Interview: Bert Voskuil

Erika (liefsteka)
In verband met zijn 45-jarige loopbaan als misdaadjournalist is recentelijk het boek Delict: Moord uitgekomen. Het boek is een terugblik op een deel van zijn carrière. Hierin zijn de meest bijzondere verhalen gebundeld. Het bevat elf interviews met mensen die een moord hebben gepleegd en het enige interview wat Klaas Bruinsma ooit heeft gegeven. Naar aanleiding van Delict: Moord sprak FOK! met Bert Voskuil.



Het boek bevat verschillende verhalen van moordenaars. Ieder verhaal is anders. Wat was uw gevoel toen u met deze mensen sprak?
Bij ieder verhaal heb je een ander gevoel. Martin bijvoorbeeld is zeer zwart en zeer slecht. Martin heeft als huurmoordenaar diverse moorden gepleegd. Bij Anneke had ik een heel goed gevoel. Anneke heeft de verkrachter van haar kind vermoord. Ik heb zelfs nog geprobeerd om haar straf vermindert te krijgen, maar dit is niet gelukt. Ward, hij vermoordde de minnaar van zijn vriend, is één van de liefste mensen die ik ooit heb ontmoet.

Wat opvalt als je het boek leest, zijn de verschillende straffen die de mensen kregen. Je zou zeggen, een moord is een moord. Klopt het strafrecht in Nederland wel?
De straffen liepen inderdaad erg uiteen en de verschillen waren erg groot. Tegenwoordig zitten de straffen voor moordenaars meer op één lijn.

Heeft u nog contact met mensen waar u mee gesproken heeft?
Met Anneke en Ron heb ik nog contact. Ik ben zelfs bij hun trouwerij geweest. Dat is wel apart, twee verhalen uit het boek worden samen één. Ik kende ze allebei al voordat ze elkaar leerden kennen. In Heerhugowaard is er een gedetineerdenblad. Hierin schreven zowel Anneke als Ron gedichten. Ron heeft een keer gereageerd op een gedicht van Anneke en zo hebben ze elkaar leren kennen.

In de gesprekken deden de gedetineerden soms een bekentenis aan u. Heeft u nooit de neiging gehad om naar de politie te stappen?
Ik ging ervan uit dat de politie mijn verhalen wel zou lezen. Als de politie erom had gevraagd zou ik niet te beroerd zijn geweest om meer te vertellen. Bij andere personen, die dus niet in dit boek staan, ben ik wel naar de politie gegaan. Dan kreeg ik te horen dat de zaak al gesloten was. Ik heb hier geen goede ervaringen mee. Het is ook geen bewijs. De persoon kan bijvoorbeeld achteraf zeggen dat hij wilde opscheppen tegenover een journalist en hij heeft het nog opgeschreven ook!

Het hoofdstuk Klaas Bruinsma is het meest bekende interview uit uw carrière. Wat was Klaas Bruinsma voor iemand?
Hij was een intelligente en charmante man. Doodzonde dat hij de misdaad in is gegaan, ook maatschappelijk zou hij het gered hebben. Hij heeft zelf gekozen voor de misdaad en wilde daar de grootste in worden. Op een gegeven moment is dat ook gelukt. Daarna is hij alles kwijtgeraakt door een aantal miskleunen, waaronder het gebruik van cocaïne.

Hoe reageerde u toen u hoorde dat hij was vermoord?
Ik had het hem al voorspeld, maar toch is het een schok. We hebben samen goede avonden doorgebracht. Hij was een type die me altijd uitdaagde tot meer, dat vond hij leuk. Ik ben niet bij de begrafenis geweest, omdat ik geen uitnodiging had gekregen. In eerste instantie wist ik ook niet waar de begrafenis plaats zou vinden. Op een gegeven moment had ik wel een vermoeden, maar ik ben toch niet gegaan. Ik zou me dan teveel een roddelbladjournalist voelen.

