Metroid

De sfeer in Metroid is wat spelers vaak het meeste is bijgebleven. De gameplay en de progressie ook, maar daar zit meestal een scherp randje aan. Was Metroid wel zo goed?

Wanneer je Metroid voor het eerst opstart, weet je niets. Je bent een poppetje in een ruimtepak, je hebt een pistool tot je beschikking en je kunt in een bal transformeren. Je kijkt om je heen en je ziet griezelige, kale ruimtes vol buitenaardse wezens die het op jou gemunt hebben. Waarom? Zonder het instructieboekje uit de jaren – of Wikipedia anno 2013 – heb je gewoon geen idee wat er speelt of waarom je überhaupt een ruimtepoppetje bent dat blijkbaar op pad en ergens naar op zoek is.

Maar dat maakt niet uit. Sterker nog: die geheimzinnigheid komt Metroid ten goede. De achtergronden zijn diep zwart van kleur en de voorgrond oogt ook al niet vrolijk. Je arsenaal waarmee je dient te overleven is karig en je hebt geen idee waar je mee bezig bent. Genoeg motivatie dus om door te lopen, zou je denken. Maar dat beetje achtergrondinformatie die je online kunt vinden, maakt het een stuk gemakkelijker om door te lopen. Want je krijgt het zwaar.

De gameplay van Metroid kenmerkt zich aan twee dingen: genialiteit en frustratie. Je begint met weinig en naarmate je in de game voordert, speel je meer mogelijkheden vrij. Raketten, bommen, ijsstralen, er komt vanzelf meer op je pad. Maar je moet er wel verdomd goed naar zoeken. En het wordt je geen moment makkelijk gemaakt: er is geen map, geen pijl, niets. Sterker nog: de game nodigt je uit om bijvoorbeeld in het lava te springen voor een belangrijk item. Dat is contra-intuïtief.

Metroid zit vol met contra-intuïtieve momenten. Nergens is het logisch om zomaar ergens een muur op te blazen, zonder dat je daar ook maar ergens een hint voor hebt gekregen. Daar waar spellen nu als te gemakkelijk worden ervaren en je constant bij de hand wordt genomen tijdens het spelen, is dat met Metroid wel anders. Zodoende is de kans groot dat je belangrijke items mist, wat je speelervaring aanzienlijk kan verergeren.  Je moet wel een béétje gestuurd worden.

Buiten dat: anders dan in latere iteraties, is het niet mogelijk om meerdere types wapens mee te nemen. Je loopt dus telkens heen en weer naar locaties waar je speciale wapens kunt oppakken – als je dat al lukt dan. Want die kamers zitten dus op plekken waar je nooit zou zoeken, omdat het spel je daarvoor geleerd heeft dat het niet loont om bommen te verbruiken op plekken waar dat onnodig is of in het lava te springen. Er zit totaal geen logica achter en frustreert constant.

Bovendien lijkt het gros van alle kamers ook nog eens op elkaar. Nee, een beetje uitdaging is niet erg en we snappen dat de NES gelimiteerd was, maar dit gaat nergens over. Maar het draagt wel bij aan de andere kant van Metroid: je bent alleen, geïsoleerd en hebt geen weet van de omgeving waar je je bevindt. Het is haast een soort hyperrealisme, want wij kunnen ons voorstellen dat – wanneer we op een vreemde planeet zouden neerdalen – we ook niet weten wat ons te wachten staat.

Moet je Metroid nu nog willen spelen? Dat hangt ervan af. Over het algemeen raden we het af, want het is echt verouderd leveldesign gecombineerd met onaangename ideeën over het verstoppen van veel te belangrijke items (die je ervaring kunnen maken of breken). Aan de andere kant: dit is wel waar we bijvoorbeeld het grandioze Metroid Prime aan te danken hebben en daarom is het goed om te zien waar het allemaal ooit begon. Maar voor je plezier zou je dit niet moeten. Of willen.

Gespeeld op Wii U, ook verkrijgbaar op NES, Gameboy Advance en Wii.