CD: John Butler Trio - Flesh + Blood

Joost Melis (Pink_Floyd)

Zou John Butler zijn nieuwe plaat ook zien als zijn nieuwe geesteskindje? Het inmiddels zesde studioalbum van het John Butler Trio draagt niet voor niets de naam Flesh + Blood. Butler heeft voor deze plaat meer naar zichzelf en zijn directe omgeving gekeken en er inspiratie uit geput. Wellicht dat de plaat daarom ook meer weg heeft van zijn eigen vlees en bloed. Naar eigen zeggen hebben de felle en boze geesten plaatsgemaakt voor introspectie, gemoedsrust en bezinning. Zijn kinderen en zijn oma dienden als inspiratiebron voor enkele van zijn nummers. 

 
 
'Wings are Wide' verhaalt over zijn oma Phillipa, ze was 50 jaar lang een weduwe die haar man miste. Zij was degene die de gitaar van Johns veel te vroeg overleden opa na zijn dood doorgaf aan haar kinderen. De gitaar bleef onberoerd staan totdat kleinzoon John het instrument oppakte. Butler speelde op diezelfde gitaar het nummer 'Waltzing Matilda' naast haar op haar sterfbed. Ondanks dat de muziek van John Butler Trio veelal opbeurend en vrolijk klinkt, zijn er ditmaal dus ook enkele melancholieke tonen te vinden. 
 
Bijna vier jaar zat er tussen Flesh + Blood en het eerdere April Uprising. Het muzikale trio, waarvan Johns zwager Nicky Bomba de band inmiddels (op amicale wijze) heeft verlaten, had blijkbaar de tijd nodig om tot een volgende stap te komen. Het resultaat is zoals gezegd een plaat met meer persoonlijke inhoud en minder boosheid. Eerder liet John Butler vaak zijn activistenbloed kolken en ging hiermee aan de slag. Nu waren het rustige en contemplatieve tijden, zijn familie en reflectie die de inhoud en muziek dicteerden. 
 
 
De aanhef 'Spring to Come' klinkt vertrouwd; een zessnarige akoestische gitaar, hoekige maar relaxte compositie en de praatzang van John Butler. In 'Livin' in the City' is er een elektrische zessnarige gitaar ingeplugd en rapt Butler zijn woorden over funky klanken die sterk doen denken aan de Red Hot Chili Peppers. 'Devil Woman' staat bol van de energie en mooie gitaarlicks. In 'Blame it on me' is de uiterst diepe baslijn de "earcatcher" die een mellow sfeertje creëert dat niet misstaat bij een krakend kampvuurtje op het strand. Het introspectieve karakter van de plaat levert ook enkele serene en dromerige momenten op, zoals in het kabbelende 'You're Free', waarin ook het psychedelische gitaarspel van Butler zijn weg vindt. Het gitaarspel van Butler blijft op deze plaat ook van hoog niveau, zoals we van hem gewend zijn. Fijne licks, creatieve vingeracrobatiek en sprekende solo's zijn op de hele plaat aanwezig en dragen veel bij aan de originaliteit van JBT. Het levert een solide plaat op met een nieuwe inslag, maar het mist tevens de sprankelende intensiteit van bijvoorbeeld 'Better Man' of 'Take'.