Atomic Heart

We schrijven het jaar 1955 in een alternatieve werkelijkheid, één waar de Sovjet-Unie als overwinnende partij van de Tweede Wereldoorlog uit de bus is gekomen en enorme sprongen heeft gemaakt op technologische vlakken zoals energie en robotica. Aan de geharde WW2-veteraan Sergey Nechayev, codenaam P-3, om de strijd aan te gaan met losgeslagen robots, doorgedraaide wetenschappers en verknipte experimenten.

Atomic Heart is de eerste game van ontwikkelaar Mundfish, een nieuwe studio die sinds 2017 aan de titel werkt. Toen de eerste trailers verschenen waren vergelijkingen met games als Bioshock, Prey en Fallout 4 al snel gemaakt: Atomic Heart speelt zich af in een typische dystopische wereld met een hoog gehalte retrofuturisme. Knappe koppen binnen de Soviet-Unie hebben een gigantische technologische doorbraak gemaakt dankzij de ontwikkeling van Polymer, een soort vloeibare module die geprogrammeerd kan worden om robotten mee te besturen en zelfs in het menselijk lichaam geïntergreerd kan worden. Geavanceerde A.I. en robotten staan volledig in dienst van de mensheid en zijn onlosmakelijk deel geworden van de maatschappij en het straatbeeld. 

De on-rails introductiescene geeft een mooie inleiding van hoe de wereld er voor staat in de naoorlogse Sovjet-Unie. Kraampjes worden bediend door vriendelijke vrouwelijke androïdes, metalen straatartiesten bieden kinderlijk vermaak en de lucht ziet zwart van de drones. Polymer was er dan ook in de eerste plaats om de sterk uitgedunde beroepsbevolking als gevolg van de oorlog te vervangen voor met name de taken waar fysieke arbeid aan te pas komt. We komen aan in Facility 3826, een reusachtig uitgestrekt onderzoekscentrum in sovjetrepubliek Kazachstan, waar we het leeuwendeel van de game zullen vertoeven. Wat opvalt tijdens deze relaxte inleiding is dat het spel grafisch behoorlijk hoge ogen gooit, waarbij vooral de omgeving indrukwekkend te noemen is maar sowieso over de hele linie uiterst verzorgd oogt. Sommige zaken zoals bepaalde character models hadden misschien iets aantrekkelijker gemogen, maar de verschillende binnen- en buitenlocaties zijn van begin tot eind doorspekt met details.

Ons personage P-3 heeft ook zo zijn persoonlijke werk laten doen op het gebied van vernuftige optimalisaties. Vanaf het prille begin word je vergezeld door een pratende handschoen genaamd Charles. Charles neemt je af en toe bij de spreekwoordelijke hand en geeft voortdurend advies, ook als je daar niet op zit te wachten. Deze 'Polymer glove' is naast een voortdurende stroom van leerzaam conversatiemateriaal ook voorzien van de laatste technische snufjes om bijvoorbeeld sloten mee te herprogrammeren of de omgeving te scannen, en kan met talloze features geüpgraded worden in verschillende disciplines zoals elektriciteit, vuur en ijs. Het fungeert dus defacto als de linkerhelft van je arsenaal, een beetje zoals we bijvoorbeeld plasmids kennen van Bioshock.

Het voelt goed om tijdens de combat te kunnen experimenteren met combinaties van deze vaardigheden en conventionele wapens. Het is uitermate bevredigend om wat op hol geslagen robotten eerst te electrokuteren en vervolgens te bewerken met een grote voorhamer, of ze onder te spuiten met vloeibaar polymer en ze vervolgens in de hens te zetten. Sowieso bieden de gevechten bijzonder goed vermaak, waar de puike physics in het spel zeker aan bijdragen. Naast rondvliegende robotledermaten zijn ook iconische skills zoals telekenesis beschikbaar om rondslingerende troep als vernietigende projectielen te kunnen gebruiken. Het volledige arsenaal aan vuurwapens is qua aantal niet echt indrukwekkend, maar ik heb ook nooit het idee gehad dat het te weinig was omdat je toch ook voor een aanzienlijk deel focust op het gebruik van je futuristische handschoen.

Hoofdpersoon Sergey heeft wat eigenaardige karaktertrekjes, zo is hij nogal opvliegerig, niet vies van het nodige sarcasme en heeft hij een gezonde dosis scepsis jegens de kunstmatige intelligentie die overal opduikt. Zijn losse tong en soms net wat té bijdehante opmerkingen zulllen sommige spelers onherroepelijk gaan tegenstaan, al heb ik me er zelf niet al te veel aan geërgerd. De dialogen met Charles waren grotendeels ook gewoon zuiver, informatief en boeiend genoeg om te volgen. Ook het feit dat P-3 zijn eigen "quests", die over het algemeen best leuk en uitgebreid in elkaar zitten, een beetje belachelijk maakt zorgde voor een kleine grijns.

