FOK!games test bordspellen: WarCraft

Games zijn een inspiratie voor vele vormen van publiek vermaak. Boeken, films, trading card games en natuurlijk bordspellen. De vraag is, waarom zou iemand een bordspel willen spelen van een game. Is een game dan niet de evolutie van een bordspel? Natuurlijk niet. Geen spel kan zich meten met een gezellig avondje Mens Erger Je Nieten of ouderwets Ganzeborden (Monopoly of Triviant mag ook natuurlijk). Maar wat krijg je dan als je beide concepten gaan combineren? We waren hier eigenlijk best benieuwd naar en dus besloten we een aantal van deze bordspellen aan een test te onderwerpen. Warcraft, gebaseerd op de strategygame Warcraft III, was als eerste aan de beurt. Dus op een donkere zaterdagavond verzamelden we ons met wat bier, chips en een flinke berg geduld. En dat was maar goed ook, want bordspellen zijn nog knap lastig.

Warcraft is zoals gezegd gebaseerd op de derde editie van de strategie-serie. Het spel kent vier rassen waar je mee kunt spelen. Zo kun je dus met twee tot vier spelers het tegen elkaar opnemen. Als je met zijn vieren speelt zul je vaak twee tegen twee spelen, al is drie tegen een ook mogelijk. Omdat wij een stelletje newbs waren besloten we de spelregels woord-voor-woord op te volgen, en dus namen de Humans en de Night Elves het op tegen de Undead en de Orcs (het spel zelf is volledig in het Nederlands verkrijgbaar. Omdat dit vrij knudde vertaalde termen zijn, gebruik ik de Engelse in deze special). Na dik een half uur lezen durfden we het aan om de eerste dobbelstenen te gooien om te zien wie er mocht beginnen.

Het eerste dat we merkten aan het spel was de manier van spelen. Waar je in vrijwel elk ander spel om de beurt hetzelfde doet, wissel je in WarCraft continu van fase binnen je beurt. Een beurt is namelijk opgedeeld in vier fasen en elke keer als je als speler een fase afrondt mag de volgende speler dezelfde fase afwerken. Nadat alle spelers alle fases hebben afgerond gaat de beurt door naar de volgende en die begint dan weer met de eerste fase. Klinkt verwarrend? Dat is het ook. Zelfs na uren spelen hadden we niet altijd door wie nu eigenlijk waar mee bezig was en waarom. Gelukkig hadden was alles redelijk terug te vinden in het boekje, want anders hadden we er waarschijnlijk na een tijdje wel de brui aan gegeven.

De game bestaat dus uit vier fasen. In de ene ga je je pionnen over het speelveld verplaatsen, waarbij ook gevochten kan worden. In de volgende ga je dobbelstenen gooien om te kijken hoeveel resources je krijgt. In de derde fase mag je troepen en gebouwen die je de vorige beurt gekocht hebt in het spel brengen en in de laatste fase mag je troepen en gebouwen gaan produceren. Het doel van het spel is aan het eind van de beurt een bepaalde hoeveelheid punten behaald te hebben of om je tegenstanders van de kaart te vegen. Dit kan dus door in fase één jouw troepen op die van een vijand af te sturen, waarna de dobbelstenen bepalen wie er wint of je bezet tactisch een aantal gebieden en scoort daarmee de benodigde punten voor de overwinning. Om dit alles wat spannender te maken krijg je in elk gevecht ook kaarten met speciale krachten, waardoor je het tegenstanders extra lastig kunt maken. Dit zijn dan vaak spells die we al kennen uit de game zelf.

Een belangrijk facet uit de game, het upgraden van je troepen, komt ook terug in het bordspel. Je hebt drie verschillende type units, infantry, flying en artillery en deze kun je sterker maken. Als je genoeg gebouwen hebt die deze units produceren mag je wat wood en gold inleggen en vervolgens zijn ze sterker in combat. Afhankelijk van je ras kun je ze minimaal één en maximaal drie keer upgraden. Zo kan het ene ras een level 4 infantry hebben, terwijl een ander weer een level 4 flying kan hebben. Is een type unit eenmaal op zijn hoogste level dan geeft dit ook weer een victory point. Die victory points heb je er alleen zoveel van nodig dat je waarschijnlijk vooral zal upgraden om je vijanden makkelijker te gronde te kunnen richten.

Na wat uurtjes spelen konden we concluderen dat onze thesis die we op voorhand hadden opgesteld klopte. WarCraft: The Board Game is een spel dat vooral gemaakt is voor de fans van de game. Hoewel we ons zeker vermaakten, met name doordat Koei continu dacht slimme opmerkingen te maken, maar daarin stevig faalde, was het namelijk vooral de herkenning die het spel leuk maakte. Als die herkenning er niet is, zal je minder snel geneigd zijn je te verdiepen in de regels en dat is absoluut nodig om het spel te spelen. Het regelboekje is erg dik voor een bordspel en zeker niet eenvoudig te begrijpen. Er is veel moeite gestoken in het overnemen van zo veel mogelijk elementen uit WarCraft III, waardoor het soms wat chaotisch en onoverzichtelijk wordt. Desalniettemin is het absoluut een leuk spel voor de fans die ook eens wat sociaal contact zoeken met hun medegamers. Zorg wel dat de eerste keer iedereen van te voren de regels doorleest, dat kost je al snel een uur aan nadenken en domme vragen.