Film: Kick-Ass

Lydia (lunapuella)

Dave Lizewski (Aaron Johnson) is een heel gewone jongen. Hij hangt rond met zijn vrienden, leest veel stripboeken en wordt volledig genegeerd door de meisjes. Op een dag besluit hij om een superheld te worden. Gewoon, omdat niemand het ooit geprobeerd heeft en hij zich afvraagt waarom. Daar komt hij snel achter: omdat het pijn doet. Heel veel pijn.


De bioscopen lopen tegenwoordig over van de stripverfilmingen. Van traditionele helden als Spider-Man en The Dark Knight tot de wat verkniptere superhelden van Watchmen. Kan Kick-Ass daar nog wat aan toevoegen? Gelukkig wel. De verfilming van Mark Millars gelijknamige strip neemt zichzelf namelijk totaal niet serieus. Geen diepzinnig geneuzel over bijzondere krachten en verantwoordelijkheden of zielige bad guys met een slechte jeugd. Kick-Ass is ruim anderhalf uur gewelddadige maar o-zo-vermakelijke onzin.


Het begint al met de knulligheid van Dave's eerste schreden op het superheldenpad. Gekleed in een groen-geel duikerspak zoekt hij eerst verdwaalde huiskatten, voordat hij de moed vindt om echte criminelen aan te pakken. Uiteraard gaat dat niet altijd even soepel: hij blijft tenslotte een gewone jongen, zonder speciale krachten, training of zelfs maar een diepe motivatie om het kwaad van deze wereld aan te pakken. Maar dankzij de moderne technieken van mobieltjes en YouTube is 'Kick-Ass' in no time een nationale sensatie.

Hoewel Kick-Ass onschuldig en klein begint, komt hij al snel in aanraking met Big Daddy en Hit-Girl. Dit team van vader en dochter heeft in tegenstelling tot Kick-Ass zowel de training als de motivatie om op boevenjacht te gaan. De elfjarige Hit-Girl is onder de hoede van haar vader een grofgebekte moordmachine geworden, die niets liever wil dan een vlindermes voor haar verjaardag. Het spreekt dan ook voor zich dat zij elke scène waar ze in zit meedogenloos steelt.


De film is bijna tot in perfectie gecast. Aaron Johnson is perfect als lievige nerd die een totaal onbetekenend leven lijkt te leiden, maar ondertussen een wereldberoemde superheld wordt. Nicholas Cage, een van de weinige grote namen van de film, zet met Big Daddy een vader neer die weliswaar een paar steekjes los heeft, maar overduidelijk zielsveel van zijn dochter houdt. Mark Strong mag zich net als in Stardust en Sherlock Holmes weer uitleven als ijskoude bad guy, en Christoper Mintz-Plasse (bekend van Superbad) is ook erg goed als zijn sullige zoon, die het Kick-Ass nog erg moeilijk maakt. Alleen Chloë Grace Moretz spreekt haar teksten soms wel erg vlakjes uit, maar dat wordt goedgemaakt door de pure stoerheid van haar personage.

Kick-Ass
heeft geen diepgravende wijsheden, tot in details uitgewerkte personages of zelfs maar een ijzersterk plot. Daartegenover staan wel heel veel vette actiescènes, bot geweld en droge humor. Allemaal uitgevoerd in een cartoony stijl die zorgt dat zelfs de meest gruwelijke verminkingen je maag niet om laten draaien, maar je alleen maar laten snakken naar méér. Vergeef mij de flauwe woordspeling, maar Kick-Ass is echt kick-ass!