Het presteren van Nederland in Vancouver
De Spelen in Vancouver zijn weer voorbij. Waar vier jaar lang naar toe is geleefd door talloze sporters, coaches, televisie- en radiozenders en natuurlijk miljoenen supporters. Vooraf waren de verwachtingen hooggespannen bij de Nederlanders. Hoogste tijd voor een analyse van Nederlands presteren in Vancouver.
Wat vooraf ging
Niet eerder namen zoveel Nederlandse sporters deel aan de Olympische Winterspelen als in Vancouver. In totaal kwalificeerden 36 atleten (waarvan twee reserves) zich om voor Oranje uit te komen. Uiteraard is de belangrijkste tak van sport het schaatsen. Tien mannen en negen vrouwen bonden de ijzers onder. Daarna volgde het shorttrack, de mannenviermansbob en de vrouwentweemansbob. Tot slot het snowboarden waar twee sporters hun opwachting maakten. Welke kansen werden deze sporters toegediend? Uiteraard waren de meeste ogen gericht op de schaatselite waar medailles een zekerheid moesten zijn. Nicolien Sauerbreij kon bij de parallelle reuzenslalom snowboarden genoemd worden als een favoriet. Tot slot de bobbers waar met name de mannen konden verrassen. Bij de wereldbekerwedstrijden haalden Edwin van Calker en Sybren Jansma voor het eerst in de Nederlandse historie een bronzen medaille met de tweemansbob. Van de shorttrackers hoefde weinig te worden verwacht.
De uitschieters
De meest memorabele medaille bij het schaatsen werd gewonnen door Mark Tuitert. Tuitert deed iedereen in Nederland juichen toen hij op imponerende wijze het koningsnummer won op de 1.500 meter. Opvolger van Ard Schenk, en de bezorger van het tweede goud voor Nederland. Eerder had Sven Kramer goud gewonnen op de 5.000 meter, al was dit wel min of meer verwacht. Het zilver op de 1.000 meter van Annette Gerritsen mag ook als een uitstekende prestatie worden gezien, zeker nadat de schaatsster eerder op de 500 meter ten val was gekomen. Maar het allermooiste goud werd misschien wel door Nicolien Sauerbreij gewonnen op de parallelle reuzenslalom. De honderdste gouden medaille voor Nederland op de Olympische Spelen en de eerste medaille ooit op een niet-schaatsonderdeel.
Boven gemiddeld
Shorttrack is niet iets waar Nederlanders warm voor lopen. Weinig mensen zullen de vijf dames kunnen opnoemen die de beste prestatie ooit leverden voor Nederland bij de aflossingskoers. Na diskwalificatie van Zuid-Korea werden ze vierde. Ook Laurine van Riessen deed het prima met een bronzen plak op de 1.000 meter. Ireen Wüst won goud op de 1.500 meter maar kon verder weinig potten breken. Van de bobdames Esmé Kamphuis en Tine Veenstra werd geen medaille verwacht maar ze deden het boven verwachting goed door achtste te worden.
De middenmoot
Veel sporters komen we tegen in de middenmoot. Geen opmerkelijke uitslagen maar ook niet echt teleurstellend. Op de vijf kilometer werd hij vijfde, op de tien kilometer derde maar had daar wel enige hulp van Kemkers bij nodig: voor Bob de Jong werden het geen super-Spelen. Met name de derde plaats op de langste afstand viel tegen. Hij bleek geen serieuze concurrentie te zijn voor het podium maar kon toch zijn bronzen medaille ophalen door een foute wissel van Kramer, waardoor die met een olympisch record toch gediskwalificeerd werd. Stefan Groothuis (vierde 1.000 meter) , Simon Kuipers (zevende), en Margot Boer (twee keer een vierde plaats en één maal zesde) konden ook niet overtuigen. Verder de shorttrackers die, afgezien van de aflossingsploeg, ook geen enkele rol van betekenis speelden.
De tegenvallers
Bij het schaatsen is de combinatie Gerard Kemkers/Sven Kramer op de 10.000 meter een enorme tegenvaller gebleken. Kramer was op weg naar een zekere gouden plak maar door falen van zijn coach Kemkers volgde diskwalificatie. Een andere grote teleurstelling zijn de mannen bobsleeërs. Vooraf werd veel verwacht maar toen het moment daar was, gooide stuurman Van Calker de handdoek in de ring. Hij vond de baan te gevaarlijk en durfde niet naar beneden sleeën. Een absolute deceptie die mogelijk nog veel gevolgen gaat krijgen voor de bobsleesport in Nederland.
Ook tegenvallend waren de prestaties van ‘onze’ vijf kilometer schaatssters. Zowel Elma de Vries als Jorien Voorhuis eindigden achteraan in het veld op respectievelijk de elfde en tiende plaats. Dat is een schaatsland als Nederland onwaardig. Op de drie kilometer presteerde Nederland al niet veel beter. Ireen Wüst kwam niet verder dan een zevende tijd en Renate Groenewold eindigde zelfs als tiende en dus laatste.
Ook de achtervolgingsploegen bij het schaatsen vielen tegen. Niet zozeer bij de vrouwen omdat daar sowieso niet op eremetaal werd gerekend maar wel bij de mannen. Slecht selectiebeleid, onvoldoende trainen en wellicht onderschatting brachten de mannen niet in de finale. Het werd een teleurstellende derde plek, maar wel in een olympische recordtijd.
