CD: Deer Tick - Born On Flag Day

Een autobiografische titel is het wel, Born On Flag Day. John McCauley, zanger, gitarist en geestelijk vader van country-rock band Deer Tick is namelijk op 14 juni jarig. Ook de naam van de band komt uit de belevenissen van McCauley, die namelijk een teek opliep toen hij al liftend door Amerika trok, het is maar dat je het weet. Met zijn tweede plaat strijkt nu dan ook eindelijk in de Lage Landen neer. De plaat kwam namelijk in 2009 al in Amerika uit en vijf jaar eerder liet hij al van zich horen met het debuut War Elephant. Het debuut was al niet onverdienstelijk, maar Born On Flag Day werd door Rolling Stone vorig jaar al uitgeroepen tot country-rock doorbraak van het jaar. Misschien dat de naam daarom al bij meerdere een belletje doet rinkelen, maar voor degenen die de stijl en stem van McCauley en kornuiten nog niet kennen is de plaat nu ook in de Nederlandse schappen te verkrijgen.

 

De stijl en de vocalen van Deer Tick zijn nogal herkenbaar. McCauley klinkt alsof er met een rasp over zijn stembanden heen is gegaan en hij erna nog een slof sigaretten achteraan heeft gepaft, rauw en schor dus. Dit past echter wel bij de muzikale klanken die zijn stem ondersteunen, want Deer Tick produceert schud&rammel-folk met het geluid van Southern USA in het kielzog. Klanken en schreeuwsessies die in een piepkleine lokale kroeg in een stoffig woestijnlandschap niet misstaan. 

 

'Easy' trapt af op een manier alsof 16 Horsepower herrezen is, alleen is het nu niet Dave Eugene Edwards die hel en verdoemenis predikt, maar McCauley die over de duivel zingt. De bindende factor is zijn stem, want qua stijl wisselt de plaat nogal eens. Deer Tick springt van country, naar bluegrass, folk, roots en rockabilly, allen met die typische zuiderlijk Amerikaanse inslag. 'Little White Lies' koestert rustige country, terwijl ' Song About A Man' een wat heftigere kant van Deer Tick laat horen. En dan is er ook nog de kale hidden track, een cover van 'Goodnight Irene', vol met rauwe uithalen van McCauley.

Die stem kan ook de achilleshiel van de plaat worden, either you hate it or love it. En de nasale slijptol van McCauley lijkt soms iets te dik aangezet op deze plaat. Niet dat het een groot euvel is om niet van deze plaat te gaan houden, maar het past toch net wat beter bij de donkere muziek die we op zijn komende album (release september) gaan horen.