CD: Wallace Vanborn - Lions, Liars, Guns & God

Joost Melis (Pink_Floyd)

Dat België in Europa vooroploopt qua muziek is steeds duidelijker aan het worden: dEUS voor de alternatieve rock, Triggerfinger voor de bluesrock, Selah Sue voor de dub-pop, Isbells voor de folk, Absynthe Minded voor de pop-rock, Hooverphonic voor de zwoele klanken, The Black Box Revelation voor de garage-rock en dan hebben we het nog niet eens over de nieuwere lichting met namen als The Me in You, School is Cool en Little Trouble Kids. Dan missen we nog een noemenswaardige band in onder andere het stonerrock genre. Maar niet getreurd, want ook daar hebben de zuiderburen een antwoord voor: Wallace Vanborn

Dit muzikale ensemble uit Gent bracht onlangs hun tweede plaat uit, Lions, Liars Guns & God. De band heeft voor het maken van het album hulp ingeroepen van producer David Bottrill (Tool, dEUS en Muse) en dat levert een coherent, vol en volwassen geluid op. Tel daar de verdomd goede rocksongs bij op en je hebt een gouden combinatie, zeker voor de muziekliefhebbers die niet vies zijn van een stereo op tien, vuige gitaarriffs, pakkende hooks en een muur van geluid. Wallace Vanborn gaat zelfs een beetje in het vaarwater van Triggerfinger liggen, catchy maar harde rock waarop geswingt kan worden. Stil zitten is bijna geen optie als je deze plaat opzet: luchtgitaren en -drums, meeschreeuwen, tappende voeten, headbangen, swingende heupen en meetikkende vingertjes: het overkomt je allemaal. 

 

Het is een rockplaat pur sang. Een plaat waar je intens gelukkig van kunt worden. Een plaat die je uit het slop kan trekken na een week lang hard werken. Een plaat die je wakkerschudt voor het uitgaan. Een plaat die je bekeuringen op gaat leveren omdat je te snel rijdt. Een plaat waarbij je met je maten een krat bier opentrekt. En dus zelfs een plaat waarop je de voetjes van de vloer kunt laten gaan. Lions, Liars Guns & God trapt af als een dolle stier. Het korte drumsalvo in Lion's Manual, voortdenderende riffs en een puike rockstem en dan die bruggetjes: puur genot. En dat genot stopt simpelweg niet, het blijft doorstomen, de hele plaat door. De eerste vier tracks walsen compleet over je heen en met name de single Cougars nestelt zich in je ziel. We Are What We Hide en Enemy of Serpentine ontpoppen zich als een mix tussen QOTSA en Triggerfinger. Met The Plunge (middels een intermezzo à la The Doors) en het akoestische Pawns zorgt de band voor wat rust. Geniet ervan, want veel tijd om bij te komen heb je niet. Kort gezegd: fucking lekkere rockplaat \m/!