CD: Martina Topley Bird - Some Place Simple
Martina Topley Bird vergaarde haar eerste faam in de samenwerking met Tricky. De herinnering aan bijvoorbeeld haar zangkunsten in het manische 'Black Steel' zullen misschien nog in je achterhoofd bivakkeren. Niet alleen muzikaal was het een gewaagd duo waar de intensiteit vanaf spatte, ook relationeel kwamen de twee samen. Totdat het fout ging in 1995, ze is Tricky daarna wel trouw gebleven en heeft nog jaren met hem samengewerkt, totdat het later ook muzikaal fout ging tussen de twee. 1998 was het moment dat ze serieus aan haar solo-carrière begon te werken.
Heel snel ging het allemaal niet als solo-artieste, pas in 2003 kwam haar eerst studio-album uit, Quixotic.
Het was dan wel meteen goed voor een nominatie voor The Mercury Music
Prize dat jaar. Op de plaat blijft ze redelijk bij haar leest en laat
trip-hop, electronische muziek en rockinvloeden horen. Daarna zou het
weer 5 jaar behoorlijk stil rond haar persoon worden en in 2008 kwam ze
pas met de opvolger The Blue God, dat ook weer in dezelfde stijlen opereerde.
Dan zou je nu zeggen dat de derde plaat, Some Place Simple,
lekker op tijd is voor haar doen. Maar ze speelt een beetje vals (niet
muzikaal gezien gelukkig), de bulk van de inhoud op het schijfje komt
namelijk van haar twee eerdere albums. Op aanraden van Damon Albarn
(Blur, Gorillaz) heeft ze het idee om haar werk kaal te plukken
uitgewerkt. Haar liedjes in pure, simpele en uitgeklede vorm
welteverstaan. Gooi daar nog vier nieuwe tracks in zelfde setting naast
en je hebt haar nieuwe plaat. Haar prachtige stem is de leidraad op deze
plaat, de lijm die het geheel met elkaar verbindt.
'Poison' is een voorbeeld waar dit idee goed werkt, Afrikaanse
percussie, een tamboerijn en haar stem dragen het nummer en nemen je
makkelijk mee. Op 'Snowman' hoor je toch de nodige elektronica terug,
naast wat rustige percussie, maar ook hier is het goed toeven. 'Lying',
'Phoenix' en 'Sandpaper Kisses' zijn kaal misschien nog wel mooier, in
elk geval intiemer en emotioneler. De laatste draagt een soort 'Blue
Hotel'-sfeertje van Chris Isaak met zich mee. Helaas gaat het niet
overal even goed, het nietszeggende 'Da Da Da' is een speeldoosje dat
eventjes opengaat, maar inhoudelijks niet bijdraagt. Ook 'Intro' en 'All
Day' zijn niet om over naar huis te schrijven. De laatste is één van de
vier nieuwe tracks, maar de twee jaar aan tijd was misschien nog iets
te kort voor de nodige inspiratie. Nieuweling 'Kiss Kiss Kiss' is
speeldoostrack nummer twee, en had ook achterwege kunnen blijven. Het
wordt nog eens in andere vorm overgedaan in 'Harpsichord Kiss', waarmee
ze laat horen dat de pure Martina Topley Bird in het verleden moet
blijven leven, de recentere uitspattingen komen inderdaad van een te eenvoudige plek.