Fantastic Four: First Steps - fantastisch of teleurstellend?

Robbert Willegers

Een nieuwe start die eindelijk werkt – bijna dan.

De nieuwe Fantastic Four opent met bravoure, zelfvertrouwen en vooral: urgentie. Al in de eerste minuten voel je dat Marvel iets goed te maken heeft – een soort schuldbekentenis in blockbuster-vorm. De film ademt niet alleen ambitie, maar ook het besef dat dit het moment is: geen ruimte meer voor fouten, geen tijd meer voor half werk. En gelukkig: deze keer zijn de resultaten grotendeels positief.

De Fantastic Four hebben in het verleden niet bepaald een vlekkeloos filmverleden opgebouwd. De eerste versie van Roger Corman heeft in de jaren '90 niet eens de bioscoop gehaald. De versie uit 2005 met Ioan Gruffudd en Jessica Alba had zeker charme en wist destijds jong publiek te bekoren met een luchtige toon en redelijke effecten. Niet briljant, maar het werkte. De reboot uit 2015 (Fant4stic), daarentegen, was een regelrechte ramp: visieloos, onsamenhangend en totaal gespeend van plezier of chemie. Een film die de reputatie van Marvel’s oudste superheldenteam bijna permanent begraven had. Bijna.

Fantastic Four team

Want nu Marvel de volledige creatieve controle over deze personages terug in eigen handen heeft, voelt deze vierde poging als de ultieme – en laatste – kans om het goed te doen. En eerlijk is eerlijk: dat lukt verrassend goed. De toon is fris, het tempo is strak, en de film durft te leunen op de chemie van zijn cast. Die casting is overigens bijzonder geslaagd – met uitzondering van Pedro Pascal, die als Reed Richards weliswaar zijn best doet, maar niet helemaal overtuigt als briljante maar emotioneel terughoudende leider. De rest van de hoofdrolspelers maakt echter diepe indruk: Vanessa Kirby brengt een overtuigende mix van kracht en kwetsbaarheid als Sue Storm, Joseph Quinn verrast als een energieke en snedige Johnny Storm, en Ebon Moss-Bachrach steelt de show als een melancholische maar robuuste Ben Grimm (The Thing). 

De muzikale score van Michael Giacchino verdient speciale vermelding. Zijn nieuwe thema is zowel heroïsch als emotioneel geladen, en hij weet feilloos de balans te vinden tussen klassiek avontuur en moderne flair. Visueel is Fantastic Four een traktatie. De krachten van de helden zijn op spectaculaire wijze vormgegeven zonder cartoonesk te worden, hoewel de elasticiteit van Reed bijna niet gebruikt wordt. Vooral The Thing oogt overtuigend als een geloofwaardige CGI-creatie, vol textuur en gewicht. Ook het kleurgebruik en de art direction geven de film een herkenbare, retrofuturistische look die hem visueel onderscheidt van andere MCU-films. Door de film compleet in een ander universum te plaatsen, heeft Marvel deze vrijheid hoewel dit ook wel als een simpel excuus gezien kan worden. In de film zelf werkt het, hoe dit binnen de bredere MCU gaat passen zien we later.

Fantastic Four Thing and Johnny

Ook bekruipt je het gevoel dat je iets mist. Het tempo ligt zó hoog dat er nauwelijks tijd is om echt in de personages te duiken. De relaties worden soms gesuggereerd in plaats van beleefd, en dat is jammer – zeker bij een team dat juist draait om onderlinge dynamiek. Anderzijds blijft de film wel keurig onder de twee uur, wat tegenwoordig bijna een verademing is.

Fantastic Four is een solide, stijlvolle herintroductie van Marvel’s oudste heldenteam. Het is niet de revolutionaire home run waarop fans misschien hoopten, maar wel een duidelijke stap in de goede richting. Prima? Zeker. Fantastich? Nog net niet.