Sonic Frontiers

Oude franchises die op een creatief dood spoor zitten kunnen nog altijd een populair trucje uitproberen: grote open speelwerelden of zones. Dat is precies wat Sega met Sonic Frontiers heeft gedaan en het resultaat is onder de streep zeker positief.

Moderne Sonic-games gooien al vele jaren geen hoge ogen meer. De laatste game die goed werd ontvangen was Sonic Mania, een retro-spel die niet eens door Sega zelf is ontwikkeld, maar door fans (met toestemming van Sega natuurlijk). Na de teleurstellende Sonic Forces in 2017 was het hoog tijd dus om eens wat anders te proberen.

Sonic Frontiers introduceert dus grote open zones (zoals Sonic Team ze zelf noemt). Het is dus geen open wereld waar je op non-lineaire wijze overal naartoe kunt, maar deze zones zijn wel een stuk groter dan de open levels in bijvoorbeeld de Sonic Adventure-games. De zones zijn zowel qua uiterlijk als design niet bepaald indrukwekkend. Er zijn wel verschillende ‘biomes’, maar de wereld oogt over het algemeen vrij kaal en plat.

Toch zorgt deze nieuwe openheid voor een andere structuur die voor mij in ieder geval goed werkte. In deze game ben je gelukkig niet zo bezig met traag verkennen. In plaats daarvan ben je zoals deze blauwe egel betaamt snel verschillende mini-levels aan het spelen. De zones zitten namelijk vol optionele structuren die je moet beklimmen of een andere platformer-achtige uitdaging op moet verrichten. Het is de moeite waard, want ze zijn leuk om te doen en je krijgt er upgrade-materialen voor. Je bent aan deze secties ook maximaal 20-30 seconden kwijt, dus het tempo blijft lekker hoog.

Het spel wilt sowieso niet dat je stilstaat. De zones zitten vol boostpanelen die je lanceren en vangrails waarop je op klassieke wijze kunt grinden. Als er iets is dat je forceert om af te remmen zijn het wel de torenhoge (mini-)bazen die je ook in de zones kunt vinden. Meestal moet je deze bazen al rennend beklimmen om hun weakpoint te bereiken, maar onderweg zijn er natuurlijk allerlei obstakels. Het spel bevat verrassend veel bazen en ze zijn bijna allemaal leuk om tegen te vechten. Natuurlijk zitten er ook een paar vervelende tussen, maar die kun je altijd overslaan.

Sonic Frontiers introduceert nog een paar interessante nieuwe elementen. Wat te denken van een heus vechtsysteem en een aantal RPG-mechanieken? Door activiteiten te doen in de wereld verdien je ervaringspunten waarmee je bijvoorbeeld je snelheid en aanvalskracht kunt verbeteren. Verder zijn er ook ervaringspunten voor een skilltree waarmee je dus nieuwe vaardigheden voor Sonic kunt ontgrendelen. Ik vind deze toevoegingen prima omdat ze motiveren om de activiteiten in de zones te doen.

Het vechtsysteem is iets minder succesvol. Dit keer versla je vijanden niet door simpelweg een dash te gebruiken of door op ze te springen zoals in veel Sonic-games. Sonic kan nu in plaats daarvan combo’s uitvoeren en er is zelfs een parry-knop. Het ziet er stijlvol uit, maar in de praktijk hoef je eigenlijk alleen te button mashen om te winnen. Bovendien is parry-timing ongelofelijk royaal waardoor het veel te makkelijk is.

Hoe kom je op deze wereld trouwens? Ik heb het nog niet gehad over het verhaal omdat ik dat bij Sonic-games bijzaak vind. Dat geldt niet voor alle fans en wellicht dat die met deze game op hun wenken worden bediend. In dit spel reizen Sonic en zijn vrienden per vliegtuig naar Starfall Island om weer de beruchte Chaos Emeralds te verzamelen. Het vliegtuig komt onderweg in een mysterieuze wormgat terecht en alleen Sonic weet veilig op het eiland aan te komen. Het eiland blijkt op bizarre wijze verbonden te zijn met een alternatieve ‘Cyber Space’ en niet alleen Sonic’s vrienden zitten daar gevangen, maar ook Doctor Eggman zit daar natuurlijk wat uit te spoken.

De connectie met deze Cyber Space moet ook de aanwezigheid van al die technologische structuren op het eiland en de verschillende verdedigingsmechanismen waar Sonic tegenaan loopt uitleggen. Het is wat mij betreft allemaal een prima excuus. Belangrijker voor fans zijn de optionele en uitgebreide gesprekken die Sonic met onder andere Amy, Knuckles en Tails kan hebben. Sega heeft speciaal voor deze game Ian Flynn ingehuurd, die eerder verantwoordelijk was voor de Sonic stripboeken en hoog aangeschreven worden door fans. De dialogen zijn waarschijnlijk daarom ditmaal gelukkig niet pijnlijk slecht. Toch moet ik toegeven dat de gesprekken mij niet lang hebben weten te boeien.

Sonic Frontiers probeert op een andere manier de fans tegemoet te komen: het spel bevat namelijk ook een aantal klassieke lineaire Sonic levels. Deze levels spelen zich af in de Cyber Space en kunnen er dus heel anders uitzien. In de praktijk betekent dit gewoon levels die de klassieke thema’s gebruiken zoals Green Hill en Chemical Plant. Ik vond deze levels in het begin leuk, maar omdat ze dus eigenlijk alleen maar oude ideeën hergebruiken werden ze toch een beetje voorspelbaar.

Conclusie:
Sonic Frontiers probeert aan de ene kant Sonic opnieuw uit te vinden en tegelijk aan de andere kant oude fans tevreden te houden door ook oude elementen in het spel te zetten. Sega is op beide fronten deels succesvol. De open zones verlenen het spel een fijn structuur waarmee ook de geest van Sonic niet verloren gaat. Andere nieuwigheden zoals het vechten zijn wel wat minder en een aantal van de oude elementen zoals de lineaire levels weten niet te overtuigen. Kortom, Sonic Team staat met dit spel eindelijk weer aan de startblokken, maar ik verwacht dat het pas bij de volgende game een mooie sprint wordt.