Dragon Ball Z: Kakarot

Dragon Ball Z: Kakarot is de zoveelste keer dat het verhaal van Dragon Ball Z wordt verteld in een videogame. Saai, zou je denken, maar de game pakt het compleet anders aan. De game combineert het vechten met RPG-elementen en maakt het mogelijk de wereld van Dragon Ball te verkennen. Het is eerder een spirituele opvolger van Legacy of Goku dan iets als Budokai Tenkaichi. Dit maakt de game een frisse, maar enigszins gebrekkige, ervaring.

Dragon Ball Z: Kakarot - Training Ground (Foto: Bandai Namco)

Vanaf het begin voel je al dat er moeite is gestopt in het vernieuwen en versimpelen van de game. De combat is relatief simpel, met enkele simpele en overzichtelijke mogelijkheden. Je kan slaan, je kan blocken en speciale aanvallen gebruiken: allemaal met een simpele druk op een knop of twee. Geen ingewikkelde combinaties of uitgebreide tutorials. Voor de diehard fan van Dragon Ball-fighters is dit misschien minder gewenst, maar de game probeert meer RPG/Action dan pure fighter te zijn, dus het compromis voelt voor mij begrijpelijk. De animaties tijdens combat zijn Dragon Ball trouw en voelen impactvol, snel en geïnspireerd.

Combat moet de ruimte dit keer delen met uitgebreide storytelling en exploratie. Door de insteek de game meer als RPG aan te laten voelen, zit de game vol met side quests, extra activiteiten en vrije ruimte om de wereld te onderzoeken. Of je nou gaat vissen, materialen gaat verzamelen of simpelweg rond wil vliegen en currency voor upgrades wil verzamelen: het is aan jou. Voor mij gaat het hier een beetje mis, want deze activiteiten zijn niet interessant tot matig te noemen. De side quests zijn dan nog het beste, maar dat komt niet door de activiteiten zelf, maar door de (korte) verhalen die ze vertellen en iets meer persoonlijkheid en informatie geven over de personages. 

Dragon Ball Z: Kakarot - Driving (Foto: Bandai Namco)

De activiteiten zijn saai te noemen, of om de term maar te gebruiken: filler. Iets wat Dragon Ball Kai heeft opgelost, maar waar we bij Dragon Ball Z mee zijn opgegroeid. Het helpt ook niet dat de wereld verder vrij leeg is en dat de RPG-elementen erg licht en losjes zijn verwerkt in de game. De wereld volstoppen met orbs om te verzamelen, waarmee je upgrades kunt kopen, maakt het niet interessanter om rond te vliegen. Het voelt weinig impactvol als je levelt of met communities je stats verbetert, het voelt niet alsof er écht iets verandert. Dan heb je ook bezigheidswerk die een 'Dragon Ball Z Kai: Kakarot' zou veranderen of knippen. Wellicht klinkt dat wat streng, maar er zijn ook manieren dit soort activiteiten interessant te maken.

Dragon Ball Z: Kakarot - Gohan vs Cell fighting (Foto: Bandai Namco)

Ook andere zaken als lange laadtijden en gebrekkige voice acting buiten de hoofdlijnen vallen op, net als de paar glitches die je her en der tegenkomt. Dit zijn echter kleinere puntjes, want verder is de presentatie fantastisch. Kleurrijk, snelle actie, karakteristieke peronages, een toffe soundtrack. Het zijn dingen waar de laatste jaren de franchise sowieso bekend om gaat staan, kijk maar naar iets als Dragon Ball Fighter Z, en het is motiverend om te zien dat deze lijn in meerdere projecten wordt vastgehouden. Wat dat betreft hebben fans van Dragon Ball hier gewoon een toffe game, een goede hervertelling van wat ons dicht bij het hart ligt. Per persoon kan dit natuurlijk verschillen, sommigen zullen ongetwijfeld een gevoel hebben van: 'Dat ken ik nu wel.' Enigszins begrijpelijk natuurlijk en het zou de ontwikkelaar sieren ook eens de verhaallijnen van Dragon BallGT en/of Super te gebruiken.

Uiteindelijk is Dragon Ball Z: Kakarot een game voor de fans. Een mooie game met toegang voor iedereen met hier en daar wat gebreken. Ik denk dat deze gebreken voornamelijk komen omdat de game iets nieuws doet. RPG-elementen in een verkenbare wereld zijn iets dat we al een tijd niet hebben gezien en, met de nodige verbeteringen, iets wat mij betreft wel mag blijven. Er is potentie aanwezig die niet helemaal wordt gerealiseerd, maar dat mag de pret niet drukken.