CD: Blondie - Panic of Girls

Laurence (On)

Het heeft acht jaar geduurd, maar na het in 2003 uitgebrachte 'The Curse of Blondie' is onlangs het langverwachte album 'Panic of Girls' verschenen. De bezetting van de new-wave veteranen van Blondie is, op Jimmi Destri (keyboards) na, intact gebleven. Naast zangeres en frontvrouw Debbie Harry, drummer Clem Burke en gitarist Chris Stein hebben zij zich voor dit album versterkt met Matt Katz-Bohen (keyboards) en Tommy Kessler (gitaar).

Blondie - Cover

Wat ook zeker genoemd mag worden is de artistieke cover, verzorgd door de Nederlandse kunstenaar en illustrator Chris Berens. Zijn surrealistische stijl is een mooie toevoeging aan het album. De cover is rijk aan detail, en ook de bijgevoegde artwork is erg sterk. Zie bijvoorbeeld de achterzijde waar Debbie’s hoofd kinderlijk vervormd is weergegeven, maar alsnog herkenbaar blijft.

Dat er 35 jaar tussen het eerste zelfgetitelde album en Panic of Girls zit is goed hoorbaar. Debbie Harry is al lang niet meer het jonge icoon die met haar stem elke man op de dansvloer inpalmde. Ondanks dat Blondie duidelijk een stuk ouder is geworden, klinkt de muziek zelf echter zo modern als nooit tevoren.

De eerste tracks maken meteen duidelijk dat Blondie niks aan enthousiasme heeft verloren. Het eerste nummer 'D-Day' trekt direct de aandacht met een opzwepende synthesizerintro. Debbie’s stem is hier opvallend vervormd naar een wat zwaardere toon. Op het nummer 'What I Heard' is haar zang voor het eerst goed te horen. Het is duidelijk dat de jaren hier zijn tol hebben geëist. Toch is haar stem nog redelijk zuiver en valt er ook nog een nostalgische charme in te bespeuren die doet terugdenken aan haar jongere jaren. 'Mother' is de eerste single van het album en laat zien dat Blondie de kunst niet is verleerd om een pakkend new-wave popliedje te maken. Dat Blondie niet vies is van het implementeren van verschillende stijlen hebben zij al eerder laten horen (zoals op 'Rapture', waar, zoals de titel al doet vermoeden, gerapt werd). Op 'The End The End' en de Sophie George cover 'Girlie Girlie' wordt gespeeld met ska- en reggae-invloeden. Haar stem neemt hier dan ook een Jamaicaans tintje aan. 'Love Doesn’t Frighten Me' is één van de meer stevige songs van het album. Dit is mede te danken aan The Cars gitarist Elliot Easton, die het nummer nog eens van een extra riff voorziet. 'Words In My Mouth' brengt je weer terug naar de new-wave en ruilt het moderne synthesizergeweld in voor een melodieuze 80's melodie. De Beirut fan zal positief verrast zijn door het nummer 'Sunday Smile', welke Blondie gecoverd heeft. Beiruts Zach Condon verleent zijn karakteristieke trompetspel voor deze, naar reggae omgebouwde, song. Dat Debbie over een talenknobbel lijkt te beschikken laat ze wederom zien op de tracks 'Wipe Off My Sweat' en 'Le Blue'. Eerstgenoemde is deels Spaanstalig en brengt de zomer in je kamer, ondersteund door Spaans gitaargetokkel. Om de inmiddels 66-jarige Debbie als op een heus TMF-nummer "Papi Papi" te horen zingen zal echter bij sommigen een lichte frons doen opwekken. ‘Le Blue’ doet aan als een Franstalige chanson. Met de harmonica als additioneel instrument zet ze een zwoele ‘slowsong‘ neer.

Blondie - Groep

Het laatste nummer ‘China Shoes’ bevat haar meest persoonlijke songtekst. Ze sluit deze af met "Remember me. Remember that you're mine. Remember me, When you get to the last line." Dat ze niet herinnerd zal worden, hoeft voor Debbie en de overige bandleden geen angst te zijn. Ondanks dat Panic of Girls niet de potentie heeft om zo’n klassieker te worden als bijvoorbeeld 'Parallel Lines', bewijst Blondie geen slachtoffer te zijn van de tijdgeest.