Atomfall
Post-apocalyptische games doen het nog steeds goed, franchises als Fallout en STALKER hebben een bepaalde aantrekkingskracht bij gamers. Rondstruinen in een post-nuclear wasteland, verwoeste nederzettingen uitkammen, knokken met gemuteerde schepsels en andere overlevenden blijken nog altijd populaire bezigheden in games. Atomfall is een action-survivalgame die zeker overeenkomsten heeft met de titels van weleer, maar grotendeels op zichzelf staat.
Zoals gebruikelijk heeft er een ongekende catastrophe plaatsgevonden waardoor de (game)wereld er nu uitziet zoals hij eruitziet. Het leuke in Atomfall is dat het gebaseerd is op een waargebeurde ramp die we voor zover ik weet nog niet eerder hebben gezien in een computerspel: de Winsdscale-ramp van 1957. In 1957 vond er een incident plaats in de nucleaire reactoren bij de Windscale Piles, aan de noordwestelijke kust van Engeland, in het toenmalige Cumberland (tegenwoordig Cumbria). De ramp veroorzaakte een fall-out waarbij radioactieve neerslag zich verspreidde over het Verenigd Koninkrijk en andere delen van Europa, met naar schatting 100 tot 240 doden als gevolg van schildklierkanker op de lange termijn, veroorzaakt door de radioactieve isotopen iodine-131 en polonium-210.
In Atomfall wordt een alternatieve vertelling van deze ramp gebruikt waarbij het nationaal park Lake District in Cumbria volledig verwoest werd door de nucleaire ramp. De speler begint als een ongeïdentificeerd persoon die lijdt aan amnesie en de taak op zich neemt om uit te vogelen wat er precies is gebeurd, pakweg vijf jaar na de ramp. We worden wakker in één of andere ondergrondse bunker en aan de hand van wat verspreide notities krijgen we een voorzichtige indicatie waar we zijn en wat er gaande is. Eenmaal aan de oppervlakte wordt duidelijk dat ontwikkelaar Rebellion een uiterst kleurrijke, visueel aantrekkelijke setting heeft neergezet om voor de speler in rond te struinen. Een puik "emerge from the vault"-momentje toont een fraai groen landschap met ook een boel sci-fi-elementen en typisch Britse architectuur waarbij zelfs de straatnaambordjes en iconische rode telefooncellen ontzettend "Bri'ish" aandoen. Zit je er even doorheen, dan staan er her en der thee-setjes uitgestald om even kopje earl grey tot je te nemen en te reflecteren op je Britse identiteit en de moordlustige, nietsontziende omgeving.
De semi open-wereld van Atomfall is ontzettend gevaarlijk. Luttele minuten na goed en wel de controls te hebben uitgevogeld was ik al een aantal keer belaagd door wezens die me dood wilden hebben. Dat betrof een paar rattenplagen en vleermuiskolonieën, maar het grootste gevaar waren andere mensen. De map is bezaaid met groepen scavengers, bandieten, outlaws - geef het beestje een naampje - die gezamenlijk grote gebieden afstruinen en niet openstaan voor enig dialoog, maar wel tot de tand bewapend zijn. Atomfall heeft een erg pittige start omdat je met niks begint en dus vooral in het begin vaak beter confrontatie uit de weg kunt gaan totdat je wat uitrusting hebt bemachtigd zodat je terug kunt vechten. Gelukkig is onze hoofdpersoon geen watje, zelfs met blote handen is het niet moeilijk om geïsoleerde vijanden uit te schakelen, zowel in een één-op-één matpartijtje of door een goed getimede silent takedown. Er is geen levelsysteem, ter herinnering, Atomfall is géén RPG, maar je kunt nieuwe vaardigheden unlocken met behulp van behoorlijk zeldzame 'training stimulants', en dat in verschillende disciplines zoals charisma, stealth, melee en traps.
Na een half uur had ik een mes, een paar molotov-cocktails en een honkbalknuppel en zodoende werd het steeds iets makkelijker om meer loot te vergaren en hulpmiddelen als verbandjes zelf te craften. Na ongeveer anderhalf tot twee uur had ik een verroest pistool, een jachtgeweer en een paar handgranaten om het ook op te kunnen nemen tegen groepjes vijanden. De combat voelt solide, melee combat werkt goed en de klappen die je uitdeelt lekker impactvol. Vanwege de munitieschaarste doe je er goed aan om vooral headshots na te streven, wat met een prettig aim-down-sight-mechanisme goed te doen is, vooral tegen vijanden die met slagwapens op je af komen rennen. Ook de gunplay heeft mij verrast, het schieten voelt en klinkt gewoon lekker, alleen je moet je kogels wel echt laten tellen. Nog een uurtje later had ik een pijl en boog, waarmee het weer een stukje eenvoudiger werd om groepjes onverlaten stil om te kunnen leggen. De A.I. is dom, je kunt je eenvoudig verstoppen in hoog gras en hoewel vijanden gealarmeerd raken wanneer ze één van hun companen ergens doodgebloed zien liggen, geven ze hun zoektochten snel op en zullen niet zelden in willekeurige richtingen rennen als een stel kippen zonder kop.
