Eerste indruk Nintendo Switch

Pheno

Vandaag is het dan zo ver: de nieuwe Nintendo Switch ligt in de winkel. Ten minste, als je mazzel hebt, want in de woonplaats van ondergetekende is de Switch niet meer te krijgen. Gelukkig was Nintendo zo vriendelijk een pakketje voor FOK! samen te stellen, zodat ik mijn eerste indrukken met jullie kan delen.

De Nintendo Switch is geen normale console. Dat zijn we ondertussen wel gewend van Nintendo: er moet iets aparts zijn. De Wii had de Wiimotes, en dat sloeg enorm aan bij het casual publiek dat geen enorm veel knopjes wilde hebben. Bowlen door een bowling-beweging te maken kun je zelfs mijn oma uitleggen. Al wordt dat tegenwoordig wat lastiger bij gebrek aan levende oma.

Daarna kwam de Wii U, waar we een tweede scherm mochten verwelkomen. Dat het idee best kan werken lieten games als Zelda en Mario Kart wel zien: simpelweg menu's of mappen zien op een tweede scherm is gemakkelijker dan deze op het scherm te proppen. Project Zero (Fatal Frame) liet zien dat het scherm ook actief in een spel gebruikt kon worden. Dat wilde Nintendo zelf ook laten zien met Star Fox, maar dat viel een stuk minder in de smaak. Ondanks alle klaagzang heeft de Wii U de meeste grote Nintendo franchises wel gebruikt en zijn er echt wel pareltjes op verschenen.

Switch-pakket (Foto: Pheno)

Maar third party support was er amper en dat was de nekslag voor Wii U. Electronic Arts trok zichzelf al snel terug, en vele uitgevers volgden. Het werd een beetje het kip-en-ei-verhaal: de grote multiplatform-games waren niet op Wii U omdat het een kleiner marktaandeel had, maar de Wii U had een kleiner marktaandeel omdat de grote uitgevers de console links lieten liggen. Hardware-technisch viel er dan ook wel het een en ander op te merken: het porten van multiplatformers werd niet gemakkelijk gemaakt door de mindere performance van het systeem en de daardoor matige ondersteuning van veelgebruikte grafische engines. Bijvoorbeeld Unreal Engine 4: no way.

Goed, nieuwe ronde, nieuwe kansen. Nintendo kondigde twee jaar geleden Project NX aan tijdens hun uitleg over de samenwerking met DeNa. Daar lieten ze weten dat ze Nintendo-franchises naar smartphones zouden brengen. Maar om meteen de geruchten de kop in te drukken dat ze uit de hardware-markt zouden stappen kondigden ze doodleuk aan dat ze met een nieuw platform bezig waren, Project NX genaamd. Daarna was het tijdenlang stil. Volgens Nintendo omdat ze met iets revolutionairs bezig waren en de concurrentie niet al op ideeën wilden brengen om iets soortgelijks te doen. De geruchten kwamen al snel op gang: was het een console, was het een handheld, was het een hybride? Pas in oktober vorig jaar zagen we de eerste beelden van Nintendo Switch, de uiteindelijke naam van het platform. Ik gebruik bewust niet het woord console, want bij een normale console zet je het apparaat bij je televisie en dat was het. De Nintendo Switch kun je loskoppelen en mee op reis nemen als een handheld. Een hybride platform dus, met veel potentie. Een open-wereld The Legend of Zelda spelen in het vliegtuig? Het kan vanaf nu.

Switch uitgepakt (Foto: Pheno)

Maar wat is nu de Nintendo Switch en hoe werkt het? Allereerst is er een basisstation. Eigenlijk is dat niets anders dan een te groot laadstation waarin je de Switch kunt zetten. Het heeft drie USB-poorten, een poortje voor stroom en een HDMI-uitgang, zodat als de Switch in het dockingstation staat je op je televisie kunt gamen. Een van de drie USB-poorten, de stroom en de HDMI-uitgang zitten achter een klepje verborgen. De scharnieren van dat klepje voelen wat goedkoop aan, maar als het een beetje meezit kom je er maar een keer: om het apparaat aan te sluiten. De Switch zelf is een tablet met een 6.2 inch HD-scherm. Deze kun je dus in het basisstation stoppen om te gamen op je televisie en dat is ook meteen zijn oplaadstation.

