Interview: Marc van Biezen

Na het verschijnen van zijn derde gedichtenbundel Ex-mondschilder mocht Fok! Marc van Biezen interviewen over zijn leven, zijn inspiratie en zijn gedichten.


HET LEVEN
soms zet iemand een ingewikkelde tent op
voor iemand die niet eens de moeite neemt
om te melden dat hij of zij verhinderd is

soms zegt degene die die ingewikkelde tent
had opgezet dan ook nog het spijt me
tegen degene die zich niet had afgemeld
het is maar goed dat het leven eindig is


Laat me beginnen te zeggen dat ik heb genoten van je confronterende gedichten. Je weet het leven van alledag prachtig te beschrijven. Kun je vertellen waar je je inspiratie vandaan haalt?
Mijn inspiratie haal ik ondanks de pracht van het volle dan wel lege leven toch vooral uit de dood. De dood vormt voor mij een niet aflatende inspiratiebron. Het is voor mij de zwarte motor achter de creatie en biedt inhoudelijk ook veel stof (tot stof) tot dichten.

In het dagelijks leven ben je pr-medewerker bij een uitgeverij, en ook dichter, hoe is deze combinatie zo ontstaan en hoe ervaar je deze?
Ik ben al veel langer dichter dan pr-medewerker bij een uitgeverij. Die twee aspecten uit mijn leven hebben ook niet veel met elkaar te maken. Ze hebben beide met creativiteit te maken, maar het gaat daarbij om zeer diverse vormen. Mijn eerste gedichten schreef ik toen ik vijftien was. Ik wilde ze meteen publiceren maar ik heb er even op moeten wachten tot een uitgever dat wilde doen.


DE DERDE WERELD
wees nou eens tevreden
met zo’n derde plaats


Je gedichten klinken soms als tegeltjeswijsheden met een scherp randje, wil je je lezers iets meegeven?
Ik wil mijn lezers vooral vermaken. De meeste gedichten zijn grappig bedoeld. Ik hoop op een glim- dan wel schaterlach. Een boodschap zit er soms wel in. Zo relativeer ik graag en laat ik de mens graag zien in zijn vergeefse strijd tegen vergankelijkheid en vergetelheid.


RELATIEF
de één wordt jong kaal
en de ander is al jaren dood


Veel van je gedichten gaan over de dood of aanverwante zaken, is dat iets dat je van dichtbij hebt meegemaakt?
Ik heb de dood een paar keer in de ogen gekeken; soms deed hij ze dicht, soms hield hij ze open. Ik denk niet dat je dierbaren moet hebben verloren om over de dood te kunnen schrijven. Ik ben mij vrijwel permanent bewust van de dood. Ik leef met de dood, zo je wilt, en uit die obsessie komen de meeste van mijn gedichten voort. De dood relativeert en verabsoluteert alles – lees mijn gedichten maar! Die dubbelzinnigheid van ons aller einde vind ik zeer fascinerend.

Naast de dood zijn vrouwen/relaties een veelvoorkomend onderwerp in je boek. Ik vond het contrast tussen de liefde/het leven en de dood erg krachtig en mooi, was dit een bewuste keuze?
De dood heeft vele zijden – mooie en minder mooie. Een dramatisch zo niet het meest dramatische aspect van de dood is het afscheid van geliefden. De liefde is in feite een groot argument tegen de dood maar voor god kennelijk niet groot genoeg. En daar heeft hij waarschijnlijk gelijk in. Maar pijnlijk blijft het wel. De mens wordt er een kwetsbaar en ontroerend wezen van. De liefde en de dood samen geven een dichter de mogelijkheid de mens met weinig woorden in zijn essentie neer te zetten.

Wie zijn jouw idolen of voorbeelden (dichters of anderszins)
In willekeurige volgorde: Herman Brood, Gerard Reve, Mark Hollis, Jaap Stiemer en Jezus Christus.

Wat zijn je plannen voor de toekomst?
Ex-mondschilder is mijn derde officiële dichtbundel. Ik hoop nog vele gedichten te kunnen schrijven en publiceren. De laatste tijd ben ik weer behoorlijk productief. Zo schreef ik gisteren nog:


Dood

Ja ja dat zeggen ze allemaal