De Elfstedentocht van 1947, een zwarte bladzijde

Deze maand staat FOK!sport in het teken van de Tocht der Tochten, de Elfstedentocht. Vandaag wordt de tocht van 1947 nader bekeken. De tocht is een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de Vereniging Friesche Elfsteden.

De voorbereiding

De organisatie van de tocht van 1947 kan als een rommelige worden omschreven. In de winter van 1946/1947 vroor het hard, maar telkens als de tocht werd uitgeschreven zette de dooi in. Hierdoor konden de rijders niet op de geplande 23 december, maar pas op 8 februari van start. Het was de vijfde poging om een datum voor de Tocht der Tochten vast te stellen, eindelijk was deze poging succesvol.

De wedstrijd

De omstandigheden waren zwaar, maar desondanks duurde het lang voordat de echte grote verschillen ontstonden. Bij Sloten bestond de kopgroep uit Wierd Wynia, diens broer Jacob Wynia, Lo Geveke, Joop Bosman, Jan van der Bij, Klaas Schipper, Anton Verhoeven en Jan Charisius. Durk van der Duim en Henk Schueler kwamen bij Stavoren bij de kopgroep, waaruit Geveke, Van der Bij en Jan Charisius waren gelost. Laatstgenoemde zou zelfs even later bewusteloos op het ijs zijn gevonden.

Bij Parrega kwamen de rijders slecht ijs tegen, waarna sommige door de bevolking op platte karren en fietsen door het dorp werden vervoerd. Bosman en Schipper hadden zich toen net losgemaakt uit de kopgroep en samen wisten ze langzaam maar zeker op de rest uit te lopen.

In Harlingen lag het duo zes minuten voor op Jeen Nauta en Abe de Vries. Jan van der Hoorn en Hein Vermeulen lagen hier kort achter. De voorsprong van Bosman en Schipper groeide gestaag, ondanks dat ze last kregen van het slechter wordende ijs. In Dokkum hadden ze twaalf minuten voorsprong op Nauta, die De Vries achter zich had gelaten.

Schipper kwam vlak voor de finish ten val, waardoor Bosman als eerste over de streep kwam. Schipper werd nog wel tweede, voor Nauta. Jacob Wynia won uiteindelijk de sprint van Van der Hoorn voor plaats vier.

Een filmpje van de wedstrijd kan hier bekeken worden.

De cijfers

Er waren veel minder deelnemers dan in 1942. Door de regel dat wedstrijdrijders twee uur na de winnaar over de lijn moesten zijn schreven zich minder wedstrijdrijders in, namelijk maar 277 tegen 970 vijf jaar eerder. Van hen waren er 39 die op tijd de finish bereikten. Bij de toerrijders kwamen er 270 van de 1.791 over de finishlijn.

Het weer

De omstandigheden voor de schaatsers waren slecht. Het vroor twaalf graden Celsius en er woei een snijdende wind. Ook was er stuifsneeuw. Het ijs lag er ondanks het vele werk van de vrijwilligers slecht bij. Er waren veel schotsen, ondanks dat vele ervan al bijgeschaafd waren.

De controverse

De uitslag van de negende Elfstedentocht bleef niet de uitslag zoals deze bij de finishlijn leek te zijn. Direct na het passeren van de streep ontstond er grote controverse omdat verschillende rijders geholpen zouden zijn.

Enkele schaatsers zouden voortgetrokken zijn door anderen of zelfs per auto of brommer verplaatst zijn. Hierdoor kwam er niet dezelfde avond nog een huldiging, maar duurde het drie maanden voordat er een winnaar aangewezen kon worden.

De organisatie moest elke beschuldiging onderzoeken en schrapte op basis van verklaringen vele rijders uit de uitslag. Hierdoor werd Jan van der Hoorn uiteindelijk tot winnaar uitgeroepen, voor Anton Verhoeven, Abe de Vries en Durk van der Duim.

Het bestuur ging ver in haar beschuldigingen en stuurde iedere gediskwalificeerde een brief waarin gewaarschuwd werd om het bedrog niet nogmaals uit te halen. Enkelen van hen, waaronder Bosman en Schipper, kregen een jaar na dato alsnog een kruisje, maar blij zullen ze er niet mee geworden zijn.

De controverse is voor de Elfstedenvereniging een zwarte bladzijde uit de geschiedenis. Zelfs zestig jaar na de tocht is bij de nog levende rijders het zeer nog niet verwerkt. "Was men er maar nooit aan begonnen," zei voormalig Elfsteden-voorzitter Henk Kroes dan ook in 2007 toen hij de archieven heel even geopend had. Nu zijn ze die weer gesloten en ze blijven dat waarschijnlijk nog een lange tijd.