[WO2] Een doedelzak, twee graven en een veteraan

'Een doedelzak, twee graven en een veteraan'

Een speciaal verslag door Sebastiaan Vonk van STIWOT

De Gemenebest begraafplaats in Oosterbeek is in nevel gehuld op de ochtend van 20 september 2009. Meer dan 1.700 soldaten die omkwamen bij operatie Market Garden vonden hier hun laatste rustplaats. De veelal jonge mannen die hier liggen begraven vochten ver van huis vandaan voor vrijheid in Europa. Ze vochten op plekken waar ze nog nooit van gehoord hadden. Maar zij deden hun plicht. Sommigen moesten de vrijheid van andere bekopen met hun eigen leven: “the ultimate sacrifice”.


De herinnering aan de jongens die niet meer thuiskwamen leeft voort in de harten van familieleden, maar ook in die van de veteranen. Massaal zijn ze aanwezig bij de herdenkingsceremonie op de begraafplaats om een eer te bewijzen aan hun medesoldaten en kameraden van toen. Voor sommige veteranen zal het vanwege hun hoge leeftijd de laatste keer zijn dat ze in staat zijn dit te doen. Onder de aanwezige hoogwaardigheidsbekleders bevindt zich onder meer de Nederlandse minister van Defensie Van Middelkoop samen met zijn Britse collega. Naast vele Nederlandse belangstellingen zijn ook opvallend veel Britten op de begraafplaats te vinden.

De Airborne Memorial Service wordt aangevangen met een kerkdienst. Gezamenlijk wordt er gebeden voor de soldaten die hier begraven zijn en worden er verscheidene psalmen gezongen. Tijdens preken worden de heldendaden van de soldaten door pastoren uit Engeland, Nederland en Polen vergeleken met teksten over heldendaden en opofferingen uit de Bijbel.

Na het slotgebed wordt er overgegaan tot de kranslegging. Kransen worden er gelegd door verschillende veteranenorganisaties, instanties en landen. Minister Van Middelkoop legt een krans namens de Nederlandse regering. Ook vele veteranen tonen individueel hun respect voor hun gevallen kameraden. Als ze salueren bij The Cross of Sacrifice krijgen ze een luid applaus. Ondertussen lopen Britse en Nederlandse schoolkinderen de begraafplaats op. Allen hebben ze een bos bloemen in hun handen.



Als de laatste krans is gelegd zijn er al meer dan 1.700 kinderen de begraafplaats opgelopen. Bij elk graf staat een kind met een boeket in de hand. Uit respect voor de veteranen die vandaag op de begraafplaats aanwezig zijn, wordt er aan de kinderen gevraagd of ze hun bloemen in de lucht willen houden. Als het teken gegeven wordt gaan de kinderarmpjes de lucht in. De kinderen doen hun best om de bloemen zo hoog als ze kunnen te houden. Een massaal applaus ondersteunt het eerbetoon en getuigt van het grote respect voor de bevrijders.


Dan wordt in zo simpel mogelijke taal de kinderen verteld wat er van ze verwacht wordt bij de nu volgende massale bloemenlegging. “Fluister nu de naam die op het graf staat”, is één van de ‘opdrachten’ die de kinderen krijgen. Een Engelse scholier lijkt onder de indruk te zijn als ze de naam opleest. “Oké kinderen, leg dan nu de bloemen bij het graf neer.” De kinderen knielen en leggen de bloemen neer. Sommigen doen hun uiterste best om ervoor te zorgen dat de bloemen er piekfijn bij liggen. Als de meeste kinderen weer opstaan klinkt er applaus. Als ze weglopen blijft er een kleurrijke bloemenzee achter bij de graven. Met deze bloemenlegging is er tevens een eind gekomen aan de ceremonie.

Wanneer de aanwezigen na afloop van de ceremonie vanachter de omheiningen komen, stroomt de begraafplaats vol... Velen knopen een praatje aan met veteranen. Met veel passie vertellen zij hun verhaal. “It’s the day I should have died”, is wat één van hen zegt. Een ander illustreert zijn verhaal aan de hand van een schilderij dat hij bij zich heeft. Kinderen lopen rond op de begraafplaats en vragen aan veteranen om een handtekening, die de veteranen ook graag geven. Enkele volwassen hebben boeken over Market Garden bij zich die ze laten signeren. Zelf twijfel ik een tijd of ik ook enkele veteranen zou vragen of ze een kleine notitie in mijn kladblok willen zetten. Ik wil ze immers niet lastig vallen. Als ik mij realiseer dat het volgend jaar misschien niet meer mogelijk is, besluit ik om het toch aan twee veteranen te vragen. Blij als een klein kind koester ik de twee krabbels van deze in mijn ogen helden.



