Boek: Deon Meyer - 13 uur

Het zit Bennie Griessel niet mee. De Zuid-Afrikaanse politie-inspecteur is zo goed als blut, hij is al een half jaar van de alcohol af, zijn vrouw is tijdelijk bij hem weg, z'n carrière zit op een dood spoor, en daarbovenop moet hij nu ook een stel nieuwelingen begeleiden. Als twee van zijn nieuwelingen op moordzaken worden gezet die veel verder reiken dan verwacht, moet Bennie alle zeilen bijzetten om het op te lossen. Zeker als blijkt dat een Amerikaanse toeriste opgejaagd wordt door de moordenaars van haar vriendin...

Zoals je wellicht uit de inleiding hebt opgemaakt, is Bennie het stereotype van de politie-inspecteur. En dat is meteen een van de zwakke punten van het boek: alle personages komen over als stereotypen. Naast de door de wol geverfde detective, zijn er onder meer de gladde zakenman, de rokkenjager en het stille, zachtaardige type. Meyer lijkt dit absoluut niet hebben willen afwenden. Integendeel, sommige van de stereotype eigenschappen komen al te vaak naar voren.

 

Wat ook steeds naar voren komt, maar dan een stuk minder hinderlijk, is dat Zuid-Afrika nog steeds spanningen kent tussen de verschillende rassen. Die worden steeds opnieuw ingelast, impliciet en expliciet. Dit werkt goed, omdat de onhandige inlassingen mooi de onhandigheid van de situaties weergeven. Meyer schuwt het hierbij niet om een stukje sociaal commentaar in te lassen.

 

Ook andere persoonlijke ideeën van Meyer vinden hun weg naar het boek. Zo moet het Zuid-Afrikaanse equivalent van BREIN het ontgelden, en er is een korte passage die pro-christelijk lijkt.

Helaas maken deze dingen het verhaal soms moeilijk te volgen, ook door enkele andere elementen zoals het noemen van Zuid-Afrikaanse beroemdheden en de (voor uw bescheiden reviewer tenminste) relatief onbekende Zuid-Afrikaanse cultuur.

 

Het verhaal is niet het sterke punt van het boek: de oplossing va één van de moordzaken is heel slap. Het leuke aan een detectiveverhaal is dat de lezer mee kan puzzelen, en de lezer zal zich bedrogen voelen door zo'n deus ex machina.

De grote ontknoping van de andere moordzaak is een stuk beter, alhoewel de lezer, zeker de Nederlands- of Afrikaanstalige lezer, een belangrijk stuk bewijs al snel zal doorzien.

 

De moderne schrijver van mysterieromans beroemt zich op z'n goede research, zo ook Meyer. In enkele passages toont hij een grote kennis van het beschrevene. Helaas zijn deze passages zeldzaam en liggen ze ver uiteen, waardoor het obligatoir en gekunsteld aanvoelt.

 

Naast de gekunstelde vertonen van kennis, zijn er ook gekunstelde beschrijvingen. Sommigen zijn heel onnatuurlijk, anderen zelfs onlogisch. Het is met alleen de Nederlandse vertaling onmogelijk om uit te maken of het probleem bij de schrijver of bij de vertaler ligt. Het feit dat er op een zeker moment een vrij onlogisch “definitief” staat, waar in het Engels “definitely” goed zou passen, wijst op het tweede.

 

Zou ik dit boek aanraden? Nee, zeker niet. Er zijn betere detectiveromans, die minder cliché zijn en meer literaire merites hebben. Het is ook geen geweldig “zomerboek”, omdat men niet het verstand op nul kan zetten en even onbezorgd kan genieten. Men moet het verstand er voortdurend bijhouden om de setting te doorgronden. Alleen mensen die een heel middelmatig boek willen, zou ik het aanraden.