CD: The Brahms - Me And My Damn Dreams

Michael (Propellerheads)

Na wat single’s en EP's is de tijd dan toch hier voor een échte plaat: het Utrechtse The Brahms trapt 2018 af met hun 12 nummers tellende album 'Me And My Damn Dreams' – maar dromerig is het allesbehalve.

Een paar maanden geleden zag ik deze band op 3voor12 Song van Het Jaar, een evenement georganiseerd door 3voor12 in samenwerking met 3fm, gewijd aan de “Song van het jaar”. Jammere aan hun showcase was de gemaaktheid waarmee zij zichzelf presenteerden. Live voegden ze weinig toe aan hun al bestaande “verhaal”. Iets wat ik trouwens ook vaak zie bij concerten van klassieke muziek: de muzikant vertelt een vooraf ingestudeerd verhaaltje. Gelukkig kan ik dat bestaande “verhaal”  nu vanaf hun wortels beoordelen. Onder andere het nummer 'Sleep', ook te vinden op het nieuwe album, belandde in die top 100 van Song van het Jaar: honderd nummers met stuk voor stuk een hit-potentie.

Album cover
Album cover

Met het begrip hit-potentie doe ik eigenlijk ook weinig nummers ten onrechte aan van The Brahms. De nummers waarbij het begrip niet toepasbaar is, slaat onder andere op de nieuwe kant die The Brahms heeft weten te tonen met dit album. Hoe ze dat gedaan hebben? Een goeie pauze nemen van de vele shows die zij draaiden en een goede samenwerking met de Londense producer Larry Hibbitt. (Van onder andere Nothing But Thieves en Sundara Karma): aldus de mannen in een interview.

Op naar de plaat: een fijne selectie van de 30 songs die hun repertoire afbakenen. Een ding is zeker bij alle van deze songs: de stem van leadzanger David zou je na twee nummers zelfs nog al gruntend kunnen herkennen in een willekeurige zweetkeet vol metalheads. Ik moet bekennen dat dat een terrein is waar The Brahms niet snel een snoepje van zou nemen. Van andere terreinen kunnen ze er daarentegen maar geen genoegen krijgen: het album zit vol met pakkende gitaarriffs die de synthesizer op een aangename manier weet te verweven. 'Sleep' is hier het ultieme voorbeeld van.

The Brahms
The Brahms

Gelukkig maakt het album ook nog ruimte voor de wat meer ingetogen kant van The Brahms. Pakkende melodieën maken plaats voor heldere zanglijnen. Vooral richting einde van het album komen we deze kant tegen: de tiende track, Done Lion, is hier een goed voorbeeld van. Met hun eigenzinnige poppy-stijl binnen een bekend terrein is dit een heerlijke band die zich vol potentie op de markt heeft gezet!