Je zal in Atomic Heart ook moeten knokken met 'organische' vijanden die tot op zekere hoogte weer een andere aanpak vergen. Behalve je elemental skills hierop voor te bereiden hebben ook wapens de mogelijkheid om munitie te voorzien van elemental damage uit de bekende categorieën. Dit werkt via een onhandig systeem genaamd cartridge modules waarvoor je een upgrade moet unlocken en dan moet klooien met opzetbare onderdelen die vervolgens slechts tijdelijk werken. Even was ik bang dat dit een vereiste zou gaan worden maar gelukkig heb ik me prima kunnen redden met alleen conventionele munitie. Wel is het zaak dat je goed voorbereid bent voor bijvoorbeeld boss fights, omdat een tekort aan kogels geen zeldzaamheid is tenzij je voornamelijk melee wapens gebruikt. Op sommige momenten tijdens de playthrough waren autosave-punten dermate beroerd gekozen dat voorbereiden gewoon niet meer mogelijk was omdat de game laadde ná een punt waar je de 'open' wereld nog in kon en nog naar vending machines kon. Ook het wisselen van wapens en managen van je inventaris moet je namelijk doen bij dezelfde vending machines. Vending machines die overigens bij vlagen bediend worden door een bloedgeile A.I. genaamd NORA, maar dat geheel terzijde.

Want dat zit ronduit waardeloos in elkaar, je inventory. Je kunt je inventory openen maar effectief kun je daar eigenlijk niets. Zelfs het bekijken van items zodat je op zijn minst weet wat je bij je draagt is niet vanzelfsprekend. Ik heb meermaals langdurig moeten kloten om erachter te komen wat iets was en of ik het nodig had. Dit had echt anders gemoeten of beter helemaal weggelaten kunnen worden. De meeste loot die je opraapt is gelukkig 'resource' voor het unlocken van skills of aanbrengen van upgrades en zie je verder niet als losse items. Uiteindelijk red je je wel maar het inventory management is af en toe onnodig een crime. Voor het looten is overigens een handig systeem bedacht waarbij je een knop kunt inhouden en gewoon richten op de plekken waar zich loot bevindt zodat je het allemaal automatisch naar je toe zuigt. Dit heeft weer als nadeel dat je vaak denkt alles wel leeg te hebben maar dan toch blijkt dat je de helft niet mee hebt genomen omdat je de 'loot-opzuigknop' niet lang genoeg had vastgehouden. Op het gebied van mini-games/puzzels scoort Atomic Heart hoog, van de nodige varianten op de bekende lockpickinggame uit Elder Scrolls-games tot wat complexere puzzels waarbij je met je shock skill platformen kunt manipuleren of mini-games waar het op timing en ritme aankomt.

Het "AI-overname"-scenario kennen we natuurlijk wel uit andere games en media, maar toch heeft het verhaal in Atomic Heart me wel vast weten te houden tot het einde en me zelfs geïnspireerd om her en der de nodige backstory na te lezen via de verschillende rondslingerende lees- of luisterbare aanwijzingen. Hoewel er een paar keuzes zijn in het spel die van enige invoed zijn is dit in feite verwaarloosbaar en is het allemaal relatief lineair.

Qua gameplay is er wel een overkopelende 'open wereld' alleen vond ik het weinig uitnodigend hier al te veel te gaan free-roamen. De open wereld heeft namelijk een soort wanted-systeem waarbij er continu nieuwe vijanden spawnen als je de strijd aan gaat. Hier zijn wel weer oplossingen voor maar vond ze vaak de moeite niet, alleen om dat ene hutje veilig te kunnen looten. Omdat ook overal camera's hangen word je een beetje gedwongen om ook stealthy te zijn, wat weer slecht past bij het openwereldesign van Atomic Heart. Vaak rushte ik dan maar gewoon door de open gedeeltes op weg naar mijn volgende objective, soms met behulp van beschikbare rijtuigen die ongelukkige slachtoffers hadden achtergelaten.

Op dat soort momenten merk je wel dat het net even wat minder gepolijst en 'premium' aanvoelt dan bijvoorbeeld een Bioshock. Wél is het een uiterst vermakelijke game die toffe combat biedt met hoogwaardige graphics, physics en een heerlijke performance op in ieder geval Xbox Series X, met talloze opties om aan de hand van upgrades een eigen speelstijl te creëren. Zeker drie 'skill trees' heb ik überhaupt niet eens aangeraakt. Wat wel jammer is is dat het allemaal een beetje abrupt op zijn einde komt en er weinig aanzet tot een tweede playthrough. Een NG+ modus was zeer welkom geweest om ook andere wapens, upgrades en vaardigheden nog eens uit te proberen. Zonder al te veel exploration en schatzoekerij zat ik al snel aan zo'n 16 uur speeltijd tot de credits over het scherm rolden, dus het is ook weer niet maar zo voorbij.

De edgy humor in het algemeen en de persoonlijkheidstrekjes van hoofdpersoon P-3 in het bijzonder zullen her en der niet in goede aarde vallen, maar de kwaliteit van de voice acting is gewoon dik in orde. Puzzels zijn vindingrijk en bevredigend om te doen, bosses zijn imponerend en ook hier floreert de game weer qua fun met betrekking tot de combat. Ondanks zijn tekortkomingen is Atomic Heart zeer aan te raden voor fans van Bioshock en andere retrofuturistische games, zowel voor de setting als voor de gameplay.