Donkey Kong Jungle Climber

koei

Voor de GBA verscheen er enkele jaren geleden een originele game met de naam Donkey Kong: King of Swing. In deze game, met Donkey Kong in de hoofdrol, moest je met behulp van de L- en R-knoppen omhoog klauteren richting het einde van het level. De game was geen groot succes, maar desondanks komt er toch een vervolg van deze game op de DS. Is dit vervolg goed genoeg om deze keer wel een verkoopkanon te worden?

Donkey Kong: Jungle Climber is een platformgame, maar geen standaard platformer zoals Mario of Sonic. In dat soort games begin je aan de linker kant, loop je een tijdje totdat je bij de finish aan de rechter kant bent en dat was het dan. Af en toe moet je wel een platformpje op springen of een stukje onderwater zwemmen, maar het komt allemaal op hetzelfde neer. In Jungle Climber gaat dit allemaal anders. In plaats van gewoon naar rechts lopen zul je hier omhoog moeten klauteren om bij de finish te komen. Dit klauteren gaat heel gemakkelijk door de speciale besturing. In principe heb je voldoende aan je schouderbuttons en de A-knop. Met een druk op de A-knop maak je een hoge sprong, en met de L- en R-buttons kun je naar links of naar rechts gaan. Afhankelijk van of je ergens op staat is dit lopend of zwaaiend, waarbij het laatste uiteraard het meeste voor zal komen.


Om succesvol te kunnen zwaaien moet je natuurlijk wel iets hebben om aan te kunnen zwaaien. Nou verwacht je dat je in de jungle, waar Donkey Kong vandaan komt, je vast kunt grijpen aan vele takken en andere stukken boom, maar dat is niet het geval. Af en toe kom je wel een stuk groen tegen om aan te hangen, maar je moet het toch voornamelijk doen met pinnen die in de lucht hangen. Dit kunnen losse pinnen zijn, of blokken van pinnen. In het eerste geval zit je nogal vast in je klimroute, maar bij pinblokken kun je heen en weer klauteren wat je wil.

Omdat alleen maar klimmen nogal saai is hebben de makers er wat afwisseling in gegooid in de vorm van (vliegende) vijanden die je kunt doden door er hard tegen aan te springen. Hoewel dit erg makkelijk klinkt, is het een stuk moeilijker. Raak je beestjes door er gewoon op te vallen of er met een boogje op te springen, dan zul je zelf het loodje leggen. Als je dan ook nog eens met grote bijen te maken hebben die een mooie angel op hun kont hebben dan wordt het helemaal moeilijk, want op de juiste plek tegen een beestje aanspringen is erg moeilijk als je niet stil hangt maar blijft draaien. Gelukkig kan je in de meeste gevallen gewoon om de beestjes heen zwaaien, maar dat is toch minder leuk dan het gewoon afmaken van je vijanden. Naast de vijanden zijn de levels ook uitgerust met opdrachten die het moeilijker maken. Zo zul je soms aan een knop moeten hangen om een luik naar beneden te laten komen of laat je je ‘schaduw’ los en moet je zorgen dat je schaduw dezelfde klimroute kan nemen als jij neemt, ondanks dat de pinnen op zijn (bovenste) scherm niet helemaal overeenkomen.

Zoals bij elke platformgame, draait ook Jungle Climber voor een groot deel om het verzamelen van items. In deze game maken ze het zelfs heel bont met het aantal te verzamelen objecten. In elk level kun je natuurlijk bananen verzamelen om extra levens mee te kunnen krijgen, maar daarnaast kun je een Donkey Kong-munt vinden, een soort olievaatje, speciale bananenmunten en de letters K O N en G. Mocht dat nog niet genoeg zijn dan kun je ook nog op zoek naar het bonuslevel waarmee je in een mini-game veel bananen kunt verzamelen. Deze verzameldingen zorgen ervoor dat het spel wel een stuk langer interessant blijft voor de mensen die er de energie in willen steken. Sommige items liggen namelijk op erg vervelende plaatsen. Gelukkig is er de kleine Diddy die je af en toe af kan schieten om een hoger platform te bereiken en mocht dat ook nog niet genoeg zijn dan kun je edelstenen verzamelen door vijanden te doden. Honderd edelstenen zijn een ster waard en een ster kun je vervolgens weer gebruiken om Super Donkey Kong te woren en een korte tijd te kunnen vliegen en zo net dat ene platform te kunnen bereiken.


Naast de standaard game-mode bevat het spel ook nog enkele mini-games die je bekend maken met de besturing van de game. Zo moet je bananen grijpen met je handen om de L- en R-knoppen goed te leren gebruiken en moet je over rollende boomstammen springen om je sprong te oefenen. Deze mini-games kun je na de tutorial vrij spelen. Je kunt ook tegen vrienden spelen, waarbij alles draait om het zo snel mogelijk omhoog klimmen.

De game is dus, net als zijn voorganger, best wel vermakelijk. Het probleem is echter dat je het gezwaai na een paar levels wel weer zat bent. Het spel begint niet zo moeilijk, maar fouten zijn later erg snel gemaakt, en dus zijn levens ook snel verloren. Natuurlijk heb je wel Diddy Kong bij je af en toe, welke ervoor zorgt dat je één keer extra geraakt kan worden, maar toch zul je zeer regelmatig frustrerend dood gaan omdat je die ene knop net iets te lang ingedrukt hield. Dit is één van de redenen dat je de game niet erg lang achter elkaar zal spelen. Ook wordt het spel redelijk snel eentonig omdat het erg veel van hetzelfde is. Je blijft continu klimmen, en heen en weer slingeren. De vrijheid die je in een normale platformgame hebt lijkt veel minder te zijn in deze game.