Als ik rondloop op de begraafplaats zie ik een veteraan samen met twee Britse ‘Bobbies’ op de foto gaan voor een legertje camera’s. Ergens anders poseert een groep Britse soldaten met het schild van hun eenheid in de hand bij een graf. Veel mensen nemen een kijkje bij de kransen die bij The Cross of Sacrifice zijn gelegd. Her en der worden veteranen geïnterviewd door de aanwezige pers, maar ook door belangstellenden die de verhalen vastleggen, om ze zo voorgoed te bewaren.

Herdacht wordt er ook nog na de ceremonie op kleine schaal. Iedereen op zijn eigen manier. De één legt bloemen bij een graf, een ander plaatst een klein, houten kruisje bij een graf met daarop een Poppy, het Britse herdenkingssymbool, met daaronder de tekst “In Proud Remembrance”. Bij Poolse graven worden er vanuit katholieke traditie rode kandelaars met kaarsjes neergezet. Bovenop Joodse graven liggen er enkele steentjes. Bij sommigen graven is er een fotootje te vinden van de soldaat die daar ligt. Het zijn de kleine details, zoals deze, die de witte grafstenen iets menselijks geven en doen realiseren dat hier mensen liggen zoals jij en ik.


Mijn aandacht wordt dan getrokken door het geluid van een eenzame doedelzakspeler. Een veteraan is met veel moeite uit zijn rolstoel gekomen. Hij is uit zijn rolstoel gekomen voor een misschien wel laatste eerbetoon aan de Gronert tweeling die daar naast elkaar begraven ligt. Dat het een tweeling is word ik op gewezen door een andere veteraan die naast mij staat en mij vertelt hoe ik aan de gegevens op de steen kan zien dat het een tweeling is. Bij de graven staat van beide soldaten een foto. De foto’s zijn omringd door houten kruisjes met daarop een Poppy. De grafstenen zijn bijna identiek aan elkaar. Alleen de voorletter en het laatste cijfer in het servicenummer verschillen van elkaar. Als de doedelzakspeler de laatste noten heeft gespeeld, gaat de zichtbaar geëmotioneerde veteraan weer zitten, maar hij lijkt voldaan te zijn met dit waardig eerbetoon.

Ik besluit daarna om nog naar het Airbornemuseum Hartenstein te lopen, dat vandaag na een intensieve verbouwing heropend wordt. Voor de opening blijk ik te laat te zijn. Inmiddels wordt er voor het museum al druk geborreld door diverse hoogwaardigheidsbekleders. De nieuwe Britse ambassadeur probeert in zijn beste Nederlands de mensen toe te spreken. Achter het museum speelt een politiekorps. Bij het monument aan de Utrechtseweg worden opnamen gemaakt voor een tv-programma. Langs de weg voor het museum verzamelen vele mensen zich om de marsband Pipes and Drums te horen spelen. “Kippenvel” is wat mensen fluisteren als de marsband voorbij marcheert.



Veel veteranen hebben zich verzameld bij het café-restaurant Schoonoord. Tijdens operatie Market Garden diende Schoonoord als een verbandplaats voor zowel Britse als Duitse gewonden. Afwisselend was de plek in Britse en Duitse handen. Al jaren is dit café een ontmoetingsplaats voor de veteranen. Ook nu vloeit het bier er rijkelijk en halen de mannen gezellig met elkaar herinneringen op. Anderen maken van de gelegenheid gebruik om een praatje te maken met de veteranen. Het is er zo druk dat ik maar met moeite door de massa heen kom als ik terug wil gaan naar het station.

De ceremonie op de begraafplaats was niet wat de dag iets indrukwekkends gaf. Het waren de kleine vormen van eerbetoon die dat deden. Het eerbetoon van een veteraan, een foto bij het graf of een simpel bosje bloemen. Het zijn de kleine dingen die het hem doen.