Het speciale aan deze tablet zijn de zijkanten: je kunt er Joy-Cons aan koppelen, zodat je een handheld hebt met twee analoge sticks, een paar knoppen die een d-pad moeten voorstellen, schouder- en actieknoppen. Het apparaat zelf heeft een USB-C aansluiting om op te laden. Dat duurt zo'n 3,5 uur. De speeltijd moet ik nog meten, maar de eerste indrukken van andere partijen zijn ongeveer twee tot drie uur: als je een gewichtige game als Zelda speelt. De 32 gigabyte aan opslagruimte klinkt weinig, maar het is uitbreidbaar met een SD-kaartje. Games die je fysiek hebt gekocht komen niet meer op disc, maar staan op een cartridge, dus dat hoeft niet gekopieerd te worden naar het interne geheugen. Gaan er straks meer digitaal gekochte spellen op je systeem staan: reken wat geld voor SD-kaartjes erbij. Het meest goedkoop aanvoelende stukje zit achter de tablet. Je kunt de Switch namelijk op bijvoorbeeld een tafel zetten als een fotolijstje. Ik snap het idee, het is zeker ideaal als je in een vliegtuig of trein zit, maar dat pootje voelt gewoon te breekbaar aan.

Switch Joy-Cons los (Foto: Pheno)

Joy-Cons zijn kleine controllers die aan een zijkant een koppelmechanisme hebben. Niet alleen voor de Switch om er een handheld van te maken, maar je kunt zo ook draadloos gebruiken. Dan heb je dunne beschermstukjes met nog twee schouderknoppen die je er aan kunt schuiven. Dat aanschuiven gaat prima, het weer losmaken kost toch wat moeite. Dan heeft Nintendo nog een houder om de twee Joy-Cons te transformeren in een wat normale controller. En daar gaat er wat mis wat mij betreft. De houder die je bij de Switch krijgt heeft geen oplaadmogelijkheid. Koop je een los setje Joy-Cons erbij, dan moet je ze of per set via de Switch zelf opladen, of een losse houder kopen die wel een oplaadmogelijkheid heeft. Waarom Nintendo niet gewoon die oplaadbare houder bij het basispakket levert is me niet duidelijk.

De linker Joy-Con heeft een opnameknop die je kunt gebruiken om screenshots te maken in de game, om die daarna te delen op social media. De Share-knop van de PlayStation 4 zeg maar. De rechter Joy-Con heeft een NFC-aanraakpunt voor communicatie over en weer met amiibo-figuurtjes en een infrarood-bewegingscamera die afstand, vorm en beweging van nabije objecten kan herkennen in speciaal daarvoor ontworpen games. Beide Joy-Cons ondersteunen bewegingsbesturing en bevatten een geavanceerde HD-trilfunctie. Er is ook een apart te kopen Pro-controller voor de Switch. Deze bevat al de functies van de Joy-Cons, behalve de infrarood-bewegingscamera.

Switch Pro-controller (Foto: Nintendo)

Zelf denk ik dat de Pro-controller in huize Pheno meer gebruikt gaat worden. De Joy-Cons voelen wat klein aan en vooral de rechterstick is nogal laag gelegen ten opzichte van mijn duim. Dat is opgelost met de Pro, die heeft meer de lay-out die we gewend zijn van de concurrenten. Een ding dat ik daadwerkelijk mis als ik niemand wil storen in huis: er zit op geen enkele controller een audio-uitgang. Die zit alleen op de Switch zelf. Dus als je een geen draadloze koptelefoon hebt: ik hoop dat je een lange kabel hebt als je via de televisie speelt. Maar het grootste minpunt: de accessoires zijn vrij prijzig. Als je in huis met twee man met de Switch wil spelen heb je al een extra setje Joy-Cons en een oplaadbare houder nodig, anders zijn niet beide sets tegelijk op te laden voor een volgende speelronde. Dat is al 80 euro voor het setje en 30 euro voor de houder. Oef. Wil je in plaats van Joy-Cons wat meer comfort en een veel betere knoppenlayout dan is de Pro-controller 70 euro. Wil je dat voor twee personen doen: ook weer oef.