Fuel

Codemasters heeft wat betreft race-games een naam hoog te houden. Er zit dan ook een hoop bloed zweet en tranen in hun nieuwe project: Fuel. Toen ik hoorde dat er ruim 14.000 vierkante kilometer aan gebied te verkennen zou zijn, moest ik even rustig achterover leunen. Na een korte rekensom bedacht ik me hoe gigantisch dit is. Dit betekende namelijk dat de map van Fuel zo’n 375 bij 375 kilometer moest zijn. Dit betekende dat je met een snelheid van 150 kilometer per uur meer dan twee uur bezig was om de map diagonaal of verticaal over te steken. Toen de disc bij mij op de mat viel, staarde ik even naar de disc. Een gebied ongeveer even groot als Trinidad & Tobago, een gebied groter dan Hong Kong, Singapore, St. Lucia en Isle of Man bij elkaar, aldus Codemasters. Daar gaan we!

Had ik al gezegd dat er ruim 14.000 vierkante kilometer aan gebied te verkennen is? De opbouw van Fuel zit vrij lineair in elkaar. Ik begin in een basiskamp van één van de vele gebieden die bij elkaar de gehele map van Fuel vormen. Vanaf daar kan ik vrij rondracen in voertuigen die ik in mijn bezit heb. Ik kan naar verschillende startpunten op de map rijden om een race te activeren, of ik kan dit doen via het startmenu als ik geen zin heb om er naartoe te rijden. De races zijn te spelen in drie moeilijkheidsgraden. De makkelijkste geeft bij een overwinning één ster, de minder makkelijke twee sterren en de moeilijkste geeft drie sterren. Pas als er een bepaalde hoeveelheid sterren verzameld is, speel je het volgende stuk grond vrij. Deze limitering is maar goed ook, want als je meteen de 14.000 vierkante kilometers tot je beschikking hebt, weet je ongetwijfeld niet waar je zou moeten beginnen. De races bestaan uit een serie checkpoints waar doorheen gereden moet worden. Hoe ik rijd tussen de checkpoints is volledig aan mij. Soms zijn er dan ook meerdere snelle manieren, maar vaak is de normale route het snelst.

Naast races zijn er ook vele challenges te halen. Deze challenges variëren van zo snel mogelijk op een bepaald punt komen tot het bijhouden van een helikopter. De uitdaging bij deze challenges is vaak groter dan bij races, maar de beloning is gelukkig ook groter. Met races en challenges verdien je namelijk de zogeheten Fuel. Hiermee kun je nieuwe voertuigen kopen. En wat voor voertuigen. Fuel kent motoren, quads, buggy’s, monster trucks, sportwagens, SUV’s en meer. Elk heeft unieke eigenschappen en elke race of challenge behoeft een enkele soort voertuig. Bij het starten van een race of challenge is het handig om te bekijken of je voornamelijk op de weg zal rijden of dat je voornamelijk offroad gaat. Aan de hand daarvan kies je het voertuig dat het best geschikt is.

De grote vraag is natuurlijk of de game wel of niet lekker speelt. Het antwoord daarop is kort maar krachtig: de game speelt erg lekker. Tijdens het racen zijn er eigenlijk maar drie knoppen die er toe doen; de rechter schouderknop om gas te geven, de analoge stick om te sturen en de A-knop om de handrem te gebruiken. Bij scherpe bochten wist de handrem er altijd voor te zorgen dat ik er altijd sierlijk doorheen gleed. Verder wordt je reactievermogen flink op de proef gesteld op het moment dat je offroad gaat. Boompjes, rotsen, kabbelende stroompjes water, richeltjes, het zijn allemaal kleine dingetjes die een met 120 kilometer per uur rijdende buggy de kop kunnen kosten. Ook het weer kan behoorlijk tegen zitten. Een flink storm belemmerd het zicht behoorlijk en brengt extra opstakels met zich mee.