De Elfstedentocht van 1912

Deze maand staat FOK!sport in het teken van de Tocht der Tochten, de Elfstedentocht. Vandaag wordt de tocht van 1912 onder de loep genomen.

De voorbereiding

Na de eerste Elfstedentocht in het voorjaar van 1909 werd in datzelfde jaar de Vereniging Friesche Elf Steden opgericht om voortaan de tocht te gaan organiseren. De Friesche IJsbond en de Bond voor Lichamelijke Opvoeding in Den Haag besloten hierop af te zien van het organiseren van een eigen tocht.

De Elfstedenvereniging besloot al in de zomer van 1909 voor de komende winter een inschrijflijst van deelnemers te maken, maar omdat de echte winter uitbleef werd de lijst vervangen door een lijst voor de winter er op. Ook toen lag er niet genoeg ijs, waarop besloten werd om de inschrijving pas te starten als de tocht ook daadwerkelijk aangekondigd werd.

In 1912 was het eindelijk zo ver. Toen er geschaatst kon worden werd de tocht uitgeschreven voor 20 januari en de inschrijvingen volgden snel, maar de organisatie was te snel en het ijs was er die dag nog niet klaar voor. Daarop werd besloten het evenement drie dagen uit te stellen, maar de invallende dooi zorgde er voor dat er pas op 7 februari de ijzers onder gebonden konden worden.

De wedstrijd

In de wedstrijd ontstond al snel een kopgroep met Coen de Koning, Jetze Keizer, Jan Ysbrandi en Haye Ypma, maar de laatste twee haakten op de terugweg vanaf Dokkum naar Leeuwarden af. Bij Franeker zetten Jan Ferwerda en Sjoerd Swierstra de achtervolging in op het leidende duo, maar groot was hun verbazing dat ze bijgehaald werden door De Koning op wie ze juist jacht maakten. Ze lieten hem vanwege het snelheidsverschil gaan.

Enkele uren later kwamen Ferwerda en Swierstra De Koning en Keizer tegen in een café in Workum, waarna ze besloten samen verder te rijden. Swierstra haakte door materiaalpech af. De Koning maakte in het tweede deel van de tocht gebruik van een gids, schipper Klinkhamer. Samen met hem reed hij na Sneek definitief weg bij zijn enig overgebleven concurrent Ferwerda en eiste na 11 uur en 40 minuten de zege uiteindelijk eenvoudig voor zich op, omdat Ferwerda tussen Sneek en Leeuwarden nog ten val kwam.

Ferwerda beschuldigde De Koning na de finish van vals spel, maar volgens de regels was het begeleiden door een gids toegestaan, iets wat ook uit onderzoek bleek. Pas nadat duidelijk werd dat er geen onsportiviteit in het spel was, accepteerde De Koning de winnaarsmedaille.

Cijfers

Van de 165 ingeschreven wedstrijdrijders kwamen er slechts 65 opdagen. Van hen zouden twintig de Tocht der Tochten uitrijden. Bij de toerrijders waren 22 starters en slechts 4 finishers. Achttien schaatsers, waaronder Pim Mulier en de eerste vrouw, Jikke Gaastra mochten na Sneek vanwege de gevaarlijke omstandigheden niet verder rijden en legden de laatste kilometers per trein af. Zij kregen wel het kruisje en Gaastra kreeg een gouden broche.

Weer

De tocht werd verreden in regenachtige omstandigheden en het was onderweg ongeveer 4 graden Celsius. Hierdoor stond er veel water op het ijs wat het rijden lastig maakte.