Verwachting van Ouya getemperd

In juni moet de Ouya uitkomen: een kleine spelcomputer die je kunt aansluiten op je televisie en draait op een eigen versie van Android. Heel het internet is enthousiast, maar ons enthousiasme is inmiddels getemperd. 

De Ouya (spreek uit: ooo-yah) was vorig jaar op wervingssite Kickstarter een enorm succes. Met de ruim acht miljoen dollar die is opgehaald, werd het project het op één na succesvolste in de geschiedenis van de website, alwaar de financiering voor het project is bewerkstelligd. Het is een kubusvormig apparaatje dat niet veel groter is dan een mineola. Op de spelcomputer kun je vier controllers aansluiten en spelletjes spelen die op de (aangepaste) Google Play Store verschijnen.

Het idee achter Ouya is ambitieus. De bedenker van de spelcomputer, gameindustrieveteraan Julie Uhrman, wil namelijk de elke modder, van hobbyist tot professional, en elke spelletjesbouwer, uit dezelfde spectra, naar hartenlust kunnen sleutelen aan en ontwikkelen voor Ouya. Alle Ouya’s zijn daarom ook development kits, wat uniek is in gamesland. Geen enkele spelcomputerboer geeft zijn platform open aan mensen die er in eerste instantie niets te zoeken hebben.

Buiten dat verloopt je garantie ook nog als je allerhande PlayStations en Xbox’en gaat openschroeven. Bij Ouya is dit niet het geval. Sterker nog: de fabrikant wil juist dat je hem openschroeft, getuige de type schroeven die gebruikt worden. Iedereen met een standaard schroevendraaier in zijn gereedschapskist kan de spelcomputer openmaken en hardware toevoegen. Maar dat hoeft natuurlijk niet: je kunt hem ook als traditionele spelcomputer gebruiken.

Gaming is het aspect dat waarschijnlijk het meeste gebruikt gaat worden en voor de gewone consument ook het meest belangrijke. Daarom moet de spelcomputer aan een aantal eisen voldoen. De controllers moet lekker in de hand liggen en de spelletjes moeten soepel over het beeld lopen. Ook moet de interface ook in orde en toegankelijk zijn en de menustructuur in de digitale Ouya-winkel overzichtelijk en geordend. Faalt het op deze aspecten, dan is de console niet interessant.

Helaas is het zo dat de controller bij een eerste aanraking vreemd in de hand ligt. Het mist het ergonomische design van de Xbox 360-controller, waarvan de meeste gamers vinden dat die het lekkerst in de hand ligt. Gelukkig heeft het wel het gewicht van een PlayStation 3-controller, die als de meest lichte controller van de huidige generatie bevonden wordt. De knoppen zijn allemaal goed bereikbaar, maar ook hier is één opmerking: er is (nog) geen startknop.

Vooral het ontbreken van een startknop is vervelend. Tussen de vier actieknoppen (O, U, Y en A) en de linker analoge knuppel zit een touchpad en een soort menuknop die je rechtstreeks naar het foeilelijke en felrode opstartscherm brengt. Een spelletje op pauze zetten lukt dus niet. Daarnaast is het even wennen om de touchpad te gebruiken. Gelukkig komt de spelcomputer pas over een maand of vier uit en werkt de fabrikant nu aan een nieuwe controller; ruimte voor verbetering is er genoeg.

Tijdens het spelen is opgevallen dat Ouya soms moeite had met de verwerking van alle processen. Zo nu en dan valt het geluid weg wanneer er teveel door de boxen heen gejast wordt en valt de framerate wanneer er simpelweg teveel op het scherm gebeurt. Het gespeelde spel in kwestie is Gunslugs van het Nederlandse Orange Pixel. Een spel voor twee spelers, waar er hordes mannetjes op je afgevuurd worden en die je neer moet knallen. Ouya worstelt er aanzienlijk mee.

De interface is nu al ontzettend overzichtelijk en toegankelijk. Je hoeft geen expert op gebied van computers te zijn om je door de menu’s heen te wringen. Het is meer een soort wandeling in het park. Hiermee laat de fabrikant zien te weten waar het mee bezig is. Desondanks zijn door de technische worstelingen en het design van de controller de verwachtingen getemperd. Op dit moment werkt de fabrikant hard om de puntjes op de i te zetten. Het is dus afwachten.