Evenement: Pinkpop 2012

De 43e editie van Pinkpop, en de 25e op het terrein van Megaland Landgraaf, werd gisteren memorabel afgesloten door rasartiest Bruce Springsteen. 79.000 unieke bezoekers betraden de zonnige velden van het Pinkpop-terrein, waarvan er 31.000 het hele weekend verbleven. De Pinkstermaandag was met Springsteen als afsluiter verreweg de drukste dag met 61.000 muziekliefhebbers.   

De festivalgronden waren de eerste dag met 37.000 bezoekers ouderwets rustig te noemen. Er was genoeg ruimte om languit liggend in de zon te genieten van de openingsklanken van het Nederlandse Moss, dat als vervanger van Kasabian was aangesteld. Presentator Eric Corton voorspelde in zijn aankondiging al dat een festival openen een lastige taak was. De daad werd bij het woord gevoegd, de band wist het half gevulde voorvak wel te vermaken, maar kreeg op het veld, ondanks hun fijnzinnige muziek, weinig voor elkaar. 

Moss

Will and the People

Will and the People kregen de luisteraars in de tent en daarbuiten wel aan het bewegen, zeker toen hun zomerhit Lion in the Morning Sun door de speakers schalde. Het door strubbelingen geplaagde Kyuss Lives liet hun logge, zware woestijnrock-klanken daarna hard over het hele terrein golven. Frontman John Garcia en band lieten horen dat ze ook zonder Josh Homme uit de voeten kunnen, al lag hun geluid op een zonnige Pinkpop-middag voor veel bezoekers wellicht iets te zwaar op de maag.

Kyuss Lives

Lichtvoetiger ging het eraan toe bij The Asteroids Galaxy Tour, maar overtuigen kon het Deense gezelschap niet. Zangeres Mette Lindberg was uitbundig en toepasselijk in het roze gekleed, maar meer moeite om het publiek helemaal om te krijgen nam de band niet. Het leek een optreden volgens vast stramien te zijn en spontaan zijweggetjes inslaan werd gemeden. Anouk hield het beschaafd met de kleur roze en stifte rustig haar lippen voordat ze haar hit Nobody's Wife inzette. Ze oogde niet zo gespannen meer en ging op het podium gewoon weer haar eigen gang. Pinkpop en Anouk lijken het te hebben bijgelegd en het publiek werd getrakteerd op een uurtje hits, soul en rock. Ben Howard kreeg de volle tent met zijn breekbare liedjes op de knieën. Old Pine en Keep Your Head Up werden door het vrij jonge (en het merendeel vrouwelijke) publiek luidkeels en met twinkelingen in de ogen meegezongen.

Ben Howard

De ogen van The Cure frontman Robert Smith waren zoals gebruikelijk zwart omlijnd, maar leken ook te stralen. De afsluiter van de dag trakteerde het publiek op een 2,5 uur durende trip down memory lane. Een spring-in-het-veld wordt hij nooit, maar Smith zat vol goede wil en was ook nog eens goed bij stem die avond. Klassiekers werden halverwege even afgewisseld met onbekender materiaal. Door tijdgebrek moesten ze zelfs nog enkele nummers van de setlist schrappen en het crescendo einde vol hits met een redelijk hoog tempo afhandelen. Nog nagenietend van de laatste klanken van Boys Don't Cry keerde het publiek heupwiegend de nacht in.

The Cure

Zondag trapte het muzikale gedeelte van Pinkpop om 13.00 uur af met de aanstekelijke en vrolijke Franse klanken van Babylon Circus. Een band die het als opener wel voor elkaar kreeg om de handjes en voetjes tot na de geluidstoren in beweging te krijgen, erg knap gezien het tijdstip en de mogelijke brakheid van het gros van de bezoekers. Het werd daarna op het 3FM-stage een yeahaw-feestje met het Berlijnse The BossHoss. Een karikatuur in elk opzicht, maar de zwierige Southern rock en country-klanken doen blijkbaar wel hun werk, al moest het niet veel langer duren.

The BossHoss

Mastodon

Mastodon nam op hetzelfde 3FM-stage het stokje over en beukte er hard in. Het metalgezelschap liet een indrukwekkende collage van hun werk horen, maar leunde grotendeels op het laatste album, The Hunter. De grootste verrassing van afgelopen jaren op eigen bodem, Colin Benders aka Kyteman, bevolkte daarna het main stage met maar liefst 53 muzikanten. Met een ongekende felheid in zijn ogen leidde Benders The Kyteman Orchestra naar een hoogtepunt. Een cocktail van opera, rap, klassiek, hiphop, soul en funk bedwelmde het in groten getale toegestroomde publiek. Soundgarden, in oude bezetting, was de volgende band die het hoofdpodium beklom. Chris Cornell moest een hoop rechtzetten na zijn solo-debacle een paar jaar terug op hetzelfde podium. Ditmaal geen Timbaland-taferelen, maar ouderwetse gulzige grunge geluiden, snoei- en snoeihard wel te verstaan. Cornell sloeg soms de plank even mis bij de cleane zang maar gromde en brulde als vanouds. Een stoomlocomotief denderde over de drafbaan.

