Dragon Quest Builders

Toen Dragon Quest Builders vorig jaar werd aangekondigd dacht ik net als velen aan een simpele Minecraft-kloon. Ik had destijds nooit durven dromen dat het mij enorm zou verrassen en met gemak een van de beste games van het jaar zou worden. Deze game is (bijna) alles wat ik altijd van Minecraft heb gewild.

Laat er geen misverstand over bestaan: Dragon Quest Builders zou niet bestaan zonder Minecraft. Builders gebruikt, net als het fenomeen dat de wereld veroverde, een voxel-esthethiek waarin de hele wereld uit blokjes bestaat. Een paar andere doelen en systemen zijn ook 'geleend'. Zo komen in de nacht nieuwe vijanden die gevaarlijk zijn, moet je allerlei soorten materialen verzamelen en ook een mooie basis bouwen.

Het grote verschil is dat Dragon Quest Builders een vaste wereld neerzet met personages, missies en verhalen. Om even bij het begin te beginnen: je speelt als de legendarische 'builder' die daarvoor decennialang in een slaap heeft verkeerd. De wereld is ondertussen door de Dragon Lord overgenomen. Mensen zijn door zijn vloek vergeten hoe ze moeten bouwen en leven afgezonderd in kleine hutjes. Het is aan de builder om de wereld te redden door het stuk voor stuk weer op te bouwen.

Je begint het spel door een vlag neer te zetten waar ooit een grootste stad stond. Al snel komt een klein meisje, Pippa, daar op af. Zij geeft je de eerste quest: bouw een slaapkamer. Al snel breid je de stad uit en komen er meer personages wonen. Soms moet je zelf die personages rekruteren door ze te vinden in de wereld. Uiteindelijk vormt zich een heuse community waar je gehecht aan raakt. Dat is vooral te danken aan de personages, die net als in de Dragon Quest JRPGs heel charmant zijn.

Het verhaal en de quests geven de game een echt avontuurlijk gevoel. Het is niet alleen maar verkennen om materialen te vergaren, maar er is ook altijd een doel dat door het narratief is vastgesteld. De game heeft ook simplistische 2D Zelda-achtige combat, waardoor je naast het bouwen ook vrij leuk kunt knokken. Het lijkt eerst allemaal heel simpel, maar hoe dieper je in het spel komt hoe beter en uitdagender de combat wordt.

Er moet gezegd worden dat de game je wat betreft het bouwen een stuk minder vrijheid geeft dan Minecraft. Zelfs als je de materialen al in je bezit hebt kun je niets doen tot je het recept weet. Dit soort beperkingen zijn voor bepaalde fans van het genre waarschijnlijk een dooddoener, maar persoonlijk vond ik het helemaal niet erg omdat die recepten zo goed als altijd verbonden zijn aan erg leuke quests. Als je eenmaal alle recepten hebt kun je wel echt prachtige dingen bouwen. Het helpt ook dat Builders er grafisch er scherp uitziet en een hele leuke stijl heeft.

Tot dan toe vond ik de game al erg goed, maar dat is nog maar het begin. Zodra je de stad en alle quests afmaakt wordt je verteld dat een andere deel van de wereld je nodig heeft. Je verlaat het land via een teleporter en laat al je bezittingen (dus ook je materialen) achter. Je begint dan in een nieuw werelddeel aan een compleet nieuwe stad met totaal andere personages. Je kunt ook niet meer terug.

Aanvankelijk dacht ik dat dit het spel zou verpesten. Wat is er immers leuk aan bijna helemaal opnieuw beginnen? Waarom zou je moeite in je stad steken als je die later toch weer verlaat? Al snel bracht het spel mij op andere gedachten. De nieuwe steden en personages hebben namelijk totaal andere behoeftes. Chapter 2 speelt zich af in een land dat door een dodelijk virus wordt geplaagd. De nieuwe stad heeft daarom een grote ziekenboeg nodig, een rustgevend meertje met puur water en zelfs een begraafplaats. Uiteindelijk werd het een compleet andere stad waar ik gebruik maakte van tig nieuwe recepten.

De focus verschuift wederom in Chapter 3. Nu kom je terecht in een land waar de bewoners al oorlog voeren met de monsters. Je kunt voor het eerst andere personages meenemen naar quests zodat ze je helpen bij gevechten. Je stad wordt constant aangevallen en wordt daarom meer een fort, omringd door stevige muren en zelfs tower-defence-achtige mechanismen zoals schakelaars die monsters wegduwen. Ook Chapter 4, het laatste hoofdstuk, weet weer te verrassen, maar wat het doet ga ik niet verklappen.

Het is ontzettend knap hoe Dragon Quest Builders met elk nieuw hoofdstuk zichzelf opnieuw uitvindt en de nadruk op andere elementen legt. Elk hoofdstuk heeft dus ook zijn eigen unieke omgevingen, vijanden en zoals eerder gezegd verhalen en personages. Ik heb de game langer dan vijftig uur gespeeld, maar door deze inventieve structuur werd het nooit ook maar een beetje oud of repetitief.

Door de hoofdtukken uit te spelen speel je de elementen vrij van dat hoofdstuk in de 'free build'-modus. Deze modus is meer vergelijkbaar met wat Minecraft doet. Hier krijg je de vrijheid om je ultieme stad te bouwen. Free build en het spel in zijn geheel hebben wel een heel groot minpunt: er is geen enkele vorm van multiplayer. Het is dus onmogelijk om andere mensen uit te nodigen naar je stad of samen met iemand anders iets te bouwen. Minecraft heeft aangetoond hoe essentieel en leuk dat kan zijn voor dit soort spellen. Hopelijk zet een sequel dit recht.

Conclusie:
Dragon Quest Builders bewijst dat een concept jatten niet altijd een zonde hoeft te zijn. Builders geeft een eigen hele coole twist aan de Minecraft-formule. Het is doordoor een avontuurlijk game geworden met leuke personages en verhalen en zelfs aardige combat. Aan de andere kant geeft het je minder vrijheid en is het gebrek aan multiplayer heel jammer. Desondanks blijft het met gemak de meest positieve gameverrassing van het jaar.

Pluspunten
Minpunten
  • Hoofdstuk-structuur houdt de game vers
  • Personages en quests voegen echt wat toe
  • De game heeft een geweldige stijl
  • Geen enkele vorm van multiplayer
Gespeeld op PS4, ook verkrijgbaar voor PS Vita. Square Enix heeft ook een Switch (destijds NX) versie aangekondigd.