Doom Eternal

In 2016 lukte het id Software iets te doen dat eigenlijk maar zelden gebeurt: een succesvolle reboot creëren. Doom, een van de meest invloedrijke franchises in de industrie, kwam na meer dan een decennium afwezigheid ijzersterk terug. Doom Eternal bouwt verder op die game en het resultaat is een van de beste first-person shooters ooit.

De Doom Slayer (of ‘Doomguy’) is een onverwoestbare storm van geweld die enkel een berg van demoonlijken achter zich laat. Hij is machtig, snel en meedogenloos. Het enige doel dat hij voor ogen heeft is om het rijk der demonen teniet te doen, al moet hij hoogstpersoonlijk elke lelijke demoon afslachten. Ik benoem dit omdat de game je je ook zo laat voelen. Het is een bliksemsnelle en brute FPS en als je het leert spelen voel je je net zo machtig als de Slayer.

Doom Eternal speelt zich twee jaar na de gebeurtenissen van de eerste game af. Inmiddels is de aarde overspoeld door een leger demonen en het grootste gedeelte van de populatie is vernietigd. De Doom Slayer is laat aangekomen, maar het is nu zijn taak om de aarde te bevrijden door eerst de drie Hell Priests te vinden en te vermoorden. Deze game duikt trouwens iets dieper in de ietwat vage Doom lore. Je moet echt wel kennis van de eerste game hebben en de optionele teksten lezen die je vindt, anders is het verhaal moeilijk te volgen. Desondanks vond ik het verrassend interessant.

Wat de nieuwe generatie Doom-games zo goed maakt is de uitstekende gameplay. De 2016-game was al top, maar de sequel doet daar nog een paar schepjes bovenop. Het tempo van gevechten ligt hoog en je moet haast spastisch door de maps rennen om je vijanden een stap voor te blijven. De Slayer heeft wat het slachten betreft veel gereedschappen tot zijn beschikking. De vele wapens natuurlijk, maar ook een kettingzaag, een supersterke melee-aanval, een vlammenwerper en twee types granaten. Allemaal met hun eigen meters en cooldowns. Het is eigenlijk vrij complex, maar de game is ook ontworpen om je te motiveren om echt al die tools te gebruiken.

De wapens, die stuk voor stuk krachtig voelen, hebben allemaal een eigen functies die specifieke demonen counteren. De cacodemon bijvoorbeeld kan heel snel worden neergehaald door een granaat in zijn bek te schieten met de sticky bombs mod van de shotgun. Met de precision bolt van de heavy canon kun je de sterke en dikke mancubus snel ontarmen. Zo vervult elke wapen een niche en dien je tijdens de chaotische gevechten razendsnel te switchen om beter te kunnen moorden. Dat is vooral noodzakelijk op de ‘Nightmare’ moeilijkheidsgraad.

De gameplay is niets minder dan turbulent, iets dat ook onderstreept wordt door de keiharde metal soundtrack. Toch ontstaat er een ritme in de gevechten waarin de strijd tegen de demonen een gewelddadige dans wordt. Je leert hoe je moet bewegen in deze game, welke wapens je tegen welke vijanden moet gebruiken en natuurlijk ook de slagvelden waarin je vecht. Het eindresultaat is een echt geweldige ‘gameplay loop’, een verzamelwoord voor al de hierboven beschreven acties.

Doom Eternal is vergeleken met de voorganger op dit gebied dus vooral ‘meer’; meer wapens, meer types vijanden en meer vaardigheden. In dit geval betekent meer gelukkig ook dat het beter is. Wat deze game naar een hoger niveau tilt is dat het daar niet bij blijft. De sequel heeft een belangrijk nieuw laagje toegevoegd: het is zowaar ook een heuse platformer. In Doom Eternal kom je hindernissen tegen die niet in een 3D platformer zouden misstaan. Je springt (en dasht) op en over vallende platformen, klimt op muren en ontwijkt vlammen en andere typische belemmeringen.

Mijn inziens verbetert dit de tijd die je spendeert tussen de gevechten door, iets dat voorheen vooral bestond uit een beetje vooruit lopen en verkennen, aanzienlijk. De level design is door al die nieuwe platforming mechanieken ook een stuk interessanter en alle optionele verzamelobjecten en power-ups zijn leuker om te vinden. Die levels zijn sowieso meer gevarieerd. In de originele game wisselde je af tussen Mars en Hell, terwijl je hier ook naar de Aarde gaat en een nieuwe locatie genaamd Argent D’Nur. De eerste game werd qua omgevingen een beetje repetitief, daar heeft Doom Eternal weinig last van.

Als ik dan toch minpunten moet benoemen zou ik zeggen dat de game visueel iets te druk is. Er worden felle kleuren gebruikt zoals lichtgroen en oranje om ammo en bepaalde items te weergeven. Samen met de gloeiende demonen en de geel-blauwe UI-elementen kan de game soms zelfs een beetje cartoonesk ogen. Verder kunnen de laadtijden op consoles ook vervelend zijn. Als je op een hoge moeilijkheidsgraad speelt ga je wel vaker dood en dan moet je door twee schermen heen voordat je terug bent. Dat is vooral irritant als je de Slayer Gates, optionele lastige challenges, aan het doen bent.

Ten slotte is er ook een multiplayer-modus genaamd battlemode. In deze modus neemt een Slayer het op tegen twee demomen, alledrie bestuurd door spelers. Wie als eerste 3 rondes wint pakt de zege. Het is vermakelijk, zeker als je als demoon mag spelen, maar dit is geen modus die je op de lange termijn gaat spelen. Na een paar potjes had ik het alweer gezien eigenlijk.

Conclusie:
Doom Eternal is niets minder dan glorieus. De toch al uitmuntende shooter-gameplay is verder verdiept en verfijnd. Daarnaast is de game ook ambitieus gebleken, iets dat bewezen wordt de toevoeging van allerlei platforming-elementen. De sequel is daarmee ook buiten gevechten om heel leuk om te spelen. Als we het hebben over singleplayer shooters staat Doom Eternal wat mij betreft echt aan de top van het genre.

Gespeeld op PS4, ook beschikbaar voor Xbox One en pc. Een Switch-versie is ook aanstaande.