Evenement: FortaRock 2012

Zondag was het schijnbaar de koudste dag van de meteorologische zomer sinds 1975. FortaRock had daar afgelopen zaterdag totaal geen last van. Op het zonovergoten terrein van Park Brakkenstein in Nijmegen kon men heerlijk genieten van de crème de la crème van de metal scene. Omdat het festival, dat voor de vierde keer werd gehouden, een ijzersterke line-up had, was het geen wonder dat voor het eerst in haar bestaan alle kaarten werden verkocht, dit jaar 7.500 stuks. FOK was erbij voor een uitgebreid verslag. Klik hier voor de complete fotoreportage van onze fotograaf Jimmy Israel (Doodkapje).

© FOK.nl / Jimmy Israel

Van de twaalf bands dit jaar was uiteraard headliner Slayer de grote publiekstrekker. Bravo voor de organisatie dat ze hun voor dit prille festival hebben weten te strikken. Helaas geen voldoende voor het geluid, want als ik dan een kritische noot van deze overigens fantastische dag naar voren moet brengen, is het de wat slecht verzorgde mix. Overigens was gedurende de dag het geluid van de mainstage minder (en meestal te zacht) dan die van de kleine in de tent (hoewel soms te hard), maar bij Tom Araya en zijn mannen (met nog immer Gary Holt ipv Jeff Hanneman) viel het in het bijzonder op. Bij de opener 'World Painted Blood' was er een onaangenaam dof geluid te horen, snerpende gitaren kwamen er amper doorheen. Het klonk ook vrij zacht. Ik stond zo naast de tent met mengpanelen en daar leek het alsof ze ergens in een kelder stonden, net of de helft van de speakers al waren opgeblazen. Na een paar nummers werd dat niet veel beter, en een stukje naar voren gaan hielp ook niet echt. Jammer, want de heren deden goed hun best en de set was prima met vrij snel 'War Ensemble' en 'Die By The Sword'. Maar het zal ongetwijfeld best een feest zijn geweest in de pit, want na een dag zon en bier is het meemaken van een dergelijke uiting van testosteron op de songs van deze legendarische band ongetwijfeld, naast het orgasme, het meest zaligmakende gevoel op aarde en bovendien kwamen klassiekers, inclusief het geliefde 'Chemical Warfare', ruimschoots aan bod. Voor liedjes over Mengele en de komst van Satan was ondergetekende 'pussy' reeds op weg naar mijn 'Altar Of Sacrifice', maar goed, ik ben in het voordeel de band al ruimschoots live aan het werk te hebben gezien.

© FOK.nl / Jimmy Israel

Tom Araya (Slayer)

Over 'pussies' gesproken: de heren van Steel Panther waren er ook, niet dat ik de glamrockers daarvoor wil uitmaken. Nee, niets dan respect voor deze band uit L.A. De hedendaagse poseband die teruggrijpt op de glammuziek en kledingstijl uit de jaren tachtig van bands als Mötley Crüe en Poison, staat bekend om hun vulgaire taalgebruik. Tussen de nummers door waren de meest gebezigde woorden dan ook 'pussy', 'tits' en 'ass'. De band zorgde aan het einde van de middag voor een feestje met hun luchtige partyrock met meezingers als 'Supersonic Sex Machine', 'Just Like Tiger Woods' en '17 Girls In A Row'. De band was van te voren als outsider toch ook stiekem een trekker van dit festival. Met een lekkere set op de kleine stage in de tent, maakten de heren de verwachtingen waar bij hun eerste optreden op Nederlandse bodem.

© FOK.nl / Jimmy Israel

Lexxi Foxxi (bassist, Steel Panther)

Volgens zanger Randy Blythe van Lamb Of God waren er wel vierhonderd lekkere groupies backstage, allemaal voor Steel Panther. De band van Blythe zelf was een andere grote naam op het affiche. De band sloot de dag af op de kleine stage en maakte er een best of-show van met krakers als 'Now You've Got Something To Die For', 'Walk With Me In Hell', 'Ruin', 'Contractor' en natuurlijk als afsluiter 'Black Label'. Tja, op de performance valt eigenlijk niets aan te merken. De opzwepende death/thrash metal met indringende grooves gaat er bij het publiek in als zoete koek. De tent gaat behoorlijk los. Het is louter aan de band zelf te danken, ze hebben ijzersterke nummers en zetten immer een energieke show neer. Het is dan ook zo dat het bij deze band eindelijk iemand lukte om op het podium te komen en een stagedive te maken. Daarbij werd hij aangemoedigd door Blythe, "Do it boy while you can." De securtity wilde hem namelijk in de kraag wilde vatten, maar onder daverend applaus sprong hij op tijd.

Om de afsluiter in de tent te kunnen aanschouwen was het even doorlopen geblazen, want op de mainstage had Machine Head, als één na laatste band, haar muzikale geweld laten horen. Het tijdschema van de twee podia was namelijk zo ingedeeld dat alles vrijwel naadloos op elkaar aansloot. Met een beetje rappe pas kon je dus van alle bands vrijwel alles zien. Robb Flynn en zijn mannen brachten, zonder echte klassiekers van met name het eerste album te spelen, toch een boeiend set ten gehore, die vooral bestond uit songs van de laatste albums. Het enige is dat de show wel een beetje overkwam als een verplicht nummertje en ook geteisterd werd door niet zo'n best geluid. De wat lange pauzes tussen nummers waren irritant, maar goed, dat is iets dat de band altijd al heeft gedaan, dus nemen we het maar voor lief. Na 'Halo' is de koek op en mag de band alsnog een verdienstelijk applaus in ontvangst nemen.

