkkinen stranden nadat ze acherop Eddie Irvine zijn gebotst. (Bron: YouTube)

Bij het ingaan van de laatste ronde zette Frentzen zijn auto in de pits neer. Voor de Duitser was er weinig meer te winnen, aangezien hij laatste lag en op een ronde achterstand van de nog andere rijdende coureurs rondreed. Hierdoor voltooiden alleen Panis, Coulthard en Herbert de race. Het laatste stukje van de race werd het nog wel spannend tussen Panis en Coulthard. De Fransman had van zijn team te horen gekregen dat hij zuinig moest doen met zijn brandstof. Hierdoor wist Coulthard nog wel dichterbij te komen, maar het gat werd nooit helemaal gedicht.

Zo werd er na twee uur racen, de maximale tijd die een grand prix mag duren, afgevlagd. Olivier Panis passeerde als eerste de finishlijn. De eerste overwinning voor Ligier in vijftien jaar en nog altijd de laatste Franse grandprixoverwinning. Zo kwam er een einde aan één van de meest bizarre races ooit. Nog nooit kwamen er zo weinig wagens rijdend over de finish. Voor Panis zou het bij deze ene overwinning blijven.