Film: Whatever Works

De ondertitel van Whatever Works is “A New Comedy”. Niet geheel waar, want Woody Allen was al in de jaren 70 van plan om de film te maken met Zero Mostel in de hoofdrol. Na diens overlijden in 1977 is het script echter in de ijskast gezet. Ruim dertig jaar later is de film er dan uiteindelijk toch nog gekomen. Bovendien is Woody Allen na uitstapjes naar Londen en Barcelona eindelijk weer eens terug in zijn thuisstad: New York. De wereldstad vormt namelijk het decor van Whatever Works. Vormen deze ingredinten de basis voor weer een goede film van Allen? Was het de moeite om het script alsnog te verfilmen?


De excentrieke New Yorker Boris Yellnikoff (Larry David, Curb Your Enthusiasm) verruilt na zijn scheiding en mislukte zelfmoordpoging zijn chique leven in de Upper East Side in voor een zonderling bestaan in een achterstandswijk. Voorheen gerespecteerd en briljant natuurkunde professor aan de universiteit van Columbia, leert hij nu kinderen schaken. Als hij de onnozele Melody (Evan Rachel Wood, Thirteen, The Wrestler) ontmoet, een meisje uit het zuiden van Amerika, neemt hij haar met tegenzin in huis. Ze weet hem langzamerhand te ontdooien en het stel besluit te trouwen. Alles gaat wonder boven wonder goed, tot haar zwaar religieuze moeder Marietta (Patricia Clarkson, Vicky Cristina Barcelona, The Green Mile) en vader John (Ed Begley Jr., Pineapple Express, Gary Unmarried) plotseling op de stoep staan.



De verwachtingen zijn na Vicky Cristina Barcelona weer hoog gespannen. Whatever Works weet deze verwachtingen helaas niet waar te maken. De film heeft zijn minpunten. Zo is Boris wel weer heel erg een reflectie van Woody Allen zelf, met zijn misantropische ideen en neurotische trekken. De levensfilosofie van Allen ligt er heel erg zwaar bovenop, het is duidelijk een film met een agenda. Op zich niets mis mee, iedere film heeft zo zijn agenda, echter ligt het er bij Whatever Works dermate dik bovenop dat je je enigszins gaat irriteren aan Allens levensvisie en obsessies. Ook is de relatie tussen Boris en Melody behoorlijk ongeloofwaardig. Als kijker kan je je niet voorstellen wat de mooie, onnozele Melody nou met zo'n oud en chagrijnig zelfverklaard genie als Boris moet.

Toch heeft Whatever Works ook een groot aantal pluspunten. De film heeft de typische Woody Allen-feel van zijn films uit de jaren 70, met het veelvuldig breken van de ‘fourth wall’. Dit houdt in dat Boris de kijker geregeld direct aanspreekt. Aan het begin van de film vertelt Boris al direct dat dit geen feel good film gaat worden. Hierin moet ik hem echter toch ongelijk geven. Whatever Works ontwikkelt zich tegen het einde wel degelijk tot een echte feel good film en zorgt ervoor dat je met een glimlach de zaal verlaat. New York is weer prachtig in beeld gebracht met heldere kleuren. Dit versterkt het vrolijke gevoel van de film. Bovendien zijn de personages heerlijk absurd. Larry David is perfect gecast als Boris Yellnikoff, het typische neurotische en misantropische Woody Allen-typetje. Evan Rachel Wood speelt na een aantal serieuze rollen met duidelijk plezier de rol van dom blondje Melody. Verder zijn de bijrollen zeer goed, in het bijzonder Patricia Clarkson speelt haar rol als zuidelijke relifanaat met verve.


Kortom, Whatever Works is een zeer vermakelijke komedie. Het is zeker niet n van Allens beste films, maar de absurde personages dragen de film en zorgen ervoor dat het geen liberaal manifest wordt. Voor de liefhebbers van Woody Allen is deze film zeker een aanrader. Ben je geen liefhebber van Woody Allen, laat deze film dan vooral liggen, je zult jezelf er geen plezier mee doen.


Label: Sony Pictures Classics Releasedatum: 12 november 2009
Kijkwijzer: Waardering film:

Kijk voor meer films en dvd's in Film, Tv &
Radio
.