Nog een absolute kraker op deze dag was natuurlijk Anthrax, samen met Slayer deel uitmakend van de Big Four en eveneens gevormd in 1981. In 2010 keerde zanger Joey Belladonna terug en met hem werd het album Worship Music van afgelopen jaar opgenomen. De nadruk deze middag lag natuurlijk op het werk met Belladonna van 1990 en ervoor. Dit betekende een geweldig portie old school speed en thrash, waarbij meteen met de door Guitar Hero opnieuw geïntroduceerde klassieker 'Caught In A Mosh' van leer werd getrokken. En moshen kon je volop, want verder in de set kwamen ook 'Among The Living', 'Madhouse' en 'I Am The Law' voorbij. Meezingen was het natuurlijk met de covers 'Antisocial' (Trust) en 'Got The Time' (Joe Jackson). Met de altijd charismatische Scott Ian lukte het de band wederom een lekker swingende pit op gang te brengen.

© FOK.nl / Jimmy Israel

Joey Belladonna (Anthrax)

Over old school gesproken, er was op deze dag ook een plek gereserveerd voor Nederlands trots Asphyx. Eind jaren tachtig behoorde deze band al bij de internationale top van de death/doom scene en kreeg begin jaren negentig een extra impuls toen Martin van Drunen, van het wellicht nog meer legendarische Pestilence, bij de band kwam grunten. Van Drunen is sinds 2007 er weer bij, net als drummer van het eerste uur Bob Bagchus. In deze thuiswedstrijd hadden de heren ruimte gemaakt voor heerlijke klassiekers als 'Last One On Earth' en 'The Rack'. In de tent was de programmering overigens aan het begin van de dag al flink op zware metal gericht. Het Franse Benighted trapte af en na Asphyx speelde het Zweedse Nasum. De Fransen zitten vooral in de hoek van de technical death metal, waardoor het publiek meteen aan het begin van de dag werd wakker geschud met heerlijk chaotische en complexe beukschema's. Het was een verdienstelijk optreden, net als dat van de Zweden die zich meer op het pad van de grindcore begeven. Na het bizarre verlies van de Poolse zanger/gitarist Mieszko Talarczyk, die omkwam bij de tsunami van 2004, stopte de band aanvankelijk. Dit jaar hebben ze de draad weer opgepikt met zanger Keijo Niini van Rotten Sound. Het is een eenmalige tour ter ere van hun 20-jarige bestaan. Wat dat betreft heeft het publiek op FortaRock dus best een uniek optreden mogen meemaken.

© FOK.nl / Jimmy Israel

Alwin Zuur (bas) en Paul Baayens (gitaar) van Asphyx

Iemand die jarenlang tussen soloplaten door extreme death metal maakte, is de Canadese alleskunner Devin Townsend. Sinds 2008 bevindt hij zich weer op het progressieve pad onder de naam The Devin Townsend Project. "Do you wanna hear some death metal?", vroeg hij het publiek bij wijze van grap, want hij trakteerde het publiek op zijn meer recente complexe bijna onnavolgbare ritmeschema's zoals 'Juular' en 'Planet Of The Apes', maar ook het heerlijke 'By Your Command' van zijn eigen rock-opera Ziltoid The Omniscient (2007). De band die Townsend zelf ooit de beste metalband ter wereld noemde, trad deze dag ook op, namelijk het Zweedse zwaargewicht Meshuggah met, natuurlijk, het drumfenomeen Tomas Haake. Net als collega Chris Adler (Lamb Of God) iemand die metal drummen van een nieuwe dimensie voorzag. Daarnaast dreunen de achtsnarige gitaren door merg en been. Hoewel er kritiek is dat het laatste album Koloss te veel van hetzelfde biedt, blijven de songstructuren uiterst boeiend. En net als vier jaar ervoor, toen de band op de eerste editie van FortaRock te gast was, werd de tent compleet weggeblazen, zeker toen krakers als 'Bleed' en 'Future Breed Machine' de revue passeerden.

Vergeet ik dan nog iets? Jazeker! Een andere eigenzinnige band die je kon aanschouwen was Sólstafir uit IJsland. Sinds de jaren negentig is de band al actief, maar is nog altijd niet helemaal bij het grote publiek doorgebroken. De band speelde op Fortarock een sterke set en liet het publiek kennis maken met een mix van harde metal en zeer ingetogen rock. Het is misschien alleen zo dat de Robert Smith-achtige melancholie in de stem van Addi Tryggvason af en toe te veel is, maar ook dat is een kwestie van smaak. Mensen om mij heen hadden het over een 'kickuh stem', dus tja. Muzikaal zit het zeker wel snor met deze noorderlingen en het was in ieder geval een goed begin op de mainstage aan het begin van de middag. Tot slot, de laatste band van de twaalf die ik nog moet noemen is Trivium. Hun populariteit in de VS is ongekend, maar dat ook hier de nodige fans rondlopen werd op Fortarock eveneens duidelijk. De band kreeg een warm onthaal en gaf een hartverwarmende set terug. De aanstekelijke combinatie van nieuwe en oude metal blijft het goed doen en zo konden fans hun hart die middag ophalen met songs als 'Down From The Sky', 'Into The Mouth Of Hell We March', 'Dusk Dismantled' (lekkere meezinger van het laatste album) en 'Throes of Perdition'.

© FOK.nl / Jimmy Israel

Addi Tryggvason (Sólstafir)

Er mag teruggekeken worden op een uitstekende dag met goed weer, een relaxte sfeer en geweldige bands. Tel daarbij op, dat het eten uit alle windstreken kwam en zeer goed was verzorgd, dan luidt maar één conclusie: volgend jaar weer graag!