NFF: De makers over Jan Mesdag zingt Brel

Naftalie (Blonde_Sparkle)


Jan Mesdag


De meeste mensen zal de naam Jan Mesdag niets zeggen. Hoe anders is dat met namen als Paul de Leeuw, Jenny Arean, Haye van der Heyden en Simone Kleinsma. Halverwege de jaren tachtig stond Jan samen met hen op het podium. Het succes was helaas van korte duur. Jan kwam te overlijden en werd vergeten. Nou ja, door het grote publiek. Niet door zijn vrienden en familie, want na het zien van de documentaire Jan Mesdag zingt Brel is het duidelijk dat zijn dood een diepe indruk heeft achtergelaten.

Nu, in 2008, twintig jaar naar zijn overlijden krijgt Jan een tweede kans op een publiek en de kijker krijgt de kans om kennis te maken met een bevlogen artiest. De ambities van Jan reikten zo hoog als de hemel, maar hij wilde met name één ding: Brel zingen. Jarenlang lukte dat niet. Hij kreeg de kans niet en miste de emotionele bagage. Van Brel bleef je af luidde het motto, maar Jan kon het niet loslaten. Toen zijn hartsvriendin Saskia van Basten Batenburg hem op zijn ziekbed vroeg wat hij nog wilde doen luidde zijn antwoord dan ook een cd maken met liederen van Brel.

Jaren later hoorde Emma Westermann deze cd. Zij werd betoverd door de stem van Jan en vatte het plan op een film over hem te maken. Ze benaderde Dylan en Lazlo Tonk, twee medestudenten Film- en Televisiewetenschappen. Er was direct één probleem: geld. Dat was er niet. Het kan dan ook met recht gezegd worden dat Jan ongetwijfeld waardering had gehad voor de manier waarop de film uiteindelijk tot stand is gekomen: "Jan had een fascinatie voor dingen die wél en niet konden. Wat wij deden kón eigenlijk niet: twee jaar lang onbetaald aan een film werken. Maar we deden het toch."



De makers van de documentaire Jan Mesdag zingt Brel


Hoe zag het eerste scenario eruit?

Emma: Het begon met het idee. We hebben een heel leven en we hebben ongeveer een uur om dat te vertellen. Het begon dus eigenlijk met dat ik heel staccato in mijn hoofd had: we beginnen als hij op school zit en we houden op als hij doodgaat. Dat was eigenlijk veel te veel verhaal en het échte verhaal zat er ook niet in. Het was meer een beginpunt om te kijken van hoe de verschillende fases in zijn leven eruit zagen.

Lazlo: We hebben dat leven eigenlijk gereconstrueerd. Je bent een heel verhaal aan het opbouwen met in je achterhoofd dat het een film moet worden, maar het belangrijkste op dat moment was eerst te achterhalen wie Jan Mesdag nou eigenlijk was.

Dylan: We zaten alle tijdlijntjes te bekijken, ook om de verbanden te zien tussen de gebeurtenissen. Pas toen we een volledig plaatje hadden keken we naar: wat is nou de kern? Als maker is het belangrijk dat je het volledige verhaal kent.

Wat spreekt jullie het meeste aan in Jan?

Emma: Er zit één citaat in de film dat voor ons allemaal beschrijft hoe we de film hebben gemaakt, waarin hij zegt "Ik wil geen kritiek hebben op Nederland, maar in Nederland wordt heel vaak gezegd 'Doe het maar niet' en in Amerika zeggen ze 'Doe het maar wel.'" Daarom hield hij ook zo van New York, omdat daar die kansen lagen.

Hoe zijn jullie tot de keuze gekomen zijn liefdesleven (bijna) helemaal buiten beschouwing te laten?

Dylan: Er is niet echt een grote liefde geweest die meer over Jan had kunnen vertellen. Er waren met name heel veel one-night stands. Als er iemand was geweest die een jarenlange relatie met Jan had gehad dan was het interessant geweest.

Lazlo: Als er een hele rij met oude vlammen komt vertellen dan verval je heel snel in "Ik kende hem het beste". Dat is heel naar, want dat heb je niet zelf te zeggen. Ik ben blij dat we het er niet in hebben zitten.

Is dit nu echt hét verhaal van Jan Mesdag?

Lazlo: We hebben voor de film heel veel mensen gesproken. Daardoor hebben we een heel compleet beeld gekregen. Verhalen zijn vaak gekleurd. Als je een verhaal vanuit een paar verschillende perspectieven hebt gehoord kun je voor jezelf daaruit het objectieve verhaal halen. Het mooie was ook dat we pas nadat Emma het verhaal eruit had gestileerd de audio-opnamen van Jan vonden. Het was zó gek: hij begon te vertellen en we konden bijna meepraten. We zaten te luisteren en dan was het van: nu gaat hij dit zeggen. En dat was ook zo.

In de film zitten thema's die 15 of 20 jaar geleden veel meer omstreden waren dan nu. Had deze film toen ook zo gemaakt kunnen worden?

Dylan: Er werden in die tijd veel films gemaakt over omstreden onderwerpen. Het was ongeveer die tijd dat René Klein op televisie zei "Ik heb Aids." Het was dan veel meer een pamflet geworden en minder een persoonlijk verhaal.

Emma: Dat was juist wat Jan niet wilde. In het interview dat als basis diende voor de film zegt hij ook "Ik ben die ziekte niet." Dat was voor ons ook altijd heel belangrijk als we het hadden over de film. Het kan niet zo zijn dat als je iemand portretteert dat je het alleen maar over zijn ziekte hebt.

Met welk gevoel wil je dat mensen straks de bioscoopzaal verlaten?

Emma: In de eerste scriptversie hadden we iets van mensen moeten wel blij de zaal verlaten want Jan heeft wel een mooi leven gehad, maar toen het verhaal zich begon te ontspinnen en bleek dat we eindigen met zijn dood dan is het lastig daar een vrolijke draai aan te geven.

Lazlo: We wilden wel benadrukken dat zijn cd er is, dat zijn stem er is. Dat is mooi. Toch blijf je wel een beetje down achter. Je volgt iemand een uur lang en aan het einde overlijdt hij. Dat is emotioneel.

Emma: Wat ik wel merkte is, als ik achteraf met mensen sprak, dat zij iets hadden van: het is wel positief geweest, het was een mooi verhaal en ik ben blij dat ik 'm nu ken. Ik vind het een compliment als mensen zeggen "Ik ben echt verdrietig dat hij er niet meer is, maar ik ben wel echt blij dat ik zijn stem nu ken. Dat ik nu weet wie hij is."

Dylan: Mensen die in de jaren tachtig in Amsterdam woonden zeiden ook: "Wat raar, ik kende hem helemaal niet. Ik ken iedereen die ik op de rest van archiefbeelden zie, maar Jan, nee." Dat mensen zich bijna schuldig voelden omdat ze hem niet gekend hebben.

Emma: We hebben ook beelden uit een concert van hem uit 1986 en dan staat hij op een podium tussen mensen die nu nog steeds optreden: Karin Bloemen, Simone Kleinsma, Paul de Leeuw, Erik Brey, Haye van der Heijden. Iedereen staat om hem heen geschaard terwijl hij staat te spelen op zijn viool. Het is zo’n bizar beeld, want iedereen leeft nog… behalve hij.

Dylan: Hij is het middelpunt, maar hij is er niet meer.

Jan Mesdag zingt Brel is te zien op het Nederlands Film Festival in Utrecht.
Kaarten hier.