Trine 4: The Nightmare Prince

Trine 4 is de ultieme feelgood puzzel-platformer. Ik weet nog dat ik het tweede deel speelde op de Xbox 360 ergens in 2011 en toen al onder de indruk was van de visuals. Het nieuwe deel, waar we wederom met de drie jolijte figuren Zoya, Amadeus en Pontius op avontuur gaan, ziet er ook weer schitterend uit en bevat opnieuw een hoop interessante mini-puzzels en voortreffelijke mechanics.

Het concept van de Trine-games is vrij simpel: als een typische platformer bewandel je een reeks levels die ieder afgeladen zijn met verschillende uitdagingen die overwonnen moeten worden met behulp van de speciale vaardigheden waar de drie personages over beschikken. Gelukkig gaat Frozenbyte Games met dit nieuwe deel gewoon weer terug naar de roots die zijn gelegd met de eerste twee games en is het wanstaltige 3D-perspectief uit Trine 3 in de kiem gesmoord.

De drie bekende helden trekken er ditmaal opuit om de jonge Prins Selius te vinden, ook wel The Nightmare Prince. Selius lijdt namelijk aan heftige nachtmerries die er dankzij zijn magische gaven voor zorgen dat allerhande duivelse schepsels de realiteit binnen sijpelen. Het drietal zit Selius voortdurend op de hielen in een poging hem te overtuigen naar zijn kasteel terug te keren, maar iedere keer neemt de duistere zijde het bewustzijn van Selius over waardoor hij telkens weet te ontglippen. Goed, verhaaltechnisch is het allemaal niet bijster interessant maar dat maakt voor de game eigenlijk bijzonder weinig uit.

Trine 4 ziet er gewoonweg schitterend uit. Iedere sectie binnen ieder level is doordrenkt van kleurige details en prachtige lichteffecten, om nog maar te zwijgen van de geperfectioneerde physics die de game rijk is. Dat laatste komt vooral tot bloei in de vele physics-based puzzels die je moet oplossen. Wie de franchise kent weet dat ieder personage zijn eigen unieke vaardigheden in huis heeft. Pontius kan bijvoorbeeld naast zwaardmeppen met zijn schild het zonlicht laten weerkaatsen waarbij met behulp van spiegels een ingewikkeld netwerk van lichtstralen gevormd kan worden om bepaalde switches om te gooien. Amadeus de tovenaar kan op zijn beurt uit het niets grote kubussen of ballen tevoorschijn toveren om te gebruiken als opstapje of om vijanden onder te vermorzelen. Zoya heeft een pijl en boog met allerlei extra functies, zoals een touw waar aan geslingerd kan worden of elemental arrows om objecten te bevriezen of juist in de hens te zetten. De kracht van Trine zit hem vooral in het combineren van alle skills die vaak op lumineuze wijze samen moeten komen om puzzels op te lossen.

Misschien wel het leukste tijdens de relatief korte playthrough van Trine 4 was het gevoel dat me bekroop als ik een uitdaging had overwonnen op een manier die eigenlijk 'fout' aanvoelde. Wat ik daarmee bedoel is dat er dus overduidelijk verschillende manieren zijn om puzzels te overwinnen en je soms het gevoel bekruipt dat je hebt valsgespeeld. Omdat je zoveel mogelijkheden hebt om te spelen met enerzijds de vaardigheden van de personages en anderszijds de objecten in het level kun je je creatieve geest de vrije loop laten. De ene keer moet je Amadeus' kubussen laten bungelen aan de touw-pijlen van Zoya terwijl Pontius vanaf de kubus zijn schild neerzet om een waterstraal in een put te laten lopen om zodoende een deur te kunnen openen. Op andere momenten ben je gewoon aan het hack-en-slashen, korte maar verfrissende tussenstukjes waarin je even wat vijanden tot moes slaat en over gaat tot de orde van de dag, puzzels oplossen. 

De combat zelf is weliswaar leuk voor de afwisseling maar érg simpel, wat eveneens geldt voor de paar boss fights die de game rijk is. Vechten met eindbazen is goed vermaak en winnen vereist soms ook de nodige vernuftigheid maar echt moeilijk wordt het nooit. Dat geldt in wat mindere mate voor de puzzels. Het langste dat ik over een puzzel deed zal tien tot vijftien minuten zijn geweest en misschien is dat ook wel precies de 'sweet spot', om het een beetje toegankelijk te houden en frustratie te voorkomen. Het verzamelen van munten levert je een XP-equivalent op waarmee je nieuwe vaardigheden of eigenlijk uitbreidingen op bestaande vaardigheden kunt unlocken. Dit is niet eens een noodzakelijkheid maar geeft de speler wel meer mogelijkheden in handen om levels uit te spelen. 

Verhaaltechnisch is het zoals gezegd niet om over naar huis te schrijven, maar de personages zijn gewoon weer leuk geschreven, hebben allemaal weer hun eigen karaktereigenschappen die zich doorgaans uiten door wat flauwe grappen en luchtige opmerkingen tussendoor. Het maakt samen met de moeilijkheidsgraad dat Trine 4 geschikt is voor (zeer) jong en oud. De game is uiteraard weer te spelen in volledige co-op, zowel offline als online. Als je er in je eentje mee aan de slag gaat kun je voortdurend on the fly wisselen tussen de drie poppetjes.

Ik durf wel te stellen dat het voor deze specifieke categorie qua graphics en performance nauwelijks beter kan, mogelijk een gedeelde eerste plaats met een Ori and the Blind Forest. Wat mij betreft is Trine 4 een vervolmaking van het 2,5D puzzel/platformer-genre. Het enige wat de game weerhoudt van een hogere score is het feit dat het uiteindelijk toch een vrij kort spelletje is zonder wezenlijke herspeelwaarde als je geen collector/completionist bent, en dat het wat mij betreft allemaal nog nét iets uitdagender had gemogen. De relatief korte duur van de game als negatief punt zal voor sommigen bevreemdend overkomen aangezien Trine 4 schijnbaar de langste Trine-game tot nu toe is. Desalniettemin is het me toch opgevallen dat ik er maar zo klaar mee was, maar daarin heeft het speelplezier mogelijk ook een grote rol gespeeld. Trine 4 is verkrijgbaar op PlayStation 4, Xbox One en pc voor €29,99.