DVD: Me and Earl and the Dying Girl

Greg is een tiener die in zijn vrije tijd graag matige parodieën maakt van klassieke arthouse- en actiefilms met zijn maatje Earl. Wanneer hij tegen zijn zin in om moet gaan met een meisje dat gediagnosticeerd is met kanker, begint zijn eenvoudige leventje snel nieuwe vormen aan te nemen.

De films die Greg en Earl maken zijn slecht, in de gekscherende zin van het woord. In het Engels zou je het 'cheesy' noemen en dat blijkt wel uit de titels die de twee schoolvrienden kiezen voor hun werken. Denk aan een parodie op Apocalypse Now met de titel A Box O' 'lips, Wow, een film die gaat over een doos tulpen (tulips), of een remake van Spielbergs Close Encounters of the Third Kind in de vorm van Gross Encounters of the Turd Kind. Van dergelijke flauwe humor moet je houden, maar voor degenen die net als ondergetekende kunnen lachen om dit soort woordgrappen is er aan het einde van deze review een overzicht te bekijken van alle (47) parodietitels die de twee bijdehandjes tijdens de film maakten. De band tussen Greg en Earl is wat ongemakkelijk en lijkt meer op een verstandshouding van collega's in plaats van echte vrienden, mede vanwege Gregs moeite om vriendschappen te erkennen.

Me and Earl and the Dying Girl is een komische dramafilm van regisseur Alfonso Gomez-Rejon, die eerder regiewerk deed in de series Glee en American Horror Story, waarbij laatstgenoemde hem een Emmy-nominatie opleverde. Ondanks het beladen thema van een kankerpatiënt onder behandeling wordt er in de film genoeg aandacht besteed aan het comedyaspect. Greg en Earl zijn gevatte gasten die zich regelmatig bedienen van (soms iets te geforceerde) intelligente grappen. De film komt wel wat moeilijk op gang, het eerste half uur gebeurt er betrekkelijk weinig. Ongeveer halverwege herpakt de film zich echter dikwijls en worden de scènes in toenemende mate interessanter. Wellicht dus niet geschikt voor degenen met een korte aandachtsspanne die wat simpel en snel vermaak zoeken.

De dying girl is Rachel, gespeeld door de knappe Olivia Cooke. Rachel laat een overtuigende weergave zien van de zwaarmoedige periode die kankerpatiënten doormaken. De film heeft een vrij duidelijke boodschap: humor, vriendschap en simpelweg afleiding vormen een sterk wapen in het gevecht tegen kanker. Regisseur Gomez-Rejon slaat er echter niet in door; de kijker wordt met regelmaat herinnerd aan de ernst van de situatie.

Behalve de niet zo heel bekende hoofdpersonen Thomas Mann (Greg) en RJ Cyler (Earl) zijn er ook rollen weggelegd voor Nick Offerman (Parks & Recreation) en Jon Bernthal (The Walking Dead). Offerman speelt Gregs vader, een soort ultrapacifist met nihilistische trekjes en een voorliefde voor vreemd voedsel. De band met zijn zoon is koel en oppervlakkig als gevolg van de passieve houding van pa enerzijds en de autistische, afstandelijke houding van Greg anderszijds. Bernthal, die in The Walking Dead de door velen gehate Shane speelde, is in Me and Earl and the Dying Girl de relaxte geschiedenisleraar van Greg en Earl, en houdt er een aantal vreemde trekjes op na. Ondanks de kleine rol doet Bernthal het uitstekend als prettig gestoorde, 'laid-back doch bad-ass'-docent. Vooral van de voortreffelijke Offerman is het jammer dat hij weinig in beeld is, al kun je je afvragen of de rol van boomknuffelaar goed past bij een acteur die vooral bekendheid verwierf met zijn rol als robuuste vaderlander.

Me and Earl and the Dying Girl is veel meer dan een cliché tranentrekker met hoog zieligheidsgehalte. De film leunt meer op het komedieaspect en is daarmee eerder een lachfilm met beladen thema dan een dramafilm met komedie-invloeden. Hoewel de hoofdpersonages individueel gezien niet bijzonder diep zijn uitgewerkt, is het gecombineerde clubje van Greg, Earl and the dying girl een tof trio dat elkaar ondanks (of dankzij) hun uiteenlopende persoonlijkheden, zeer goed aanvult.

Extra's:

Onder de bonussen vinden we het commentaar van regisseur Gomez-Rejon, waarin hij terugblikt op hoe hij inspiratie voor de film heeft gekregen door persoonlijke ervaringen en extra uitleg geeft over de achtergrondverhalen van de personages in de film. Verder is er een driedelige making-of te vinden op de DVD, waarin onder andere het kaalscheren van Olivia Cooke wordt besproken, die er overigens nog steeds mega cute uitziet met geschoren kop. Ook komen er vermakelijke bloopers voorbij, en worden er beelden vertoond van enkele audities voor de film.