Soundgarden

Linkin Park zette deze trend voort. Geestelijke vaders Chester Bennington en Mike Shinoda bewezen waardige afsluiters te zijn en deden zelfs even vergeten dat Metallica anders wellicht de zondag had afgesloten. Linkin Park was een geoliede machine die rock moeiteloos met rap en electronica combineerde. De afwisselende zang van het duo was vloeiend en de strot van Bennington blijft zeer indrukwekkend. Gespierd gitaar-, beuk- en samplewerk deed de rest. Monsterhits van Hybrid Theory en Meteora veranderden het veld in een golvende massa. Toen Sabotage van de Beastie Boys (als ode aan de overleden Adam Yauch) werd verwoven met Bleed It Out was het feest compleet. 

Linkin Park

Net als in 2009 stond de maandag in het teken één ding: Bruce Springsteen en zijn talentrijke E Street Band. Het was niet voor niets dat er deze dag 20.000 extra tickets over de toonbank vlogen. Het gros kwam voor deze Amerikaanse rocker, maar deze derde en laatste festivaldag bracht nog meer muziek. Vroeg in de middag kon Gers Pardoel zijn rijzende sterrenstatus ook waar proberen te maken op Pinkpop, waar hij wellicht met meer argusogen wordt bekeken. Hij slaagde erin er een losse, vrolijke show van te maken, kreeg een platina plaat uitgereikt en wist samen met The Opposites het publiek aan het Brood Bakpao-hakken te krijgen.

Gers Pardoel

Het tweetal van Blood Red Shoes liet ook van zich horen en spuwden hun garage-punkrock geluid uit over het veld. Maar het publiek liet het redelijk gelaten over zich heen komen, te warm en te moe wellicht? Of spaarde het grootste deel van de bezoekers hun energie voor de lange Bruce-show? Dat het publiek van echte en eerlijke mensen houdt bleek bij het optreden dat cult-held Seasick Steve gaf. Met zijn creatief-met-kurk-instrumentarium en zijn ondeugende charmes veroverde hij de harten van de festivalweide. Hij bracht voornamelijk hoekige bluesrock met een vleugje humor en levenswijsheden. "If you sing a song about drinking wine, drink wine", sprak hij wijs, waarna hij een flink teug nam uit zijn fles. Steve plukte later een jonge blonde meid uit het publiek en voerde een 'romantische' serenade op. Seasick Steve is een heerlijke kerel die weet hoe je een publiek vermaakt en daarnaast ook oprecht van muziek geniet. Zo signeerde hij meer dan 2 uur lang cd's, tickets en korte spijkerbroekjes van zijn fans en nam hij vervolgens plaats vlak voor het podium om de andere optredende artiesten te bekijken, tezamen met zijn fles wijn.

Seasick Steve

Het in beeld brengen van Steve tijdens het optreden van Mumford and Sons leverde meer applaus op dan de perfomance van de folky Engelsen zelf. De band kwam koud uit de studio voor het eerst weer op een festivalpodium te staan dit jaar en moest duidelijk nog wennen. Slecht geluid, te lange intermezzo's die de spanningsboog elke keer weer liet vieren en nauwelijks interactie zorgden voor een behoorlijke teleurstelling. Maar ach, het mooiste moest nog komen zag je mensen denken.

Mumford and Sons

Bruce Springsteen wist met zijn charisma en inspiratievolle liederen het hele veld binnen enkele minuten om zijn vinger te winden. Er werd gelachen, gehuild, geschreeuwd, gezongen en gedanst. Springsteen vertolkte zijn nieuwe plaat Wrecking Ball met verve en ook deze nummers werden uit volle borst meegezongen. Springsteen eerde zijn onlangs overleden vriend en saxofonist Clarence 'Big Man' Clemmons met een magistrale uitvoering van My City of Ruins. "Are we missing anybody tonight", was de gospel van Bruce tijdens dit nummer. "If we're here, and you're here, then they're here", klonk het even later.

Bruce Springsteen

Neef Jake Clemmons verzorgt op deze tournee de heerlijke saxofoonpartijen en ditmaal was Max Weinberg er ook weer bij op drums. Het gezelschap was een tot perfectie gekneed geheel dat moeiteloos van soul, via gospel en rock, naar Ierse folk zwierde en zo veel positieve vibes wist te creëren dat het soms onwerkelijk leek te zijn. Springsteen zocht veel contact met het publiek, haalde een jong jochie het podium op en draaide later even zijn standaardrondje met een dame tijdens Dancing in the Dark. Overal waar hij ging staan (The Boss had vijf kleine podia laten bouwen die hem dichtbij het publiek brachten) strekten handen zich naar hem uit. Zelfs de leden van Mumford and Sons die, evenals zijn jeugdvriend Garland Jeffreys, bevoorrecht waren om met hem het podium te delen, maakten kniediepe buigingen richting The Boss en band. Springsteen was speels (Waiting on a Sunny Day), serieus (Death To My Hometown), soulvol (Tenth Avenue Freeze-Out), breekbaar (The River) en toonde zich de perfecte combi tussen een predikant (Spirit in the Night) en een onvervalste rocker (Born in the USA). Springsteen maakte de zomeravond zwoel: Because the night belongs to lovers, maar mensen, pas op: er zijn teken in de bosjes!

Tekst en non-frontstage foto's door Joost Melis - www.fototropie.nl

Frontstage foto's door Erik Luyten - www.erikluyten.nl