Toy Story 4

Na de perfecte afsluiting van de trilogie in 2010 waren er gespannen reacties toen het vierde deel in de Toy Story-reeks werd aangekondigd. Hoe kon dit ooit nog overtroffen worden? Dat was nou juist de uitdaging voor Pixar, die met verve slaagt voor de test. 

Woody heeft altijd vertrouwen gehad in zijn plek op deze wereld. Zijn grootste prioriteit is de zorg voor Andy en Bonnie. Wanneer Bonnie's tot speelgoed omgetoverde handenarbeidprojectje, genaamd Forky, zichzelf als 'vuilnis' ziet en niet als speelgoed, besluit Woody hem te laten zien waarom het leuk is om speelgoed te zijn. Wanneer Bonnie haar speelgoed meeneemt op een familietripje, wordt Woody door een onverwachte omweg herenigd met zijn oude vriendin Bo Peep. Na jaren alleen op pad geweest te zijn, heeft Bo een avontuurlijk karakter gekregen, dat in schril contrast staat met haar breekbare porseleinen buitenkant. Maar nadat Woody en Bo erachter komen dat er een wereld van verschil tussen hen beiden is, ontdekken ze al snel dat er meer dringende zaken zijn om zich druk over te maken.

Allereerst moet opgemerkt worden dat in Toy Story 4 de mooiste animatiesequenties zitten uit de geschiedenis. De kraakhelderheid van de openingsscène is een positieve voorbode voor alles wat nog komen gaat, van de gedetailleerde weergave van het andere speelgoed, tot aan de voertuigen en beweging van de menselijke personages. Pixar heeft zichzelf in negen jaar tijd weer weten te overtreffen op het gebied van baanbrekende animatie, zoals het dat al deed in 1995, toen de digitale animatie door het bedrijf een enorme vlucht nam. Toen de kleine werd overgenomen door de reus die de naam Disney draagt is er alleen nog maar meer geïnvesteerd in het verbreden van die technieken, iets wat maar al te goed bleek in Brave, waar de haren van prinses Merida de medewerkers tot waanzin dreven. Of gewoon Lotso uit Toy Story 3, een personage waarvoor nieuwe animatietechnieken uitgevonden moesten worden om de pluizige huid van de beer goed in beeld te brengen. Vernieuwing is altijd de sleutel tot succes geweest, ook nu weer.

Een andere positieve factor in de film is de frisse wind die door de regie waait in de vorm van Josh Cooley. Het is zijn eerste film als regisseur, maar achter de schermen draait hij al een aardige tijd mee. De regie van Cooley brengt een enorme hoeveelheid aan humor met zich mee, waarbij de casting van Jordan Peele en Keegan-Michael Key als Duck en Bunny een gouden vondst blijkt te zijn. Maar ook de vertrouwde personages zijn hun gevoel voor humor niet kwijtgeraakt. Zo is Woody nog steeds heerlijk trouw, mister Potatohead (hetzij door middel van archiefopnamen) cynisch en Buzz Lightyear nog steeds te porren voor een avontuur. Cooley verliest geen enkel moment uit het oog voor welk publiek deze films allemaal toegankelijk waren en nog steeds zullen zijn. Daarbij zijn de nieuwe personages, waarbij op sommige momenten zelfs Bo Peep meegerekend kan worden door haar compleet veranderde kijk op het leven, stuk voor stuk geniaal gevonden. 

Een minpunt, valt dat eigenlijk wel te benoemen? Het is maar een kleintje, maar door het einde van Toy Story 3 heeft deze film toch net niet hetzelfde gewicht als zijn tegenhanger. Het is nog steeds een briljante film met een hart van goud, de humor en de emoties die bij een mensenleven horen. Pixar lijkt echter de lat voor zichzelf wel heel erg hoog gelegd te hebben in het verleden. Dit doet echter niet af aan de mate waarop genoten kan worden van dit nieuwe hoofdstuk in de Toy Story-saga. Ook de vierde in de reeks zal nog lang zorgen voor een lach en een traan op het gezicht van kinderen, maar misschien zelfs wel meer van de volwassenen die meegaan naar de bioscoop, of zelf met hun vriendengroep gaan om de nostalgie weer even op te wekken. Dat blijft uiteindelijk de kracht van Toy Story; toegankelijk voor iedereen, persoonlijk voor iedereen.