Verderop is er bonusmateriaal te vinden in de vorm van een gesprek tussen Gomez-Rejon en Martin Scorsese waarin eerstgenoemde uitlegt hoe hij beïnvloed is door de werken van Scorsese. Ook staat er een verzameling verwijderde scènes op de schijf, en komen de spoofs van Greg en Earl op de bekende 'Criterion Collection'-films voorbij, waaronder "The Full Movie For Rachel", een van de werken die de twee jongens speciaal voor Rachel maakten.

Filmparodieën van Greg en Earl:  

  • Anatomy of a Burger (Anatomy of a Murder, Otto Preminger, 1959)
  • Ate 1/2 (Of My Lunch) (8 1/2, Federico Fellini, 1963)
  • A Box O’Lips, Wow (Apocalypse Now, Francis Ford Coppola, 1979)
  • The Battle of All Deer (The Battle of Algiers, Gillo Pontecorvo, 1966)
  • Breathe Less (Breathless, Jean-Luc Godard, 1960)
  • Brew Vervet (Blue Velvet, David Lynch, 1986)
  • Burden of Screams (Burden of Dreams, Les Blank, 1982)
  • Can’t Tempt (Contempt, Jean-Luc Godard, 1963)
  • Crouching Housecat, Hidden Housecat (Crouching Tiger, Hidden Dragon, Ang Lee, 2000)
  • Death in Tennis (Death in Venice, Luchino Visconti, 1971)
  • My Dinner with Andre the Giant (My Dinner with Andre, Louis Malle, 1981)
  • Don’t Look Now, Because a Creepy-Ass Dwarf is About to Kill You!!! Damn. (Don’t Look Now, Nicolas Roeg, 1973)
  • Eyes Wide Butt (Eyes Wide Shut, Stanley Kubrick, 1999)
  • Hairy, Old and Mod (Harold and Maude, Hal Ashby, 1971)
  • La Gelee (La Jetèe, Chris Marker, 1962)
  • Gone with My Wind (Gone with the Wind, Victor Fleming, 1939)
  • Gross Encounters of the Turd Kind (Close Encounters of the Third Kind, Steven Spielberg, 1977)
  • Grumpy Cul-de-sacs (Mean Streets, Martin Scorsese, 1973)
  • It’s a Punderful Life (It’s a Wonderful Life, Frank Capra, 1946)
  • The Janitor of Oz (The Wizard of Oz, Victor Fleming, 1939)
  • The Lady Manishness (The Lady Vanishes, Alfred Hitchcock, 1938)
  • Monorash (Rashomon, Akira Kurosawa, 1950)
  • My Best Actor is Also a Dangerous Lunatic (My Best Fiend, Werner Herzog, 1999)
  • Nose Ferret 2 (Nosferatu, FW Murnau, 1922)
  • Pittsburghasqatsi (Koyaanisqatsi, Godfrey Reggio, 1982)
  • Pooping Tom (Peeping Tom, Michael Powell, 1960)
  • The Prunes of Wrath (The Grapes of Wrath, John Ford, 1940)
  • Raging Bullsh*t (Raging Bull, Martin Scorsese, 1980)
  • Rear Wind (Rear Window, Alfred Hitchcock, 1954)
  • Rosemary Baby Carrots (Rosemary’s Baby, Roman Polanski, 1968)
  • Scabface (Scarface, Howard Hawks and Richard Rosson, 1932)
  • Second (Helpings of Dinner) (Seconds, John Frankenheimer, 1966)
  • Senior Citizen Cane (Citizen Kane, Orson Welles, 1941)
  • The Seven Seals (The Seventh Seal, Ingmar Bergman, 1957)
  • A Sockwork Orange (A Clockwork Orange, Stanley Kubrick, 1971)
  • The Complete Lack of Conversation (The Conversation, Francis Ford Coppola, 1974)
  • The Last Crustacean of Christ (The Last Temptation of Christ, Martin Scorsese, 1988)
  • The Rad Shoes (The Red Shoes, Michael Powell and Emeric Pressburger, 1948)
  • The Turd Man (The Third Man, Carol Reed, 1949)
  • The 400 Bros (The 400 Blows, François Truffaut, 1959)
  • Um (M, Fritz Lang, 1931)
  • Vere’d He Go? (Vertigo, Alfred Hitchcock, 1958)
  • Wages for Beer (The Wages of Fear, Henri-Georges Clouzot, 1953)
  • Yellow Submarine Sandwich (Yellow Submarine, George Dunning, 1968)
  • ZZZ (Z, Costa-Gavras, 1969)
  • 2:48PM Cowboy (Midnight Cowboy, John Schlesinger, 1969)
  • 49th Parallelogram (49th Parallel, Michael Powell, 1941)