CD: King Creosote & Jon Hopkins - Diamond Mine Jubilee Edition

In de tweede helft van 2011 luisterde ik pas voor het eerst naar het album Diamond Mine van Kenny Anderson (beter bekend met zijn artiestennaam King Creosote) en Jon Hopkins. Destijds te laat voor een review aangezien de plaat al in maart uit was gekomen, maar sommige zaken verdienen een tweede kans. Die kans diende zich dit jaar aan: de plaat kwam in de rerelease en wel in Jubilee Edition. 

 
Het origineel, dat de eerste helft van de laatste uitgave vult, bestaat uit zeven composities en telt slechts 32 minuten. Kort, maar zeer krachtig. Het is niet voor niets dat het duo vorig jaar genomineerd werd voor de prestigieuze Mercury Prize (uiteindelijk gewonnen door PJ Harvey) en in vele jaarlijstjes van 2011 genoemd werd. De getalenteerde Schot was wellicht al bij sommigen bekend van zijn andere 40 uitgaven, maar wereldwijd deed zijn artiestennaam niet bij veel mensen een belletje rinkelen. De naam Jon Hopkins heeft u kunnen lezen op de inlay van albums van Four Tet, Coldplay en Brian Eno. De invloed van Hopkins op deze plaat was echter lang niet zo groot als die van King Creosote, maar muzikaal verzorgde hij belangrijke lagen met behulp van samples en was grotendeels verantwoordelijk voor het eerste nummer, First Watch. Zijn subtiele pianoklanken liggen over het gemoedelijke geroezemoes en de kroeggeluiden in een klein Schots plaatsje heen en leiden deze sfeerplaat prachtig in. Je wordt meegezogen in een dromerige, melancholieke sfeer die het duo de hele plaat lang vast weet te houden: ambient low-tempo folk die romantiek, verdriet, hoop en pracht samenvat. De aparte intro krijgt een fijnzinnig vervolg in John Taylor’s Month Away, waarin de premature heimwee van een visserman je doeltreffend raakt. Bats in the Attic is één van de mooiste nummers ooit geschreven: een ingetogen, gelaagde klassieker die direct kippenvel oproept. Het half uurtje van de originele release bezorgt je een magistrale trip waarin je de zilte zee ruikt en de single malt Islay whisky proeft. 
 
 
De rerelease verdubbelt bijna het aantal nummers, zorgt voor enkele erg fijne muzikale momenten, maar rammelt tevens een beetje aan de filmische sfeer. Honest Words trekt de soundscape van het originele album nog voort, maar door de herhaling van (een alternatieve versie) van Bats in the Attic (unravelled) wordt de zielbalsemende trip even onderbroken. Third Swan en Missionary zorgen respectievelijk qua tempo en tekst voor wat onrust in het tot dusver kalme vaarwater, maar zijn beide van hoog niveau. De Jubilee Edition draagt nieuwe mooie momenten aan, maar ik zou toch kiezen voor het prachtig afgeronde geheel van het originele Diamond Mine, een juweeltje dat verder geen hulp nodig heeft.