Film: Where the Wild Things Are

De verwachtingen voor Where the Wild Things Are waren hooggespannen. Maurice Sendaks gelijknamige prentenboek (in Nederland bekend als Max en de Maximonsters) is een regelrechte kinderklassieker, en bijzonder geliefd in kleuterklassen over de hele wereld. De altijd eigenzinnige regisseur Spike Jonze heeft echter een complexe film afgeleverd, die misschien niet direct geschikt is voor kinderen, maar je wel direct terugvoert naar je eigen kindertijd.

De negenjarige Max is eigenlijk een hele gewone jongen. Hij heeft veel energie, een levendige fantasie en wil graag wat aandacht van zijn zus en moeder (Catherine Keener). Helaas voor Max hebben beiden het te druk met andere dingen om met hem te spelen of naar zijn verhalen te luisteren. Wanneer hij gefrustreerd van huis wegloopt, vindt Max een eiland dat bewoond wordt door de 'Wild Things': grote wezens die zowel lief en knuffelig als eng en monsterlijk kunnen zijn. Met een beetje overredingskracht van zijn kant wordt Max hun koning, en begint hij het leven van de Wild Things drastisch om te gooien.

Tot zover lijkt Where the Wild Things Are gewoon de zoveelste fantasyfilm voor een jeugdig publiek te zijn. Maar waar in andere films met een vergelijkbaar kind-vindt-sprookjeswereld-plot (The Wizard of Oz, The Neverending Story, Chronicles of Narnia, etc) de wonderbaarlijke nieuwe wereld voornamelijk bedreigd wordt door boze krachten van buitenaf, gaan de Wild Things vooral gebukt onder hun eigen innerlijke verscheurdheid. Monster Carol wordt al snel de beste vriend van Max, maar door zijn ruwe impulsiviteit maakt hij zich niet geliefd bij de andere Wild Things. De geitachtige Alexander wordt afwisselend gepest en genegeerd door de anderen, terwijl K.W. de eenheid van de groep bedreigt doordat ze vaak liever alleen is, of zelfs andere vrienden zoekt. Zo is de wereld van de Wild Things geen veilige, zorgeloze haven, maar juist net zo gecompliceerd als Max' thuis.

Door de ingewikkelde onderlinge verhoudingen en emoties van de monsters en de duistere ondertonen van het plot is Where the Wild Things Are waarschijnlijk niet de beste film om je kleine neefje een fijne middag mee te bezorgen. Voor volwassenen is het echter een bijzondere ervaring: Spike Jonze blijkt zich feilloos te herinneren hoe het voelde om kind te zijn en weet dat ook perfect over te brengen. De hartverscheurende pijn van teleurstelling, het onbegrip als je ouders even geen tijd voor je hebben, maar ook het overweldigende gevoel van veiligheid in de omhelzing van je moeder: ze worden allemaal even herkenbaar gebracht. Ook complimenten voor de piepjonge acteur Max Records, die naturel en geloofwaardig acteert: dat zie je niet vaak bij kindacteurs.


De film biedt ook plaatjes om je ogen bij uit te kijken, want de wereld van de Wild Things is behoorlijk afwisselend: van uitgestrekte woestijnen tot dichte bossen, en zelfs een strand. Daarnaast zijn de monsters prachtig tot leven gebracht met een combinatie van digitale effecten en levensgrote poppen (uit de stal van Muppets-man Jim Henson).

Wie een vrolijke, zorgeloze kinderfilm verwacht zal bedrogen uitkomen, maar voor de volwassen kijker is Where the Wild Things Are een poëtische film over de chaos van kind-zijn en opgroeien.