CD: The Bauer Melody of 2006

Jelle Schot (JelleS)
Speciaal voor het Cross-linx festival schreef het Nederlandse popduo Bauer een drie kwartier durend stuk om uitgevoerd te worden door het Metropole Orkest. Het combineren van verschillende stijlen en genres is weer hip tegenwoordig, helemaal als het om klassieke muziek gaat. Zo komt eind deze maand het album Aluminium uit, waarin nummers van The White Stripes vertolkt zullen worden door een heus orkest. De keuze voor Bauer, het project van voormalig Bettie Serveert drummer Berend Dubbe in samenwerking met zangeres en toetsenist Sonja van Hamel, is niet eens zo vreemd. De popliedjes op hun vorige drie albums waren immers al duidelijk gestructureerd en gecomponeerd. Door het gebruik van vele samples en verschillende instrumenten zou je niet verwachten dat er maar twee muzikanten achter de naam Bauer schuilen.




Ook het Metropole Orkest past prima bij de muziek van Bauer, zware klassieke stukken heeft het ensemble nooit gespeeld. Ze zijn dan ook vooral bekend van hun jazzuitvoeringen tijdens het North Sea Jazz Festival en bij de NPS. Bauer heeft in hun geschiedenis ook een aantal jazzinvloeden in hun muziek verwerkt. Dat is goed te horen op 'Sunburned Teeth', dat begint met een groteske opera opening, waarna Van Hamel met haar zachte, heldere stem en een aantal samples het nummer op een rustig ritme voortstuwt. De aanwezigheid van het orkest komt enkel naar voren in de vioolpartijen en een kort heftig blazerintermezzo. Je ziet de soldaten de stad al binnen marcheren en de trompettisten op de stadsmuur staan. Het gehele album heeft dan ook soundtrack kwaliteiten, niet zo gek als je bedenkt dat zowel het Metropole Orkest als Bauer voor verschillende films en series de muziek heeft verzorgd.

Het is al snel duidelijk dat de juiste keus is gemaakt. Het 50 koppen tellende orkest staat duidelijk in dienst van Bauer, waardoor de vocalen er niet onder lijden. Ondanks de bombastische composities en verschillende instrumenten blijft het typisch Bauer. Optimistische teksten, een tikkeltje melancholisch, maar vooral prachtige lichte melodieën. Dubbe en Van Hamel hebben er ruim twee jaar over gedaan om de veertien nummers te componeren naar tevredenheid, en dat is te horen ook. Vooral de sfeer is erg bepalend. Zo ontstaat dankzij een donker koortje, het lichte stemgeluid van Dubbe, een repetitieve piano en plots opkomende violen tijdens 'Captured in a Spinning Wheel' een geweldige mysterieuze ambiance. Ondanks het grote aantal muzikanten blijft het meestal intiem, ook al wordt het megalomane niet geschuwd. Het volledig instrumentale 'I'm no Prototype' begint nog rustig met een synthesizer en zachte drums, maar ontaard al snel in een 'oorgasme ' van klassieke koren, violen, blazers en een heleboel lastig te definiëren klanken.




Het is geen Smile van Brian Wilson, een groot voorbeeld van Dubbe, maar bezit net als die plaat een aantal wonderschone, inventieve composities en melodieën. De verbondenheid blijkt ook uit de naam van Van Dyke Parks, de tekstschrijver van Wilson, die op de voorkant prijkt. Net als Elvis Costello blijkt hij een groot fan van The Bauer Melody of 2006 te zijn. Terecht, want ook al is niet elk nummer even geslaagd, het is een album waar elke popliefhebber de gehele winter van zal genieten. En dan krijg je er ook nog eens 5 filmpjes van o.a. de repetities bij!



Label: Excelsior Releasedatum: 14-11-2006 Waardering:


Must See/Buy/Do
Aanrader
Redelijk
Tsjaa...
STAY AWAY!!!!