CD: An Pierlé and White Velvet - Hinterland

Joost Melis (Pink_Floyd)

Erg productief mogen we haar niet noemen, onze muzikale Zuiderbuur An Pierlé. In 1999 kwam ze met het overrompelende en experimentele debuut Mud Stories als eerste ijkpunt. Drie jaar later volgde Helium Sunset en in 2006 bracht ze met haar band White Velvet een self-titled album uit. En toen was het stil, tenminste voor meer dan vier jaar: eindelijk geeft deze Belgische Kate Bush weer een muzikaal teken van leven, wederom in samenwerking met haar band. Onder de noemer Hinterland brengt ze haar vierde plaat in elf jaar uit.

Als je de Kama Sutra moet geloven is "half the speed, twice the pleasure" en de platen van An Pierlé en consorten waren in het verleden in elk geval het wachten waard. En deze vertraging had ook een reden, namelijk de promotionele tour die mevrouw de afgelopen jaren voerde in het buitenland. En dat vreet tijd, maar levert ook weer inspiratie op voor toekomstige projecten gelukkig.

Door de jaren heen heeft ze haar experimentele en stekelige singer-songwriterschap een beetje verloren en richt zich met haar band meer op de poprock. Dit betekent niet dat Pierlé in de mainstreamkanalen meevaart, want haar vocalen, expressie en kwaliteiten als liedjessmit zijn nog steeds bijzonder te noemen, zo ook weer hier op Hinterland. Toch wordt het nergens zo expressief en venijnig als op haar debuut, toen ze het duiveltje op de schouder van Tori Amos of Kate Bush leek. Pierlé schuift langzaam richting het engeltje (en dat is met zo'n stem makkelijker dan voor de gemiddelde mens). Op Hinterland begint ze met 'Little By Little' rustig maar duister, alsof de schemering heeft ingezet er een storm nadert. 'Where Did It Come From' vervolgt als een echte Kate Bush, een stigma waar ze op deze manier nooit vanaf komt, maar aan de andere kant, hoe groot wil je je complimenten krijgen. Hier zitten enkele uiterst hoge uithalen en mooie overgangen in die lijken op de angels waarmee Pierlé vroeger haar luisteraars stak. 'Hide en Seek' klinkt nog immer spookachtig, en holt weer de pop-richting op. De single 'Broke My Bones' lijkt een reïncarnatie van The Cardigans te zijn. 'Jungle' gooit het over een andere boeg en doet met de Americana-inslag denken aan Hooverphonic's track Jackie Cane. An Pierlé en muze Koen Gisen laten op deze plaat horen dat nog steeds op het kruispunt staan de wachten op een groen licht en lijken net als vorige keer te twijfelen tussen de afslag van  het stekelige vroege werk of die van het roerende popwerk. Een gulden middenweg levert hier nog steeds een plaat op met erg mooie momenten, maar ik als ik An Pierlé hoor verlang ik toch nog altijd naar die klanken van Mud Stories.