De eindbeoordeling
++ Uitstekend | + Goed | 0 voldoende | - Matig | -- Slecht
# | Sporter | Disipline | Beoordeling | Motivatie |
1 | Nicolien Sauerbreij | Snowboard | ++ | 100ste goud en eerste goud ooit in de sneeuw voor Nederland |
2 | Mark Tuitert | Schaatsen | ++ | Prachtige gouden medaille op koningsnummer |
3 | Ireen Wüst | Schaatsen | ++ | Goud op 1.500 meter, 8ste bij de 1.000 |
4 | Annette Gerritsen | Schaatsen | ++ | Viel op 500 meter, zilver op 1.000 meter maakte heel veel goed |
5 | Laurine van Riessen | Schaatsen | ++ | Keurige bronzen plak op 1.000 meter |
6 | Aflossingsploeg (V) | Shorttrack | + | Beste prestatie ooit voor Nederland op OS |
7 | Sven Kramer | Schaatsen | + | Ging voor 4x goud, het werd maar 1 keer |
8 | Jan Smeekens | Schaatsen | + | Zesde plek op 500 meter is netjes |
9 | Esmé Kamphuis | Tweemansbob (V) | + | Keurige achtste plaats bij debuut op OS |
10 | Tine Veenstra | Tweemansbob (V) | + | Keurige achtste plaats bij debuut op OS |
11 | Annita van Doorn | Shorttrack | + | Individuele 1/4 finale hoogst haalbare. Beste prestatie ooit voor NL bij relay |
12 | Jorien ter Mors | Shorttrack | 0 | Individueel kansloos |
13 | Liesbeth Mau-Asam | Shorttrack | 0 | Individueel kansloos |
14 | Margot Boer | Schaatsen | 0 | Het waren niet haar Spelen. Geen podium gehaald. 2x vierde, éénmaal 6e |
15 | Stefan Groothuis | Schaatsen | 0 | Knappe 4e plaats op 1.000 meter |
16 | Jan Bos | Schaatsen | 0 | Op zowel de 500 als 1.000 meter teleurstellend. Ziekte van Pfeiffer |
17 | Simon Kuijpers | Schaatsen | 0 | Zevende plek 1.000 meter maakte weinig indruk |
18 | Ronald Mulder | Schaatsen | 0 | Tiende plaats op 500 meter, zou eigenlijk niet meegaan naar de OS |
19 | Bob de Jong | Schaatsen | - | Werd derde door diskwalificatie Kramer. Kon geen potten breken |
20 | Niels Kertholt | Shorttrack | - | Teleurstellend op 500 meter |
21 | Sjinkie Knegt | Shorttrack | - | Kwam niet in het spel voor |
22 | Diane Valkenburg | Schaatsen | - | Achtervolging was het niet. 11e op 3.000 meter was teleurstellend |
23 | Thijsje Oenema | Schaatsen | - | Vijftiende plaats op 500 meter zegt genoeg |
24 | Dolf van der Wal | Snowboard | - | Kwam er duidelijk niet aan te pas op de halfpipe |
25 | Arjen van der Kieft | Schaatsen | -- | Kwam duidelijk te kort op 10 kilometer |
26 | Elma de Vries | Schaatsen | -- | Elfde op de 5 kilometer is te weinig |
27 | Jorien Voorhuis | Schaatsen | -- | Tiende plek hoogst haalbare op 5 kilometer |
28 | Renate Groenewold | Schaatsen | -- | Over het geheel genomen teleurstellend |
29 | Jan Blokhuijsen | Schaatsen | -- | Ploegenachtervolging en 10 kilometer (9e) vielen tegen |
30 | Sybren Jansma | Vier/ Tweemansbob | -- | Ging voor een podiumplaats (tweemans) maar kwam niet eens in de buurt |
31 | Edwin van Calker | Vier/ Tweemansbob | -- | Besloot zich terug te trekken wegens angst voor bobsleebaan (viermans) |
32 | Timothy Beck | Viermansbob (M) | -- | Slachtoffer van besluit E. van Calker |
33 | Arnold van Calker | Viermansbob (M) | -- | Slachtoffer van besluit E. van Calker |
34 | Teamachtervolging (M) | Schaatsen | -- | Slechts de derde plaats, waar op goud werd gerekend |
35 | Teamachtervolging (V) | Schaatsen | -- | Geen enkele rol van betekenis |
* Aflossingsploeg bestaande uit: Annita van Doorn, Sanne
van Kerkhof, Liesbeth Mau Asam, Jorien ter Mors en Maaike Vos.
** Ploeg bestaande uit Mark Tuitert, Sven Kramer, Simon Kuijpers &
Jan Blokhuijsen.
*** Ploeg bestaande uit Renate Groenewold, Diane Valkenburg & Ireen
Wüst.
Epiloog
Chef de Mission Henk Gemser speculeerde in de media voorafgaande aan de
Spelen op elf medailles. Dit streven is niet gehaald, Nederland kwam
niet verder dan acht plakken, in Turijn waren dit er negen. Vier keer
was het goud, één keer zilver en drie maal brons. Daarmee behaalde
Nederland een tiende plaats in het medailleklassement. Het is duidelijk
dat met name de schaatsers het hebben laten afweten. Foute wissel,
ongetrainde ploeg bij de achtervolging en vreemde selectieprocedures
zijn hier debet aan. De bobsleemannen waren een karikatuur van zichzelf.
De mannentweemansbob presteerde niets en de viermans ging niet eens van
start. De vrouwen daarentegen deden het prima. De tijd zal leren wat
Sochi 2014 ons gaat brengen. Maar wil Nederland bij het schaatsen mee
blijven doen zal er intern wel het één en ander moeten worden verbeterd.