Heeft u nog contact met mensen uit het imperium van Klaas Bruinsma?
Nee, het imperium bestaat niet meer. Ik heb ook geen contacten meer. Er waren in die tijd al mensen die niet wilde dat hij met mij zou praten, omdat hij dan nog meer in de picture zou komen. Dat was ook de opzet van Justitie. Hij moest meer bekendheid krijgen in Nederland. Op een gegeven moment stonden er zowel in het Parool, het NRC als in de Haagse Courant stukken over Klaas Bruinsma. Vooral over het stuk in het Parool was hij woedend. De journalist die het stuk schreef, was ooit bevriend geweest met familieleden en wist dus veel privé-dingen. Klaas was woedend dat die stukken gepubliceerd werden zonder het te vragen. Wij van de Nieuwe Revu boden hem de kans om zijn verhaal te doen. Dit mondde uit in een intensief contact. Ook heeft Bruinsma het Parool aangeklaagd. Tijdens de rechtszitting zat ik naast hem op de publieke tribune. Er gebeurde veel rare dingen tijdens het proces. De rechter stelde bijvoorbeeld ook vragen aan Bruinsma, terwijl hij dus op de publieke tribune zat. Voor het paleis van Justitie stonden veel journalisten en na afloop van het proces liep Bruinsma naar de achterdeur. Hij had hier een sleutel van. Ik heb hem wel gevraagd hoe hij aan die sleutel kwam, maar hij heeft hier nooit antwoord op gegeven. Hij vond zulke dingen erg leuk, het was een demonstratie van zijn macht. Met zijn advocaten en lijfwachten hebben we daarna in het Zwarte Schaap wat gegeten. Op een gegeven moment stuurde hij iedereen weg behalve mij. Na het zuipen van een dure Chablis lag hij huilend in mijn armen. Terug in het Amstel Hotel werd hij woedend en vernielde de hotelkamer. Toen hij weer tot bedaren kwam, belde hij de receptie en zei dat er een ongelukje was gebeurd. Ze konden de kamer weer opknappen en alle schade op zijn rekening zetten.

Wat verandert er in het leven van een moordenaar? Kunt u daar iets over vertellen?
De veranderingen zijn bijzonder drastisch. Eén van de moordenaars zei: "Ik leef wel door, maar altijd hangt die donkere wolk boven me, die al mijn levensvreugde en plezier weghaalt." Het merendeel komt nooit meer aan werken toe. Ze zijn door de periode in de gevangenis zo beschadigd, soms daarvoor zelfs al. Ik kan me voorstellen dat Ward wel een baan heeft gevonden, al ben ik die uit het oog verloren, maar dat is één van de weinigen.

Heeft u tijdens uw loopbaan angst gekend?
Nee, eigenlijk niet. Anders moet je ook niet voor dit beroep kiezen. Ik ben echt geen grote macho, misschien heb ik gewoon te weinig fantasie. Eén keer betrapte ik mezelf erop dat ik twee passen achteruit deed. Klaas Bruinsma stond toen helemaal doorgesnoven van de cocaïne voor me. Hij stond zijn twee lijfwachten in het gezicht te slaan en op een gegeven moment trok hij zijn pistool. Toen ik die twee passen achteruit deed, dacht ik: “Onzin, al doe ik die twee passen achteruit, ik maak het hoe dan ook mee.” Toen heb ik die passen maar weer vooruit gezet. Gelukkig liep het goed af.

Heeft u altijd al de misdaadjournalistiek in gewild?
Eigenlijk wel ja. Het is een hele spannende bezigheid. Ik ben een echte sensatiebak. Ik genoot ervan als ik in Amsterdam naast Bruinsma liep met voor ons twee gewapende lijfwachten, achter ons één gewapende lijfwacht en daarachter een volgauto. Dan dacht ik: “Is dit Amsterdam of ben ik in een slechte gangsterfilm gestapt?”

Wat doet u tegenwoordig?
Ik ben nu 65 jaar. Ik doe geen grote onderzoeken meer. Ik schrijf af en toe nog wel wat dingetjes. Ik geef voor de uitgeverij ook lezingen op bijvoorbeeld de Rotary, bij sportclubs of bij een vereniging voor huisvrouwen. Het kost me namelijk geen enkele moeite om uren te praten. Ik geef lezingen over journalistiek, misdaadjournalistiek of daklozen. Iedere dinsdag heb ik namelijk een schrijfgroep met daklozen. Zo’n schrijfgroep bestond al in diverse steden en het leek ons een goed idee om dit ook op te starten. Het pakte goed uit, de mensen doen iets waar ze trots op zijn. Met de meesten gaat het ook beter, sommigen hebben inmiddels zelfs een baan.

Welk verhaal vindt u het beste verhaal uit uw loopbaan?
Eigenlijk geen één. Als journalist ben je altijd bezig met een volgend verhaal. Dat moet het beste verhaal worden. Dat is de hele intentie!

Lees ook de review van Delict: Moord.