Het grotere plaatje, waar zijn we, wat is er nou eigenlijk aan de hand en wat is precies ons doel, wordt lange tijd totaal niet duidelijk, behalve dat je op zoek bent naar een locatie genaamd "The Interchange" in de hoop iets meer te weten te komen over jezelf en je doel. Dat hoeft niet zoveel uit te maken, er is een enorme waslijst aan side-activities waar je je mee kunt vermaken en vooral wanneer je eenmaal in de grote nederzetting van Wyndham Village aankomt gaat Atomfall een beetje leven. Wyndham Village is een (relatief) veilige haven waar je vrij kunt rondlopen, quests kunt opdoen en allerlei verschillende handelaren kunt bezoeken. Er is een kerk, een bakkerij, een stadshal, verschillende pubs en allerhande winkeltjes. Je moet hier nog steeds op je hoede zijn want Wyndham Village staat onder quarantaine van The Protocol, een soort overheidsorganisatie voor zover je daar nog van kunt spreken die claimt orde en structuur aan te willen brengen in de wetteloze woestenij aan de kust van Noord-Engeland. Dit gaat met harde hand en de oorspronkelijke bewoners van Wyndham zijn dan ook niet blij met deze bezetters, die claimen het beste met ze voor te hebben maar ondertussen wel weerloze vrouwtjes uit hun woningen dwingen en de straten laten patrouilleren door enorme mechs met vlammenwerpers die voortdurend de lokale bevolking in de gaten houden.
Voor je het weet ben je verwikkeld in allerlei complotten tussen de bewoners en leden van the protocol, maar ook bewoners onderling. Het is leuk om te zien dat je hier vaak verschillende keuzes hebt in wie je waarmee wel of niet helpt, je waant je af en toe in een verknipte aflevering van Midsomer Murders. Je moet wel continu opletten waar je loopt in Wyndham omdat rondneuzen in veel locaties wordt gezien als 'trespassing', waarvan je ook een indicatie op je HUD te zien krijgt. Dat maakt het soms wat vermoeiend als je aan het verkennen bent, al krijg je genoeg gelegenheid om terug te keren naar neutrale grond. Net als in Fallout heb je in Atomfall een soort privilege als buitenstaander, ook de autoriteiten van The Protocol zien je als iemand die de buitenwereld heeft getrotseerd en daarom waardevolle informatie kan hebben of voor hen kan verschaffen. Questing is wel tamelijk chaotisch, het is regelmatig onduidelijk wat je volgende doel is en je moet het vaak hebben van een reeks genoteerde aanwijzingen om uit te vogelen waar je naartoe moet.
Daar komt bij dat je ont-zet-tend veel heen en weer moet sjauwen, tot vervelends toe. Vooral vanwege onduidelijkheid in quests zal je niet zelden een grote afstand afleggen naar een plek waar je denkt dat je moet zijn, om er vervolgens achter te komen dat die specifieke locatie nog niet toegankelijk is totdat je iets anders vindt of met iemand hebt gepraat. De afwezigheid van fast-travel maakt dit bij vlagen een crime. Atomfall is geen open-wereld, het zijn grote afgebakende gebieden waartussen je kunt reizen, maar je moet wel iedere keer handmatig naar een 'exit grid' lopen. Zo reusachtig zijn de levels niet eens, maar op den duur was ik echt klaar met het heen en weer lopen, niet in de laatste plaats omdat vijandelijke mobs ook iedere keer weer respawnen en hoewel het knokken leuk is, wil je soms ook gewoon een doel hebben.
Wat aan die frustratie bijdraagt is het feit dat je een ontzettend weinig inventarisruimte hebt waardoor je vaak zal moeten kiezen wat je wel en niet meeneemt na het zoveelste kampement te hebben geplunderd. Er is wel een mechanisme ingebouwd in de vorm van een uitgestrekt pneumatisch pijpsysteem wat moet fungeren als een gedeelde stash die je vanaf meerdere locaties kunt benaderen en waar je oneindig je rotzooi in kwijt kunt, maar zelfs daarmee blijft het vaak nodig om op ietwat onnozele wijze je eigendommen te moeten micromanagen. Je kunt hier je extra wapens opslaan die je later nodig zal hebben om met behulp van blueprints je arsenaal te upgraden. Er overigens geen handelsvaluta, een soort bottlecap-equivalent, alle handel die je drijft is gebaseerd op waarde van items die (letterlijk) op een weegschaal gelegd worden. Dat werkt tot op zekere hoogte maar het is jammer dat je waardevolle gevonden spullen vaak niet kunt slijten omdat verkopers niks interessants hebben om er tegenover te zetten.
Atomfall is geen Britse take op Fallout, en dat hoeft ook helemaal niet. Rebellion heeft een fraai ogende wereld neergezet vol gedetailleerde, typisch Britse architectuur met hele mooie binnen- en buitenlocaties, met best een boeiend achtergrondverhaal waarin je je uren kunt verliezen als de gameplay en de gameplay-loop goed bevallen. Wat betreft loot/survival en combat mechanics voelt Atomfall als een solide productie maar onthoud, het is geen RPG, het is een vrij lineaire survival/actiongame met verder geen hardcore mechanics of noemenswaardige class/build/leveling-systemen. Oeverloos op en neer peddelen, de wat primitieve inventaris- en handelssystemen remmen de potentie wel wat af, maar los daarvan een prima tussendoortje.