The Adventures of Tintin: The Secret of the Unicorn

Nadat Steven Spielberg al in de jaren 80 de rechten kocht voor de strips is er nu eindelijk een film over Kuifje. Op aanraden van producent Peter Jackson gebruikte Spielberg performance capture techniek om de avonturen van de avontuurlijke verslaggever te verfilmen. De film leent voor het plot onderdelen uit De krab met de gulden scharen, Het geheim van de Eenhoorn en De schat van Scharlaken Rackham. Nadat Kuifje op een rommelmarkt een modelschip van het 16e eeuwse oorlogsschip de Eenhoorn koopt, duiken er meteen twee andere figuren op die ook geïnteresseerd zijn in het schip. Het modelschip blijkt een geheime aanwijzing te verbergen dat leidt naar de schat van de gezonken echte Eenhoorn van ridder François Haddoque. Tijdens de zoektocht naar die schat ontmoet Kuifje ook kapitein Haddock, de enig overgebleven nakomeling van Haddoque.

Tintin, Kuifje en Bobby

Laten we beginnen met het belangrijkste aspect van de film, de vernieuwde performance capture techniek. De resultaten daarvan zijn verbazingwekkend. Het ziet er werkelijk waar prachtig uit. De achtergronden, gebouwen, voorwerpen, dieren, mensen, kortom: alles zijn tot in de kleinste details vorm gegeven. Vooral qua mensen is er veel vooruitgang geboekt. Waar bij eerdere motion-caputure films vooral de ogen en gelaatsuitdrukkingen te wensen over liet, is dat bij deze film zo goed als opgelost. De karakters zien er erg realistisch uit, terwijl ze ondertussen ook typische karikaturale kenmerken uit de strips blijven houden zoals grote neuzen. Daarnaast zijn de bewegingen compleet vloeiend en naturel.

Maar Spielberg maakt ook gebruik van animatie om z'n fantasie verder los te laten gaan met onder andere erg inventieve overgangen, zoals eentje waarin een zoom-out van de zee overgaat in een plas water op straat. Vooral de overgangen tijdens een flashback naar gebeurtenissen op het schip de Eenhoorn, waarbij heden en verleden perfect in elkaar overvloeien, zijn een perfect voorbeeld van Spielbergs creativiteit. Een ander leuk detail is de slechte alcoholadem van Kapitein Haddock, waardoor Kuifje bijna van z'n stokje gaat. Op het eind worden we getrakteerd op een spectaculaire achtervolgingsscène in Bagghar, die in één take is opgenomen.

Qua verhaal is het een ouderwets onderhoudende avonturenfilm vol spanning en humor. Het roept zelfs herinnering op aan Spielbergs klassieke Indiana Jones-films. Wat niet zo raar is aangezien Spielbergs liefde voor Kuifje begon nadat een recesent z'n Raiders of the Lost Ark had vergeleken met de strips van Kuifje en daarmee de regisseur benieuwd had gemaakt ernaar. Hergé noemde Spielberg zelfs de enige regisseur die de strips recht zou kunnen doen in een film.

Tintin, Kuijfe en kapitein Haddock

Soms is het allemaal wel een beetje simplistisch en van toevalligheden aan elkaar hangend. Dat de andere geïnteresseerden in het modelschip natuurlijk precies net nadat Kuifje die gekocht heeft bij de kraam verschijnen is wel erg toevallig. Of dat Kuifje kan inbreken in een groot landhuis omdat twee meter naast het gesloten hek een gat in de muur zit is bijna lachwekkend simpel. Ander minpuntje is de simpele slapstick humor van de agenten Jansen en Janssen. Gelukkig is de rol van deze twee klunzen erg beperkt. Kuifje zelf blijft beetje een te brave padvinder en daarmee oninteressant . Vele malen leuker zijn het hondje Bobby en natuurlijk Kapitein Haddock, de komische noot van de strips en deze film. Zijn befaamde scheldtirades ontbreken natuurlijk niet. 

Voor de echte liefhebbers zitten er allemaal verwijzingen naar de strips in de film. Zo hangen er in Kuifjes kamer aan de muur allemaal ingelijste krantenartikelen over eerdere avonturen. De film is zeker niet alleen leuk voor de Kuifje-fans, maar voor iedereen die houdt van spectaculaire avonturenfilms en/of verbluft wil staan door de nieuwste filmtechnieken.