The Outer Worlds

The Outer Worlds speelt zich af in het Halcyon-systeem, een sterrenstelsel ver van de aarde dat jaren geleden is opgekocht door een groep cooperaties die zijn opgegaan in een megacooperatie die de board wordt genoemd. Jij gaat als kolonist van het ruimteschip de hoop op weg naar Halcyon, maar je schip raakt uit de koers en je drijft doelloos door de ruimte voor decennia. Dan wordt je gewekt door Phineas Welles, die het op wil nemen tegen de Board door de kolonisten van de Hope te ontwaken. Je wordt vervolgens van hot naar her in het Halcyon-stelsel gestuurd om de middelen te vinden om de andere kolonisten te ontwaken.

Grafisch gezien is The Outer worlds kleurrijk, en dat merk je vanaf het moment dat je op Terra 2 uitstapt en naar Edgewater gaat. Door de kleurrijke bloemen en canids die er rondlopen in The Outer Worlds voelt het al dat Obsidian een unieke game wilt neerzetten door af te wijken van het standaard bruin en grijs in post-apocalyptische games. Zelfs op een ruimtestation zoals Groundbreaker waar veel metaal is gooit Obsidian er meer dan genoeg kleur in met felle neonborden. Het is niet de meest moderne game qua assets, maar je merkt wel dat er veel aandacht is uitgegaan om alles er tip-top uit te laten zien met wat oudere assets.

Wat ik eerder in mijn review heb gezegd en waar ik ook bij blijf is dat er met The Outer Worlds grafisch niks mis is, maar dat bij de game een overkoepelende artstijl ontbreekt. Byzantium voelt heel art deco terwijl Groundbreaker weer aanvoelt als cyberpunk, en in Edgewater ga je van post-apocalyptisch naar Western zodra je de Cannery binnenstapt. Het voelt wat bijeen geraapt, en zeker als The Outer Worlds benadrukt dat de Board overal aanwezig is had ik verwacht dat er wat meer gelijkenissen zouden zijn tussen verschillende steden.

Wanneer je een Obsidian-game speelt kun je er als de donder op zeggen dat je sterke storytelling kan verwachten en ook The Outer Worlds stelt niet teleur. Het is duidelijk dat de game parallellen vertoont met Fallout: New Vegas – een autocratische regering die de bevolking onderdrukt onder de dekmantel van american fifties-optimisme – maar The Outer Worlds doet dit nog beter. De game is een dystopie waarin hyperkapitalisme de mores bepaalt: Zelfmoord is een schande voor de samenleving niet omdat het een persoonlijk drama is, maar omdat de werker een middel is die zichzelf beschadigt met als gevolg dat dorpen en steden beboet worden. Grafopschriften worden uitgedrukt in hoeveel bits de arbeider heeft verdiend tijdens zijn leven, en bezuinigingen betekent vaak de dood van onschuldige mensen die sterven van de honger of ziekte.Waar in Fallout het optimisme en het falen van bedrijven op de achtergrond wordt gezet is het in The Outer Worlds heel aanwezig, en wordt het nog meer benadrukt doordat bijna alle NPCs heilig lijken te geloven dat ze in een fantastische wereld leven. Het zorgt ervoor dat de sfeer van de game ijzersterk wordt neergezet.

Die sterke storytelling zie je ook terug in je zes companions, elk met hun eigen quest. Wanneer je terugkomt op je ruimteschip zie je regelmatig dat ze met elkaar lopen te kletsen en de onderwerpen waar ze het over hadden met een andere companion meenemen wanneer je ze aanspreekt, en ook wanneer je Halcyon intrekt zullen ze regelmatig hun mening laten horen. Niet alle companions zijn even interessant (Parvati en haar companion quest liggen mijlenver voor op de rest), maar het voelt wel alsof je een kleine familie van buitenbeentjes op je schip hebt doordat ze hun eigen slaapplekken inrichten op het schip, en met elkaar gesprekken voeren wanneer ze geen dienst hebben.

Character progression voelt redelijk versimpeld in The Outer Worlds ten opzichte van andere RPGs: er zijn drie 'character attributes' (body/mind/personality) en zeven hoofdskills die zijn onderverdeeld in drie subskills. Eerst kun je alleen in die hoofdskills investeren, maar op een gegeven moment raak je een hard cap waarna je alleen subskills verder kan levellen om je te specialiseren en zo de beste bonussen te krijgen. Daarnaast heb je perks met vrij simpele bonussen, maar de perks worden pas echt leuk wanneer je verder speelt en de optie krijgt om een flaw te kiezen. Wanneer je bijvoorbeeld falling damage krijgt krijg je de optie om een hoogtevrees-flaw te kiezen in ruil voor een perk point. Het is leuk dat je een risco kan nemen in ruil voor een beloning, maar doordat de flaw een reactie is op je gameplay voelt de roleplay (als je dat doet) nog natuurlijker. Die versimpeling zie je ook in de combat. Het voelt en schiet lekker, maar elke enemy-groep heeft maar drie vormen: ranged, melee en getrainde pet. Wat meer variatie zou leuker zijn geweest.

The Outer Worlds is ook een loot-festijn en je komt voldoende bins, crates en kluizen tegen die je kan openbreken (al dan niet illegaal) en kan looten. Door die overvloed aan loot is het ook aan te raden om The Outer Worlds op hard te spelen, want ik merkte op normal dat er al gauw geen uitdaging in zat. Maar met al die loot zie je ook een van de weinige pijnpunten van The Outer Worlds heel duidelijk: inventory management. Het is meestal een ramp om te zien welk wapen of welk armor een verbetering is op het huidige, en het gebeurt heel vaak dat je per ongeluk iets verkoopt wat je had willen bewaren.

Desondanks is The Outer Worlds wellicht de beste RPG die ik in jaren heb gespeeld, vooral omdat de werelden klein maar sfeervol en vol content zijn. Het voelt ook fijn om een keer een gepolijste game te spelen die “af” voelt, in plaats van een live service-game die nog ontzettend veel patches en updates moet krijgen om speelbaar te zijn. The Outer Worlds heeft niet de diepgang of content van 80 uur wat zoveel RPGs tegenwoordig hebben maar de quests, werelden en gameplay die het heeft zijn gepolijst, sterk geschreven en bovenal heel erg leuk.

Gespeeld op pc, met dank aan 2dope voor zijn input.